Studies aan een universiteit hoeven niet per se vier jaar te duren. En universiteiten moeten meer vrijheid krijgen om zelf te bepalen hoeveel collegegeld zij van hun studenten vragen.
Dat schrijft de vereniging van universiteiten VSNU in een discussiestuk. De universiteiten vinden de door de overheid voorgeschreven cursusduur van vier jaar een keurslijf dat `academische vorming' in de weg staat. 'De nieuwsgierigheid, leergierigheid en inspiratie die daarbij horen, laten zich niet de wet voorschrijven door de kalender', schrijft de VSNU
in zijn notitie.
De universiteiten bepleiten veel soepeler regels. Met elk van haar studenten zou de universiteit een contract moeten sluiten waarin onder meer vastgelegd wordt hoe snel een student gaat studeren. Als hij zijn studie wil onderbreken of er een baantje naast wil nemen, kan dat. Hij smeert zijn studie dan gewoon over meer dan vier jaar uit.
Nu nog staat het studiefinancieringsregime zulke variaties in studietempo in de weg. Studenten die langer dan vier jaar studeren, krijgen geen beurs meer. En wie niet binnen zes jaar een diploma haalt, moet zelfs de eerder ontvangen beurs terugbetalen. Alleen techniek-studenten mogen er nu een jaar langer over doen.
In het studiecontract dat de VSNU voor ogen heeft, worden ook afspraken gemaakt over het collegegeld. De universiteiten willen de hoogte daarvan binnen zekere grenzen zelf bepalen. Met een hoger collegegeld kan een student dan bijvoorbeeld intensieve begeleiding of verschillen in werkvormen `kopen'. De bedoeling is echter niet dat er goedkope slechte en dure
goede studies ontstaan, aldus de notitie.
Zo'n studiecontract maakt veel door de overheid opgelegde wetten overbodig, stelt de VSNU, en dat lijkt haar wenselijk. Zo wil zij ook dat de universiteiten meer vrijheid krijgen bij het starten van nieuwe opleidingen. Als een universiteit in een bepaalde sector al onderwijs geeft, zou zij niet verplicht moeten zijn voor elke nieuwe opleiding in die sector opnieuw
toestemming van de overheid te vragen.
