'UT moet centrum opzetten
voor student-ondernemer'
De studenten Fiona Ting-A-Kee en Reina Raveles (Technologie & Management) onderzochten hoeveel belangstelling er onder UT-studenten voor het ondernemerschap bestaat en hoeveel studenten al een eigen bedrijfje hebben. Ook hebben ze geïnventariseerd welke behoeften en problemen bij deze studenten leven en hoe de UT hen de helpende hand zou kunnen bieden.
Tijdens hun onderzoek ontdekten Ting-A-Kee en Raveles 97 UT-studenten met een eigen bedrijf. Een schriftelijke enquête wees uit dat deze groep vooral behoefte heeft aan geschikte ruimte en faciliteiten, informatie en advies, kennis en informele netwerken en aan goede studieregelingen.
De twee gingen ook na in hoeverre instanties binnen en buiten de UT hulp kunnen bieden bij het oplossen van de problemen en behoeften waar ondernemende UT-studenten mee kampen. Zij pleiten voor een student-ondernemers-centrum dat ruimte en faciliteiten biedt en voor advies en voorlichting doorverwijst naar de kamer van koophandel en andere instanties.
Er moeten studieregelingen komen die het mogelijk maken om bedrijfsopdrachten en andere ondernemende ervaringen om te zetten in studiepunten (bijvoorbeeld ondernemerschap als minor). Daarnaast is het nuttig om een vereniging van student-ondernemers op te zetten die activiteiten organiseert en helpt bij het leggen van bedrijfscontacten.
Achtergrond van het onderzoek, dat op 9 december wordt gepresenteerd, was dat de UT haar profiel van ondernemende universiteit voor studenten niet waarmaakt. Op dit moment bestaan alleen regelingen voor medewerkers, afgestudeerden en promovendi die een eigen bedrijf willen starten.
Stimulering van student-ondernemerschap kan de campus echter aantrekkelijker maken. Het kan bovendien een manier zijn om de sociale en maatschappelijke vaardigheden van studenten te verbeteren. En tenslotte kan het opzetten van een eigen bedrijf een optie zijn voor al die studenten die vanwege hun steeds krappere studiebeurzen moeten bijverdienen.
