De geringe animo van meisjes voor exacte vakken is geen natuurwet, maar hangt samen met het `saaie' imago dat deze vakken al op school hebben. Het is hard nodig dat deze beeldvorming verbeterd wordt. Daarbij is een sleutelrol weggelegd voor de lerarenopleidingen, maar tot nu toe komt daar nog weinig van terecht. Dat zegt Sylvia van der Werf, leider van het project `wiskunde en emancipatie' dat in december bij de Hogeschool Holland is afgerond met een korte discussiemiddag. Van der Werf ziet voor de lerarenopleidingen een reeks mogelijkheden om te zorgen dat het onderwijs in exacte vakken aantrekkelijker wordt voor meisjes.
Zo moet er meer aandacht komen voor het `nut' en de praktische kanten van het vak, want juist daaraan blijken meisjes veel waarde te hechten. Uit een inventarisatie bij acht van de tien lerarenopleidingen wiskunde in het hbo blijkt dat de meesten nu nog zeer weinig aandacht besteden aan de positie van vrouwen in het vak. Men besteedt er hoogstens een lesuurtje aan. Ten onrechte, vindt Van der Werff. Want juist de lerarenopleidingen kunnen volgens haar een rol spelen om de animo van middelbare schoolmeiden voor de exacte vakken te vergroten.
Op school laten veel meisjes zich volgens Van der Werff afschrikken door het 'saaie, moeilijke' imago van het vak en het onduidelijke nut ervan. Als tegenwicht zouden leraren moeten laten zien dat wiskunde wel degelijk te maken heeft met het dagelijks leven, bijvoorbeeld door meer practicum te houden.
