Sinds 1 februari van dit jaar krijgen alle studenten die tijdelijk in het buitenland studeren een vergoeding van 93 gulden per maand voor hun OV-kaart, die zij buiten Nederland niet kunnen gebruiken. Voordien konden alleen studenten die deelnamen aan een officieel uitwisselingsprogramma van de Europese Unie - zoals Leonardo en Erasmus - deze vergoeding krijgen, mits ze die ook claimden.
Maar voor studenten die vóór 1 februari 1996 'ongeorganiseerd' voor een stage of een studie de grens waren overgetrokken, kwam deze aanpassing in de studiefinanciering te laat. Dat vond de Landelijke Studentenvakbond onterecht. De bond wilde dat deze studenten alsnog - met terugwerkende kracht - geld zouden terugkrijgen voor hun vervoerskaart. Op grond van het zogeheten 'gelijkheidsbeginsel' startte de LSVb een procedure bij het College van Beroep Studiefinanciering.
De hoogste macht op het gebied van de studiefinanciering stelt de LSVb niet in het gelijk. Het College heeft de toepassing van het gelijkheidsbeginsel eind vorige week afgewezen. Volgens het College mag de 'ongeorganiseerde' groep niet gelijk worden gesteld met studenten die aan een Erasmus-programma of een ander uitwisselingsprogramma van de Europese Unie meedoet. Bovendien hadden zij indertijd direct beroep moeten aantekenen tegen de hoogte van hun studiefinanciering, oordeelt het College.