U-raad en SRD wilden dat de invoering van de nieuwe structuur (aparte raden voor studenten en medewerkers) zou worden stopgezet totdat er een uitspraak lag over hun beroepschrift tegen de keuze voor gedeelde medezeggenschap. Zij reageerden teleurgesteld op het besluit van de rechtbank.
Vooral de motivatie kwam hard aan. De rechter schrijft dat een breed draagvlak binnen de organisatie geen absoluut vereiste is om tot een verantwoorde stelselkeuze van medezeggenschap te komen. Het ontbreken van draagvlak is juist een belangrijk argument van U-raad en SRD tegen de gedeelde structuur. Een 'kwalijke zaak' vindt DD-fractievoorzitter Hans Weber. 'Als je iets nieuws gaat starten moet daar toch zeker draagvlak voor zijn. Medewerkers en studenten moeten die raden immers bemensen.'
De rechter ziet verder niet in waarom de splitsing van studenten en medewerkers onoverkomelijk zou zijn. Evenmin kan het college worden verweten niet de 'vereiste zorgvuldigheid' te hebben betracht bij de voorbereiding van het besluit.
Daarmee vervallen de belangrijkste pijlers onder het beroepschrift, erkennen de verschillende betrokkenen. U-raadsvoorzitter Nico van Eck denkt dat het beroepschrift nu 'geen schijn van kans' meer maakt. KPS-fractievoorzitter Kees Eijkel vindt dat U-raad en SRD nog steeds een terechte strijd voeren. 'Maar als de kansen op succes gering zijn, moeten wij daaraan onze conclusies verbinden.' Collegelid Frits Schutte noemt de uitspraak terecht. 'Ik had er eerlijk gezegd ook niet aan getwijfeld.'
Het beroepschrift van SRD en U-raad is al in een eerder stadium door de rechtbank doorverwezen naar de (pas onlangs ingestelde) tijdelijke commissie voor geschillen inzake universitaire medezeggenschapsaangelegenheden. De verschillende partijen gaan ervan uit dat deze zich in belangrijke mate zal laten leiden door de uitspraak van de Almelose rechter.
Advocaat Wouter Pors van de U-raad en de SRD heeft steeds gesteld dat niet de geschillencommissie maar de rechtbank in deze zaak bevoegd zou zijn. Nu de rechtbank zo negatief heeft geoordeeld, biedt ook dit verweer weinig perspectief. Schutte: 'Ik hoop eigenlijk dat U-raad en SRD dit inzien en samen met het CvB prospectief de medezeggenschap invullen, in plaats van tijd (en dus veel geld) te verdoen met dit soort procedures.'
Schrale troost voor U-raad en SRD is dat de rechtbank hen niet tot de proceskosten heeft veroordeeld. Volgens de rechter hebben zij geen 'verwijtbaar onnodig' gebruik gemaakt van het procesrecht.
