Sinds mijn komst in Twente in 1992 voer ik strijd tegen de ieder jaar aanwezige veronderstelling bij de aankomende student als zou een biertje na een inspannende sportprestatie dan wel een borrel na een interessant symposium een voldoende vervanging zijn voor deelname aan een gezelligheidsvereniging. Sport- en studieverenigingen die deze veronderstelling voeden slaan de plank mis. Dat dit een waardeoordeel zou inhouden over de onderscheidende missies van studentenverenigingen, studieverenigingen en sportverenigingen acht ik een hypergevoelig standpunt. Mijn betoog pleit voor deelname aan alle drie genoemde activiteiten, waarbij ik er vanuit ga dat bij een nieuwe universiteit het bestuur allereerst voor de oprichting van studieverenigingen moet zorgen en daarna voor studenten- en sportverenigingen. Jammer dat de Arago bestuursleden zich niet hierover lieten horen in het gewraakte, helaas wat ingetogen, Fact-debat. Een open brief is een onnodige omweg. Laten wij samen troost zoeken bij de klassieke tekst van de evangelist: 'Zij die na ons komen zijn beter dan wij'.
B. Veltman