De compositie van Van Beurden (1933) is gebaseerd op een oud lied van de Lakota-indianen (Noord-Amerika). Moraal van dit lied is, dat de aarde zonder de mens kan bestaan, maar de mens niet zonder de aarde. Fragmenten uit het lied dringen door in de ruimte die ontstaat, wanneer het strijkorkest de wijd uitgeschreven citaten uit de Lamentations van Orlando Lassus spelen.
De compositie is een samenspel tussen orkest en solist. Er is echter geen sprake van een solo-instrument dat door een orkest begeleid wordt in de klassieke zin van het woord. In alle geledingen van het orkest wordt er met elkaar en met het solo-instrument geconcerteerd.
De solist is zoals ieder jaar een jonge, veelbelovende musicus. Dit jaar krijgt sopraan-saxofonist Roy Hovens de mogelijkheid in samenspel met een orkest zijn kunnen te laten zien. Hij studeerde in 1993 af aan de conservatorium in Maastricht als Docerend musicus en studeert nu verder aan het conservatorium in 's Gravenhage als Uitvoerend musicus. Hij won diverse prijzen, waaronder de Prijs Nederlands Werk van het Tromp Muziek Concours 1994.
'Symphonic Dances from West Side Story' (1961) is een soort muzikale samenvatting van de West Side Story eveneens gecomponeerd door Bernstein. Men zal er de overbekende melodieën en wilde ritmen in terugherkennen, van deze beroemde musical over het tragisch liefdespaar Tony en Maria.
In de 'Symphonie fantastique' verhaalt Berlioz zijn publiek van zijn gevoelstoestand tussen 1827 en 1830. Na een bezoek aan een Shakespeare-voorstelling wordt hij op slag verliefd op de Ierse hoofdrolspeelster Harriet Smithson. Zijn liefde blijft echter onbeantwoord, zelfs onopgemerkt. In de muziek verheerlijken de eerste drie delen de geliefde. In het vierde en vijfde deel weerklinkt echter deceptie. Zijn geliefde is vervormd tot een gemene, triviale en groteske danswijze. Het stuk heeft hem uiteindelijk toch de vrouw van zijn dromen opgeleverd. Drie jaar na de eerste uitvoering trouwde hij met haar.
Het NSO werd in 1952 opgericht door verschillende studenten-muziekverenigingen uit heel Nederland. Doel was om studenten uit verschillende universiteitssteden de gelegenheid te bieden samen te musiceren op een hoger muzikaal niveau. Bovendien zou het NSO, mede dankzij de grote bezetting studenten de kans bieden om grotere symfonische meesterwerken te spelen.
Ieder jaar wordt door middel van audities bepaald, welke studenten meedoen. De dirigent van dat jaar speelt daarbij een belangrijke rol. In principe wordt eerst geprobeerd het orkest te vullen met gewone studenten. Als dat bij sommige instrumenten niet lukt, dan wordt alsnog een beroep gedaan op geïnteresseerde conservatorium-studenten.
De repetities beginnen met een gezamenlijk weekend in Bergen (NH). In januari volgt een intensieve repetitie-periode van tien dagen. Direct daarna begint de toernee, van eveneens tien dagen. Daarbij wordt naast de belangrijkste Nederlandse studentensteden ook altijd een stad in het buitenland aangedaan, dit jaar Brussel. Gezamenlijk treedt men op voor meer dan 10.000 mensen, en dat is niet slecht voor een gezelschap, dat grotendeels bestaat uit amateurs.
De optredens van het NSO zitten boordevol tradities. Mensen een kans bieden speelt daarbij een grote rol. Ieder jaar een nieuwe compositie, een jong veelbelovend solist, vaak een nieuwe dirigent. Maar ook in het feit, dat de opbrengst van de concerten ten goede komt aan de gevluchte en gehandicapte medestudent (Stichting UAF en Vereniging AVO).
Kaarten voor de voorstelling kosten f12,50 voor studenten (CJP/CK of OV-kaart) en f20,- voor alle anderen en zijn te verkrijgen aan de kassa van het muziekcentrum. Voorverkoop bij de portier van de Vrijhof'.
![]()