Duchins Nederlandse collega prof.dr. B. Steenge (BSK) had haar eigenlijk uitgenodigd voor een redactievergadering van het vaktijdschrift 'Structural Change and Economic Dynamics', maar die aanleiding heel leep gecombineerd met het BSK-lustrumcongres 'Setting Priorities', waar ze dan meteen een lezing kon komen geven. Het bezoek aan de UT kwam haar zelf echter ook goed uit, want ze heeft een 'missie'.
Sinds vorige maand is prof.dr. Faye Duchin 'dean' van de School of Humanities en Social Sciences van Rensselaer (voorheen Rensselaer Polytechnic Institute), een gerenommeerde technische universiteit in Troy, in 'upstate' New York. Het in 1824 gestichte Rensselaer (de naam is van Nederlandse oorsprong) was destijds de eerste 'engineering school' in de VS.
Tegenwoordig telt Rensselaer vijf faculteiten - Technische Wetenschappen, Natuurwetenschappen, Management & Technologie, Architectuur en Sociale & Geesteswetenschappen - en zo'n zevenduizend studenten. Het is naar Amerikaanse begrippen een middelgrote privé-universiteit, gefinancierd door alumni, bedrijfssponsors en vooral collegegelden, wat betekent dat een 'undergraduate' student jaarlijks twintigduizend dollar kwijt is.
De 'missie' van 'dean' Duchin is helder: 'Ik moet zoveel mogelijk majors van de technische faculteiten bij de sociale en geesteswetenschappen binnenhalen als mogelijk is.' Want Rensselaer wil een 'echte universiteit' worden, met een balans tussen de technische en niet-technische wetenschappen. Nu is 70 procent van de afgestudeerden afkomstig van de technische faculteiten. Over tien jaar mag dat nog 50 procent zijn.
Het motief voor deze verschuiving is de - door bijna alle Amerikaanse instellingen van hoger onderwijs gevoelde - noodzaak om meer studenten binnen te halen. Rensselaer doet dat volgens Duchin echter ook in het besef dat universiteiten in de 21ste eeuw 'maatschappelijker' moeten worden. Sociale relevantie is dus het parool. De universiteit mikt daarom op 'het voortdurend situeren van technologie in een sociale omgeving'.
In dit licht is de UT als twee-kernenuniversiteit voor Rensselaer een 'leerzaam model', zegt Duchin. 'De UT is iets wat Rensselaer niet is - wij hebben vanouds maar één kern - maar wel wil worden.' Net als bij Rensselaer is 'ondernemerschap' hier een kardinale deugd, constateert ze tevreden. Ze wil een en ander nader onderzoeken en tevens bekijken of er mogelijkheden liggen voor toekomstige samenwerking tussen beide instellingen.
De twee-kernenaanpak is overigens niet geheel nieuw voor Rensselaer: er is een succesvol interfacultair 'undergraduate'-programma EMAC (Electronics, Media, Arts and Communication), dat technologie en kunst integreert. En in opbouw is het programma 'Minding Machines' over mens-machine interfaces. In het algemeen doen veel aankomend ingenieurs wel wat vakken bij Sociale & Geesteswetenschappen, maar Duchin wil meer hoofdvak-'majors'.
De aan een twee-kernenuniversiteit inherente spanning tussen technische en niet-technische faculteiten bestaat aan Rensselaer niet, wel de 'hautaine houding' van de techneuten versus de sociale wetenschappen. Duchin: 'Een technische universiteit biedt ingenieurs alle gelegenheid om zich superieur te wanen, maar in de buitenwereld is de ingenieur allerminst king. Wij willen meer wederzijds begrip. Wij kunnen dat perspectief vanuit de socialewetenschappen bieden. Geen softe, maar een realistische aanpak.'
De School of Management van Rensselaer heeft minder hoeven vechten om zich een plaats te verwerven. 'Aankomend ingenieurs weten heel goed dat ze later in hun beroepspraktijk management nodig hebben.' Maar de relevantie van sociale & geesteswetenschappen wordt duidelijker, zegt Duchin. 'Technologie kan steeds minder los van de sociale context worden gezien.'
Faye Duchin is afkomstig van New York University, waar zij twintig jaar heeft gewerkt, de laatste jaren als directeur van het Institute of Economic Analysis. Zij is van huis uit econoom met belangstelling voor technologie (ze promoveerde op een computerwetenschappelijk onderwerp).
Haar recente overstap naar Rensselaer noemt ze een verademing. 'NYU is een grote universiteit, maar zonder faculteit technische wetenschappen. Die heeft men ooit voor één dollar verkocht. No engineers to interact with, dus! Daarom hebben technische universiteiten me altijd aangetrokken. Bovendien zijn die altijd veel meer interdisciplinair georiënteerd.'
Tegenwoordig onderzoekt Duchin de relatie tussen technologie en de 'lifestyle' van mensen, met name op milieurelevante terreinen als voedsel en transport. Verandering van levensstijl is volgens haar geboden, maar de benodigde kennis ontbreekt. 'Er bestaat geen standaard-classificatie van huishoudens zoals die van industrieën.' Ze heeft daarom aan Rensselaer een interdisciplinair Center for Technology & Lifestyle opgericht.
Over de UT is Duchin vol lof. De herfstige campus is vertrouwd. En de campusarchitectuur spreekt aan, want lijkt 'technology-inspired'. Wat is haar het meest opgevallen? 'Dat jullie een faculteit Bestuurskunde hebben! Wij niet, helaas. Aangezien we geen cent overheidsfinanciering hebben, ontbreekt a priori de reden om zulke activiteiten te ontwikkelen.'
Faye Duchin
![]()