Multidisciplinaire ontwerp-opdracht

| Redactie

De UT heeft weer een primeur: een multidisciplinaire ontwerpopdracht voor gevorderde studenten van zeven technische opleidingen. Het experiment gaat komend trimester van start. Onderwijsdecaan dr. Bert Hanekamp van Technische Natuurkunde en faculteitsonderwijskundige dr. Willem van Woerden van Technische Bedrijfskunde zijn bijzonder benieuwd hoe het zal uitvallen.

voor gevorderde student

De multidisciplinaire ontwerpopdracht is bedoeld voor vierdejaarsstudenten van Technische Natuurkunde (TN), Technische Bedrijfskunde (TBK), Chemische Technologie (CT), Informatica (INF), Werktuigbouwkunde (WB), Elektrotechniek (EL) en Civiele Techniek & Management (CT&M). Zij kunnen kiezen uit acht opdrachten, variërend van het ontwerpen van een personenvervoerssysteem tot een gravitatiemeter die met een satelliet meekan. Opbrengst: zes studiepunten.

Van Woerden: 'Studenten van verschillende disciplines ontmoeten elkaar nu alleen in hun vrije tijd. Maar TBK-ers en TN-ers spreken een andere taal. Bedrijfskundigen zijn veel onnauwkeuriger dan natuurkundigen. Ze zullen zich zeker gaan storen aan elkaars gewoonten. Hoe kom je daar uit? Dan moet je nagaan hoe je in de loop der jaren hebt leren werken. Ik denk dat er conflicten zullen zijn, maar dat uiteindelijk begrip voor elkaar zal ontstaan.'

De multidisciplinaire ontwerpopdracht is door een werkgroep van de Centrale Commissie Onderwijs en met ondersteuning van het Onderwijskundig Centrum ontwikkeld voor het extra vijfde studiejaar voor vijf technische opleidingen (waaronder niet TBK en CT&M). Van Woerden: 'De bedoeling van het extra vijfde jaar is niet extra stof aan te bieden, maar het verwerken en toepassen van kennis. Dus de vraag was: hoe kun je activiteiten bedrijven die de student beter maatschappelijk voorbereiden zonder extra kennis toe te voegen?' Het gaat bij de multidisciplinaire ontwerpopdracht dus niet om inhoudelijke verdieping, maar om het aanleren van vaardigheden, waarvan werkgevers en afgestudeerden constateren dat die bij de huidige generatie ingenieurs in onvoldoende mate aanwezig zijn. 'Je wordt je bewuster van je eigen methoden, want je moet dingen uit jouw vakgebied uitleggen aan anderen.'

Integreren

'Eén ding moet dus worden voorkomen, dat wordt gezegd: jij kunt rekenen, jij hebt dáár verstand van, ieder voor zich. De groep dient de deskundigheid die ze in huis heeft te benutten en in het ontwerp te integreren.' Waarschijnlijk vindt ook geen individuele, maar een groepsbeoordeling plaats, ter benadrukking van het feit dat een groepsprestatie moet worden geleverd. Naast een ontwerp en een rapport dient ter afsluiting ook een presentatie plaats te vinden die meetelt bij de beoordeling.

De multidisciplinaire ontwerpopdracht moet de kroon worden op het projectonderwijs, dat momenteel binnen de UT steeds meer wordt ingevoerd. Hanekamp: 'Eerst moet je binnen de eigen opleiding kennis maken met het verschijnsel ontwerponderwijs en het werken in groepen. Daarna is het multidisciplinaire aspect nieuw.' Studenten in een groep laten werken aan een (ontwerp)opdracht is voor een aantal faculteiten een nog pril experiment, constateert Van Woerden. Hij hoopt daarom dat de multidisciplinaire ontwerpopdracht een stimulans is, 'een wiel waarmee het projectonderwijs wordt aangeslingerd'.

Studenten hoeven hun discipline overigens niet in hun eentje te verdedigen. De projectgroep bestaat uit koppels per opleiding. Er zullen dus steeds drie verschillende disciplines samenwerken. Tijdens het experiment komendtrimester is van elke participerende studierichting een begeleider aanwezig, waarvan er een de trekker is. Hanekamp: 'In de toekomst zal de begeleiding niet zo intensief kunnen zijn. Als proef is de inspanning acceptabel, daarvan kunnen we leren, maar daarna is het waarschijnlijk niet meer op te brengen.'

Er is nog gedacht aan het werken met echte (externe) opdrachtgevers, maar daar zitten toch wat haken en ogen aan. Hanekamp: 'Als de multidisciplinaire ontwerpopdracht straks echt verplicht zou worden gaat het om waanzinnige aantallen studenten, dan moet je heel wat projecten gaan formuleren. We zijn er nog niet uit hoe dat later zou moeten, misschien moeten we dan een coördinator aannemen.' Van Woerden: 'Bovendien is de verwachting van de opdrachtgever dat er iets bruikbaars uitkomt. Maar van een mislukt project kunnen studenten ook veel leren, daar hebben wij dus niet zoveel moeite mee.'

Vragen

De grensoverstijgende samenwerking roept bij medewerkers van de faculteit der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen interessante vragen op: Hoe zullen de ontwerpmethodologieën van de verschillende disciplines op elkaar aansluiten? Hoe zal de communicatie verlopen? Mocht blijken dat er sprake is van lacunes in voorkennis die een goede samenwerking in de weg staan, dan wordt volgend jaar geprobeerd die aan te vullen. Overigens is de werkgroep er niet uit of het aanreiken van handvatten wel de juiste weg is. Door schade en schande, vallen en opstaan leert men immers het meest.

Van Woerden denkt dat studenten meer op de onderwerpen van de projecten afkomen dan op het multidisciplinaire groepswerk. Als er veel belangstelling is, of een specifiek project zeer in trek is, kunnen groepen parallel aan het werk gaan. Dat is ook goed voor de concurrentie, meent Hanekamp. 'Maar ik verwacht niet dat er honderden studenten zullen komen. De opdracht omvat de helft van het derde trimester. Studenten zullen dus hun programma moeten aanpassen, het doorbreekt de planning een beetje.'

'Je krijgt waarschijnlijk de betere studenten en je werkt met de meest gemotiveerde begeleiders. In die zin zal het experiment vrij snel slagen.'

Een informatiebijeenkomst over de multidisciplinaire ontwerpopdracht vindt plaats op woensdag 17 januari om half vier 's middags in zaal drie van het Collegezalencomplex.


Bert Hanekamp (links) en Willem van Woerden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.