Vakreferent, combinatie van techniek en bibliotheekkennis

| Redactie

Politieke omstandigheden waren de reden voor zijn snelle vertrek, want 'regelingen worden nooit beter dan ze waren'. Toen ir. Manfred Skaliks in november in de krant las dat de VUT-regeling op de helling ging vond hij dat hij zijn kans moest grijpen. Vandaag neemt hij afscheid van zijn collega's, al is hij al sinds 1 januari officieel met pensioen. Liever had hij nog een jaar doorgewerkt als plaatsvervangend bibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek (UB) om de zaken rustig te kunnen voorbereiden voor zijn opvolger en uit te leggen dat 'geen enkele ontwikkeling ideaal is', hoe mooi deze ook wordt voorgesteld.

Skaliks behaalde eind vijftiger jaren aan de Universiteit van Berlijn zijn bul als elektrotechnisch ingenieur. Zijn eerste werkgever Philips zond hem, om het bedrijf beter te leren kennen, van standplaats Hamburg naar Eindhoven. Omdat hij in de lichtstad zijn vrouw had ontmoet solliciteerde hij daar met succes naar een baan bij de TUE, waar hij werd aangesteld als wetenschappelijk medewerker. Zes jaar later kwam hij bij de UT terecht als vakreferent bij de faculteitsbibliotheek van Elektrotechniek. 'De combinatie van vakgebied met het bibliotheekwezen interesseerde mij'.

Halverwege de jaren tachtig was Skaliks vanuit EL al korte tijd waarnemend bibliothecaris en dat bleek een goede voorbereiding op zijn latere functie van plaatsvervangend bibliothecaris van de centrale bibliotheek van de UT. 'Ik heb me steeds meer in de breedte ontplooid. Als wetenschappelijk medewerker richtte ik mij op een heel klein, zeer specialistisch gebied, maar als vakreferent leerde ik een veel breder terrein kennen. Belangrijk was steeds het vermogen om te combineren. Dat paste prima bij mij, want boven alles ben ik een generalist. Daarom heb ik het ook nooit jammer gevonden dat ik niet als ingenieur ben verder gegaan. Dat was op de lange termijn niet uitdagend genoeg geweest.'

Terminal

Vakreferenten zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de collectievorming. Zij verrichten het literatuuronderzoek en zijn zo de spil tussen de medewerkers van vakgroepen en de bibliotheek. Ze inventariseren aan welke literatuur de wetenschappers behoefte hebben en moeten aan de hand daarvan boeken inkopen. Daarnaast moeten ze ook zorgen voor de ontsluiting van informatie en niet aanwezige documenten naar Enschede halen. 'Daarom', zegt Skalis, 'moet je ook een technische opleiding hebben. Je moet hun taal spreken.' In Duitsland is dat anders, weet Skaliks. 'Daar leer je eerst het bibliotheekvak en vind je de rest maar in de praktijk uit.'

Het betekent al met al niet dat de vakreferenten ook alles lezen wat ze aanschaffen. Ze gaan af op de titel van de publicatie en recensies van uitgevers. 'Misschien lezen vakreferenten wel minder dan de gemiddelde wetenschappelijk medewerker', lacht Skalis.

Ongeveer vijfentwintig jaar geleden, Skalis was net op de UT begonnen, zorgde de intrede van computer in de bibliotheekwereld voor een grote verandering voor de vakreferenten. Er ging immers een wereld aan informatie voor ze open. Niet langer hadden ze alleen boeken tot hun beschikking, maar via de computer kwamen ze ook op de hoogte van de meest recente rapporten en publicaties in tijdschriften. In 1970 kwamen de eerste geautomatiseerde bestanden en vijf jaar later kreeg de UT de eerste terminal. 'Daar moest nog een speciale telefoonlijn voor worden aangevraagd. De vakreferent vergezelde in die tijd de wetenschappelijk medewerker naar de machine, nadat ze samen het zoekprofielhadden uitgezet. Vroeger was zo'n grote computer heel bijzonder en was de vakreferent ook de enige die wist hoe je iets kon vinden. Hetzelfde geldt voor kopieerapparaten. Nu staat er overal zo'n ding, maar ooit was kopiëren een exclusieve bezigheid van de repro-afdeling.

Geneeskunde

Vakreferent zijn kwam voor Skalis neer op het 'iemand op de goede weg helpen' en 'voor de medewerker juiste en passende informatie boven tafel halen'. Dat heeft hij altijd met veel plezier gedaan. 'Op bedankjes heb ik nooit zitten wachten. Logisch, want als ik met de trein ergens naar toe ga, bedank ik na afloop ook niet de lokettiste of de machinist. De vakreferent is een soort padvinder. Hij moet de weg weten. Voorheen alleen in de bibliotheek, later ook met on-line systemen en in de toekomst ook op Internet.'

Als plaatsvervangend bibliothecaris was Skaliks belast met de coördinatie van de onderwerpsontsluiting en de collectievorming in zijn pakket. De ontsluiting komt neer op de standaardisering van trefwoorden. 'Ieder vakgebied heeft zijn eigen naam voor bijvoorbeeld de term 'filter', maar eenmaal zoekende in het computersysteem moet wel literatuur over het juiste filter worden kunnen gevonden: een elektrotechnicus heeft niets aan een koffiefilter. Met voor iedere vakgroep eigen trefwoorden is er via de computer niet te zoeken. Vraag is vaak ook in welke rubriek een boek te plaatsen. Moet een boek over de toepassing van de computer in de geneeskunde staan bij de afdeling over computers of over geneeskunde. Vandaar ook de ontsluiting met zoektermen.'

Collectievorming

De collectievorming is voor een groot deel afhankelijk van het beschikbare geld. Vraag en aanbod zijn altijd groter dan de financiële ruimte en 'soms moesten we met bloedend hart bezuinigen'. In 1982 besloot het College van Bestuur de UB niet langer zelf te financieren, maar het boekenbudget tot onderdeel te maken van de lump-sum financiering. Daarbij erkende het College dat boeken voor bijvoorbeeld Chemische Technologie een stuk duurder zijn dan literatuur over Bestuurs- of Technische Bedrijfskunde. 'Faculteiten kunnen zelf bepalen hoeveel geld ze in boeken willen steken. Dat is heel gunstig gebleken voor het aanschafbeleid. De afzonderlijke faculteiten besteden samen meer geld dan het CvB ooit heeft gedaan. Een goede ontwikkeling wat mij betreft. Vooral de technische faculteiten kunnen makkelijk tienduizend gulden geven voor boeken, omdat ze een hoog budget hebben voor apparatuur. Voor Bestuurs- en Technische Bedrijfskunde is dat een stuk moeilijker', is de ervaring van Skaliks. 'Hoofddoel van de UB is steeds de collectievorming voor studenten en medewerkers geweest en aan de UT is dat prima in orde. De aard van de collecties is nog steeds een weerspiegeling van onderwijs en onderzoek. De grote collecties kunst en literatuur komen nog uit de tijd dat er ruime financiële middelen waren. Dat is tegenwoordig wel anders. '

Samenwerking

In de ruim vijfentwintig jaar dat Skalis aan de UT verbonden is geweest heeft hij de meeste faculteitsbibliotheken zien ontstaan, verhuizen of uitbreiden. Voor de toekomst zou een hechtere samenwerking tussen het Centrum voor Informatie Voorziening (CIV) en de Universiteitsbibliotheek hem niet verbazen. 'Ik kan me zelfs voorstellen dat ze samen zouden gaan. Ze hebben altijd goed samengewerkt en bijten elkaar niet, vullen elkaar juist aan. De UB zorgt voor het gebruik van en zoeken in bestanden en CIV levert de technische capaciteiten.'

Wat Skaliks in de toekomst gaat doen weet hij nog niet precies, maar boeken en techniek zullen zeker een rol blijven spelen. 'De afgelopen maanden zat ik een ambivalente toestand. Half op de UT en half thuis. Maar dat moet na vandaag afgelopen zijn. Ik heb nog een grote collectie grammofoonplaten, mijn vrouw enik willen meer reizen, er staan in de 32 meter boekenkast nog heel wat exemplaren die ik niet gelezen heb en ik wil een studio inrichten waar ik videofilms kan monteren.'

Ir. Manfred Skalis neemt donderdag 14 maart (vanmiddag dus) van 15.00 tot 18.00 uur afscheid tijdens een receptie in de Sociëteit van de Bastille.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.