Dit jaar had wat dat betreft mooi kunnen beginnen. Voor vandaag stond de landelijke politiestaking gepland en dat leek mij een goede aanleiding om deze dag uit te roepen tot de dag van de anarchie. Dan hadden we het ongelijk van de waard kunnen aantonen. Het ongelijk van de zwartkijkers die menen dat zonder politie iedereen de boel in de fik zou steken, de babysitter zou verkrachten, de buurman zou vermoorden, en de bank zou overvallen. Eén dag anarchie zou voldoende zijn om te bewijzen dat het leven gewoon zijn gangetje zou gaan. Alleen een enkele voetbalwedstrijd zou worden afgelast, maar ach, als je eenmaal anarchie hebt, heb je ook geen voetbal meer nodig. Ik bedoel, sport ontleent er zijn bestaansrecht aan dat er op het veld dingen gebeuren die in de normale maatschappij worden bestraft. Een knappe advocaat die dat weet te veranderen.
Helaas, die knappe advocaat was er en de politiebonden bereikten een akkoord met de minister. Weg kans op anarchie! Van ellende ben ik afgereisd naar het noorden. Op de fiets naar het Klossebrugje en vanaf daar schaatsend over de uitgestrekte waterlanden in de Kop van Overijssel. In vrije slag. Want op het ijs gelden geen wetten, alleen normen. Op het ijs word je niet bekeurd wanneer je links rijdt, of een stoplicht negeert. En niemand die er de boel verziekt.
Anarchie in de Weerribben. Het paradijs in een Nationaal Park. In de schemer kom ik terug bij het Klossebrugje. Mijn fiets ligt er nog, niet eens op slot. Mijn schoenen staan er netjes naast. Mijn dag van de anarchie loopt uit tot twee volle weken. Vreedzame coëxistentie bij de gratie van een strenge vorst. Ik hoefde er alleen mijn schaatsen maar voor onder te binden.