Bakker wijst erop dat minister Ritzen twee jaar geleden al heeft toegezegd dat hij opleidingen zou verplichten tot het afgeven van vergelijkbare cijfers. De minister deed dat als reactie op een motie van D66 en PvdA. 'Maar', aldus Bakker, 'Ik begrijp nu dat er van die toezeggingen nog weinig terecht is gekomen.'
Aanleiding voor de stellingname van D66 is een artikel dat NRC Handelsblad vorige week wijdde aan de onbetrouwbare cijfers die veel opleidingen over het `studierendement' verspreiden. De universiteiten hebben wel een richtlijn afgesproken om die cijfers eerlijk te berekenen, maar lang niet alle opleidingen blijken zich eraan te houden. In het hbo ontbreekt zelfs zo'n richtlijn. Ook de onderwijsinspectie stelde dit jaar weer vast dat opleidingen geen vergelijkbare cijfers produceren.
Het D66-Kamerlid vindt het nu tijd om de minister aan te spreken. Hij heeft de Vaste Kamercommissie voor onderwijs voorgesteld snel een debat met Ritzen te vragen. En omdat het een niet-uitgevoerde toezegging aan diezelfde Kamer betreft, denkt hij dat dat debat er wel komt. Volgens Bakker moeten instellingen nu snel verplicht worden om de slaagpercentages volgens een vaste methode te berekenen. 'Dat is belangrijk als verantwoording naar de overheid, maar ook voor aanstaande studenten.' Hij wil bovendien dat studentenorganisaties een controlerende rol krijgen bij de publicatie van deze cijfers.
Overigens is de vereniging van universiteiten (VSNU) dan een jaar bezig met een project dat vergelijkbare rendementscijfers per opleiding moet opleveren, maar de materie schijnt taai te zijn. VSNU-voorzitter Meijerink stelde vorige week nog in een interview dat hij zich 'wil inspannen' om deze gegevens voor studenten beschikbaar te stellen.