De technische universiteiten schrijven alledrie meer studenten in dan vorig jaar. Maar het is twijfelachtig of de late actie met beurzen voor techniekstudenten daaraan veel heeft bijgedragen.
De stijging van het aantal eerstejaars aan de technische universiteiten komt voor het grootste deel op conto van de informatica-studies, die een kwart tot de helft meer aanmeldingen mogen noteren. In Eindhoven en Twente is informatica verreweg de grootste groeier, in Delft is de studie tweede, na het verwante technische bestuurskunde, dat een verdubbeling van het aantal aanmeldingen tot 160 kreeg te verwerken.
Dat juist informatica zo hard groeit is geen verrassing. De sector trok dit jaar met kracht aan de bel vanwege het nijpende tekort aan arbeidskrachten. De TU's zetten informatica dan ook bovenaan het lijstje van studies waar beurzen mee te verdienen vielen.
Of het de beurzen zijn die de eerstejaars over de streep trokken, is echter de vraag. De vier andere studies waar Delft beurzen voor beloofde (civiele techniek, electrotechniek, scheikundige technologie en werktuigbouwkunde) noteren allemaal verlies.
Eindhoven koppelde naast informatica alleen electrotechniek aan een beurs en wordt daarvoor beloond met een lichte stijging van het aantal. Omdat Delft en Twente fiks inleveren, is elektrotechniek landelijk gezien echter toch de grootste verliezer.
In Twente valt vooral de groei van toegepaste wiskunde op (elders fors in de min), maar voor deze studie waren merkwaardig genoeg slechts drie beurzen beschikbaar - tegen bijvoorbeeld 35 voor werktuigbouwkunde, dat niettemin met een terugslag te maken kreeg. Enige correlatie van betekenis tussen stijgende studentenaantallen en techniekbeurzen valt kortom niet te bespeuren.
