Helft van alle studenten moet voor studie de grens over

| Redactie

In de nabije toekomst moet minstens de helft van de UT-studenten voor stage, afstudeeropdracht of vakken een tijdje de grens over. Ook dient de instroom van buitenlandse studenten te stijgen tot vijfhonderd per jaar. Dit blijkt uit een beleidsnota die het college van bestuur afgelopen donderdag op hoofdlijnen heeft vastgesteld. Het CvB wil volgend jaar 8,6 ton extra uittrekken voor internationalisering.

In totaal zijn voor de komende vier jaar vijf concrete doelen geformuleerd. Naast de twee genoemde wil het college ten minste vijf Engelstalige master-opleidingen realiseren, bij voorkeur in samenwerking met andere Europese universiteiten. Ook moet het aantal internationale publicaties en citaties, vooral op het gebied van de UT-onderzoekzwaartepunten, toenemen. Ten slotte wordt gestreefd naar een uitbreiding van het aantal internationale congressen, seminars en summer courses.

Doel van deze inspanningen is volgens de Beleidsnota Internationalisering 'een prominente plaats voor de UT op de hoger onderwijs landkaart'. Dit moet worden gezien als een middel om het hoofd te bieden aan de 'bedreigingen' waarmee de universiteit in de (nabije) toekomst wordt geconfronteerd. Daarbij gaat het om de teruglopende studentenaantallen en de verschuivingen in de bekostiging van onderzoek.

Volgens het college vormt internationale studentmobiliteit en internationalisering van onderwijs en onderzoek geen 'coherent geheel' in het beleid van faculteiten en instituten. Het CvB wil daar samen met de decanen verandering in brengen. Hiervoor is ook meer informatie nodig. Voortaan moeten internationale activiteiten van onderzoekers en studenten (nauwkeuriger) worden geregistreerd.

Een deel van het beleid zal er op gericht zijn 'verborgen kwaliteiten' van de UT (beter) zichtbaar te maken. De goede tot zeer goede beoordelingen van (inter)nationale visitatiecommissies wil het college bijvoorbeeld 'verzilveren' door internationale vergelijking, benchmarking, en erkenning, accreditatie. Ook zou in de studievoorlichting en in gesprekken met werkgevers meer aandacht moeten worden besteed aan de grote studentmobiliteit op de UT. Bij sommige opleidingen gaat de helft van de studenten al voor een studie-onderdeel naar het buitenland.

Om de kosten te beperken wil het college vooral gebruik maken van samenwerkingsverbanden. Zo werkt de UT binnen het European Consortium of Innovative Universities (ECIU) aan de ontwikkeling van master- en PhD-opleidingen en cursussen. Bedoeling is hierbij zo veel mogelijk te putten uit bestaande modules. Daarnaast wordt binnen het ECIU gedacht aan gezamenlijke onderzoekvoorstellen. Streven is dit consortium te koppelen aan andere netwerken. Goede mogelijkheden zijn volgens de nota een associatie van zestien 'onderzoek'universiteiten in Azië en een in opbouw zijnd netwerk in zuidelijk Afrika.

In het potje 'Centrale Stimulering Internationalisering' was voor 1998 al 1,3 miljoen gulden gereserveerd. Het college wil daar nog een schepje bovenop doen. Onder meer moet extra geld worden uitgetrokken voor mobiliteit van docenten en onderzoekers en het aantrekken van buitenlandse toponderzoekers. Ook wordt gedacht aan het opzetten van een 'editing service', om de kans op publicatie van wetenschappelijke artikelen in gerenommeerde tijdschriften te vergroten.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.