De chauffeur gelooft je niet, dat is erg. Vooral omdat je het meent en uit paniek niets kunt zeggen. Met de kaarten en het biertje nog in de hand zien we ac hter ons dat de aanhanger zich langzaam van de camper verwijdert. Het ding vliegt een paar keer over de kop en komt met een enorme klap tot stilstand. De dissel, het laatste stukje aanhanger dat nog werkt, veroorzaakt een vonkenregen waarvan de schoonheid veel later pas gewaardeerd wordt. Eindelijk gelooft ook de bestuurder je verhaal en gaat de camper aan de kant. Wat nu?
Terugrennen naar de aanhanger: slopende meters, denkend aan dood en verderf. Minuten later beseffen we ons geluk: de kar heeft niemand geraakt noch is de politie gebeld. Een vreselijk fout beladen aanhanger - de dissel is door drie man op de trekhaak geduwd - en niemand is verzekerd. 'Niet nodig'. Dus ook niemand die je helpt, helaas. Ik heb mijn biertje nog in de hand, dat ik omruil voor een peuk.
Een creatieve oplossing is noodzakelijk. Vier surfplanken in het gangpad, een boel bagage in de hoekjes en gaatjes, en het laatste stukje mannen-vakantie afmaken zoals het hoort: met een stoer verhaal. Nummerbord van de aanhanger slopen, het ding onder luid gejuich de sloot ingooien en verder rijden.