Er zijn twee Enschede's. Het ene is de voormalige textielstad die de neergang van de bedrijfstak nooit te boven is gekomen. Bij dat beeld passen grauwe flatcomplexen in wijken als Deppenbroek en lompe jaren-zestig stedenbouw. Tekenend voor het hoge Aldi-gehalte van de stad is het Van Heekplein, een winderig hellehol dat op marktdagen volstroomt met Duitse shoppers.
Het andere Enschede is een in een fraai coulissenlandschap gelegen levendige stad met ambities. Een stad met high-tech bedrijvenparken, universiteit, hogeschool, kunstacademie en conservatorium, een groot ziekenhuis met straks een hartkliniek, musea, een bruisend cultuur- en uitgaansleven en een nieuw stadion in aanbouw, bestemd voor eredivisionist FC Twente.
Burgemeester J. Mans ziet de toekomst zonnig in. Twentestad start wellicht in 1999. En de Euregio krijgt steeds meer inhoud. 'De spoorlijn naar Münster wordt heropend. Binnen twee jaar is de A35 aangesloten op de A31 naar het Ruhrgebied. Er liggen nog maar drie bezwaarschriften. We staan klaar met de schop.' Tja, alleen die werkloosheid van 14 procent.
Ondanks import van medelanders uit alle windstreken is de tukker-aard bij de locals nog volop herkenbaar. Vriendelijk en wantrouwend, nuchter en bot, wars van weelde en rare fratsen, mensen die makkelijk tegen je aanlullen maar niet gauw hun ziel en zaligheid op tafel zullen leggen.
Burgemeester Mans zit er niet mee. Bij zijn overkomst vanuit Kerkrade was van een cultuurschok geen sprake. 'Ik voel me hier heel senang. Enschede is net als Kerkrade grensstad. En van die tukkers heb ik al veel warmte mogen ontvangen. Als je je openstelt voor wat er is, voel je je hier heel snel thuis. Veel mensen die hier terecht komen gaan nooit meer weg.'
Het winkelcentrum is welvoorzien, tenzij je naar echt exclusieve artikelen op zoek bent. Dit is een stad zonder Bijenkorf. Maar met één serieuze boekhandel (Broekhuis), een stel coffeeshops met ouderwetse reggaemuziek en uitstekende wiet en in de Hofstraat condomerie 't Hofje.
Uitgaan kan prima in de 'gezelligste studentenstad van Nederland'. Altijd prijs zijn de vele cafés en terrassen rond de Oude Markt. Iets verderop is het morsige bohémienlokaal Het Bolwerk waar nog bebaarde jaren-zestig intellectuelen en lokale dichters zijn te bewonderen.
Een culinair Walhalla is Enschede niet, maar je kunt exotisch eten en veel cafés bieden goedkope dagmenu's, zoals Atrium, Chaplin, De Kater, Graffity Café en Eetcafé Sam Sam. Bij Pinoccio scoren studenten hun pizza.
Als je daarna dóór wil: swingen kan in La Conga of De Kapsalon. Alternatiever is Korsakof. Wie hieraan niet genoeg heeft kan, al dan niet met een pilletje, over de grens housen in megadisco's als Sac in Uelsen of Index in Bad Bentheim, waar je ook een kansje kunt wagen in het casino.
Enschede beschikt over een heus Muziektheater met prima akoestiek (thuisbasis van Opera Forum en Orkest van het Oosten) en drie theaters: Stadsschouwburg, Concordia en het intieme Vestzaktheater. En niet te vergeten: De Vrijhof op de campus. Onmisbaar is de morsige poptempel Atak aan de Noorderhagen waar de habitués elke denkbare subcultuur uitdragen.
Het mooiste museum is Rijksmuseum Twente, vorig jaar door architect Ben van Berkel verbouwd. Je kunt er een fraaie Saenredam, 17de-eeuwse tulpenvazen en werk van veel hedendaagse kunstenaars bewonderen. Verder het in de voormalige spinnerij Jannink gevestigde Museum Jannink, dat wonen en werkenin Twente als thema heeft, en Natuurmuseum Enschede, voor stenen, fossielen en diorama's. Aan het plafond de onderkaak van een blauwe vinvis.
O ja, er is nog een derde Enschede, dat van de verbeelding. Daarvoor moet je het centrum uit, naar de Nicolaas Beetsstraat waar kunstenaar Adriaan Schalken met afvalmateriaal, planten, vissen en vogels een barok
'Gesamtkunstwerk' heeft geschapen. Je kunt er wat lezen en een kopje koffie of thee drinken. Het heet Het Paradijs en dat is het ook wel een beetje.