Leden van de nieuwe raden van toezicht gaan met hun werk twintigduizend gulden per jaar verdienen. De voorzitters van de raden krijgen nog vijfduizend gulden meer. Dat heeft het kabinet besloten.
Hoeveel werk de toezichthouders voor dat geld moeten verzetten, is nauwelijks te zeggen. Minister Ritzen heeft ooit gezegd dat ze waarschijnlijk een dag per maand voor hun werk moeten uittrekken. Maar sommige raadsleden denken met vier vergaderingen per jaar al klaar te zijn. Hun honoraria moeten worden betaald door de universiteiten zelf.
De invoering van een raad van toezicht aan elk van de tien openbare universiteiten vloeit voort uit de MUB, de nieuwe wet op de universitaire bestuursstructuur. De raad van toezicht neemt op grond van die wet bevoegdheden over die nu nog de minister van Onderwijs heeft, zoals het benoemen van het college van bestuur. Ook heeft de raad een stem in het langetermijnbeleid van de universiteit.
De raden van toezicht worden vooral bevolkt door topmanagers uit het bedrijfsleven (zoals Herkströter van Shell en Boonstra van Philips). Ook een aantal oud-ministers (Deetman, Nijpels, Van den Broek, Van Thijn) is lid geworden van een raad van toezicht.
