Een 'verwante organisatiecultuur' en een 'vrijwel identiek bestuursconcept' vormen de basis van de strategische alliantie tussen UT en VU. Bij de samenwerking zullen ook ziekenhuis Medisch Spectrum Twente en revalidatiecentrum Het Roessingh, die reeds nauwe contacten onderhouden met de VU, betrokken worden, alsmede van VU-zijde de Faculteit der bewegingswetenschappen. De geneeskunde-stroom bij Technische Bedrijfskunde, het UT-onderzoek naar 'het ziekenhuis van de toekomst' en de diverse biomedische activiteiten binnen de UT lijken ook goed inpasbaar in het samenwerkingsverband met de VU, dat beschikt over een academisch ziekenhuis.
CvB-voorzitter dr. G. Noomen van de Vrije Universiteit, die zijn rede geheel wijdde aan nut en noodzaak van universitaire samenwerking, zei ook dat de contacten tussen de Twentse vakgroep Ontwikkelingskunde (VOK) en de dienst Ontwikkelingssamenwerking van de VU, veelbelovende perspectieven bieden. Op het terrein van milieu en biofysica liggen volgens Noomen eveneens aantrekkelijke mogelijkheden.
'Het gaat om complementaire samenwerking tussen techniek en theorie, tussen kunnen en kennen. Naar onze mening kan een gezamenlijke inspanning een versterking betekenen van het onderwijs en onderzoek op de HOOP-gebieden Natuur, Techniek en Milieu.' (in het HOOP kondigt de minister zijn beleidsplannen voor de komende jaren aan, red.).
Van Vught betoogde dat de UT academische vorming een nieuwe impuls gaat geven met het reeds eerder aangekondigde major-minor concept. De kerngedachte achter dit nieuwe onderwijsconcept is dat een UT-student naast een hoofdstudie in een vakgebied (de major) ook in aanraking komt met geheel andere vakgebieden (de minor). 'De student moet worden geprikkeld het maximale uit zijn of haar capaciteiten te halen'.
Minder informatief was Van Vught over de campus. In het kader van wat hij noemde 'ondernemend studeren' vertelde hij dat de campus, wat hem betreft, wordt omgevormd tot 'één groot experimenteerterrein waar onze studenten kunnen oefenen met het opzetten van allerlei activiteiten. Daarmee kunnen ze, in aanvulling op hun studie, ervaringen en vaardigheden opdoen die hen na de studie van pas kunnen komen.' De commissie die de merites van de campus onderzoekt komt over een paar weken met een eindrapport.