Verder is de begroting voor ruim 30 miljoen gulden aangepast aan loon- en prijsstijgingen; de jongste onderwijs-CAO moet er nog in verwerkt worden. Van de 4,3 miljard gulden die de universiteiten van minister Ritzen krijgen, is driekwart bestemd voor onderzoek, en slechts een kwart voor onderwijs. Overigens krijgen de universiteiten nog ruim anderhalf miljard gulden uit andere bronnen: een miljard uit contract-research voor overheden en bedrijven, 350 miljoen uit de collegegelden en driehonderd miljoen van landelijk onderzoekfinancier NWO. In totaal gaat er in het wetenschappelijk onderwijs in 1997 dus zes miljard gulden om.
De verdeling van de 4,3 miljard gulden tussen de dertien universiteiten vertoont maar kleine veranderingen. In afwachting van een nieuw verdelingsmodel is voor 1997 een `stabiel' systeem afgesproken waarin de invloed van wisselende aantallen studenten en afgestudeerden beperkt is. Een relatieve meevaller boeken de Vrije Universiteit, Eindhoven en Groningen. Hun deel van de koek wordt dankzij meevallende aantallen studenten en/of diploma's een procent groter dan een jaar geleden verwacht werd. Voor Tilburg, Twente en Maastricht geldt het omgekeerde. Wageningen boekt geen tegenvallende prestaties, maar moet toch een procent bezuinigen.
Universiteit Krijgt(1) Valt mee?(2)
Leiden 358.1 -0.6%
Utrecht 578.1 +0.6%
Groningen 402.0 +1.1%
R'dam 230.2 -0.3%
Maastricht 161.8 -1.1%
UvA 496.5 +0.1%
VU 321.5 +1.3%
KU Nijmegen 315.2 -0.3%
KU Brabant 114.0 -2.1%
TU Delft 533.7 -0.1%
TU Eindhoven 277.1 +1.1%
U Twente 232.1 -1.2%
LU Wageningen 246.3 -0.9%
Totaal 4276.4
(1) Rijksbijdrage 1997
(2) Vergeleken met het landelijk gemiddelde. Dat is: het vorig jaar voorziene bedrag voor '97 plus 1,8%