De uitgeverij ging 15 mei 1995 van start als een zelfstandig onderdeel van het Facilitair Bedrijf (FB). Twee doelstellingen staan voorop: het vergroten van de naamsbekendheid van de UT en het leveren van een kostenbesparende service aan faculteiten. De uitgeverij heeft tot medio 1997 de tijd haar bestaansrecht te bewijzen. Dan wordt de zaak geëvalueerd.
TUP wordt gedreven door de uit het boekhandelswezen afkomstige uitgever H. Leferink, die vorig jaar ook het haalbaarheidsonderzoek voor het Facilitair Bedrijf heeft uitgevoerd, en S. Biharie, die alle secretariële zaken, waaronder de ISBN-aanvragen, voor haar rekening neemt. Redactionele en grafische ontwerpexpertise wordt naar behoefte ingehuurd.
Leferink erkent in zijn kantoor in de burelen van het FB dat zijn uitgeverij een 'gerieflijke start' heeft kunnen maken onder de 'paraplu' van het FB. Voorlopig zal de TUP dan ook een FB-aangelegenheid blijven. 'Voor verzelfstandiging hebben we momenteel geen plannen.'
Hoewel dus voor honderd procent een onderdeel van de UT, wil TUP ook een volwaardige, officieel erkende uitgeverij worden. De voor aansluiting bij het boekenprijskartel vereiste erkenningsprocedure is nog in behandeling bij de brancheorganisaties: de Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels en de Koninklijke Nederlandse Uitgevers Bond.
Het drukwerk (binnenwerk zowel als omslagen) wordt tot nu toe uitgevoerd door de Universiteitsdrukkerij. De bedoeling van het FB is steeds geweest dat uitgeverij en drukkerij wederzijds versterkend kunnen werken. Maar van 'gedwongen winkelnering' is geen sprake, aldus Leferink. In bijzondere gevallen zal men elders drukken. 'In zwart-wit is de UT-uitgeverij sterk en concurrerend. Maar in full-colour kunnen ze niet werken.'
Het accent bij de uitgeefactiviteiten van TUP ligt volgens Leferink bij het zelfstandig uitgeven van normale wetenschappelijke uitgaven. De uitgeverij sluit in dat geval een contract met de auteur, en verzorgt dan het hele traject van productie, marketing en verkoop. 'Dit zal veel inzet kosten, want je moet via mond-op-mondreclame vertrouwen opbouwen.'
Daarnaast gaat de TUP bestaande reeksen aan de UT professioneel uitgeven en verkopen. Met het Centrum voor Schone Technologie en Milieu en de faculteit Bestuurskunde zijn daarvoor al afspraken gemaakt. Ook Toegepaste Onderwijskunde gaat zijn uitgaven bij TUP onderbrengen.
Uitgangspunt daarbij is een uitgeefformule die volgens Leferink voor de opdrachtgever in een aantrekkelijke 'bijna quitte-situatie' resulteert. Dit houdt in dat de TUP wel een professioneel boekomslag verzorgt, maar de opdrachtgever het binnenwerk op basis van een vast stramien opgemaakt aanlevert. Zo kan de TUP bovendien binnen enkele weken op afroep (bij)drukken. Dat drukt voorraadkosten en werkt dus extra kostenbesparend.
Het accent van de UT-uitgeefactiviteiten zal volgens Leferink bij de maatschappijwetenschappen liggen. 'Technische studies verkopen natuurlijk toch wat minder goed. De technische promovendi geven hun dissertaties verder vanouds in eigen beheer uit. En de technische faculteiten hebben ten slotte geen beleid om via uitgaven aan promotie te doen.'
Uitgaven op regionaal non-fictie gebied vormen de laatste activiteit van TUP. In september 1997 zal een bundel over 'Hedendaags Twente' verschijnen die wordt geredigeerd door W. Timmers, oud-hoofdredacteur van Tubantia. Aandit 'fraai geïllustreerde, prestigieuze boek' zullen tal van regionale journalisten en een landelijk fotograaf meewerken, aldus Leferink.
'Dit is een door onszelf ontwikkeld product. Mede mogelijk dankzij steun van het FB, al ligt de verantwoordelijkheid bij de uitgeverij. Als dit project mislukt, komt het op ons eigen conto te staan. Maar er ligt uiteraard een uitgekiende marketingstrategie aan ten grondslag', zegt Leferink, die het plan niet te hoog gegrepen vindt: 'We hebben indertijd bij de start van de uitgeverij besloten om meteen met het echte werk te beginnen.'
Volgens het haalbaarheidsonderzoek zou de TUP op termijn ongeveer vijftig tot zestig uitgaven per jaar moeten uitgeven om kostendekkend te kunnen draaien. Dat aantal zal niet worden gehaald, zegt Leferink. 'Maar dat is niet erg als je af en toe een goed verkopende uitgave hebt.'
Het oorspronkelijke idee om als TUP intensief te gaan samenwerken met de collega's van het gevestigde Delft University Press is inmiddels verlaten. Zo'n samenwerking levert bij nader inzien te weinig op, zegt Leferink, terwijl het voordeel van een eigen wetenschappelijke uitgeverij grotendeels vervalt, als de afstand tot de doelgroep zou toenemen.
Leferink tilt er niet zwaar aan, aangezien het UT-streven toch steeds meer op samenwerking binnen de regio is gericht. In dat verband meldt hij trots dat samenwerking met de Hogeschool Enschede op stapel staat. Het enthousiasme lijkt groot. 'Een wezenlijke verbreding van ons werkterrein', aldus Leferink. 'Ik verwacht de komende maanden concrete resultaten.'