campus- Campus moet faculteit voor academische vorming zijn.
democratie op de campus- Het is niet aan de csr om een precieze invulling van de bestuursstructuur op de campus te geven. Dat moet de campus zelf doen.
internationalisering- Is een middel om studenten beter te kunnen ontplooien. Mag geen doel op zich zijn.
relatie universiteit/bedrijfsleven- Zou beter kunnen door invoering van twee of drie 'werkmomenten' in de studie, bijvoorbeeld stages.
onderwijs- Moet flexibeler worden, zowel wat betreft inhoud als wat betreft lengte. Projectonderwijs hooguit in het eerste jaar en niet zo stringent als nu het geval is.
concrete actiepunten- Studiepunten voor bestuurswerk, onderwijsflexibilisering (meer teleleren, meer tentamenmogelijkheden) en werken aan cultuurverandering.
koppeling onderwijs en onderzoek- Mag nooit ten koste gaan van kwaliteit van het onderwijs. Liever aparte docenten voor het onderwijs dan onderzoekers, die er eigenlijk geen zin in hebben.
activisme- Cruciaal voor academische vorming. Nevenactiviteiten zouden onderdeel van studie moeten zijn. Activisme moet vanzelfsprekend zijn, geen uitzondering.
afstudeersteun- Zou eigenlijk niet nodig moeten zijn wanneer activisme een integraal onderdeel van langere studie is.
gedeelde of ongedeelde structuur- Ongedeelde structuur werkte prima. (Eventuele) nadelige gevolgen van deling moeten worden ondervangen door intensieve samenwerking tussen (c)sr en (c)or. In de toekomst liever weer ongedeeld.
major/minor- CaBaal staat drie componenten voor: major/minor aangevuld met algemeen vormend onderwijs (nu W&M). In deze laatste component kunnen studiepunten worden ingevuld met bijvoorbeeld bestuurswerk.