De belangstelling voor de klassieke bètastudies wis-, natuur- en scheikunde zakt niet meer. Voor de traditionele techniekstudies daalt de animo nog wel. Dit blijkt uit de vooraanmeldingscijfers.
Bij vrijwel alle exacte opleidingen - behalve geneeskunde - is het aantal eerstejaars de laatste jaren scherp gedaald. Dat gold zowel voor de technische als de algemene universiteiten. De enige opleiding die vorig jaar al herstel vertoonde was informatica, dat profiteert van de huidige Internet- en multimedia-hausse. Tegelijkertijd begon biologie, dat jarenlang populair bleef, wat terug te vallen.
Op dit moment doet zich echter een kentering voor bij de als 'bedreigd' beschouwde klassieke bètastudies. Voor wis-, natuur- en scheikunde is het aantal aanmeldingen even groot als vorig jaar. De belangstelling voor sterrenkunde is zelfs met 15 procent gestegen.
In totaal ligt het aantal vooraanmeldingen voor de Nederlandse universiteiten 6 procent lager dan vorig jaar. De UT scoort met een afname van 5 procent iets beter dan gemiddeld. Voor Delft is de belangstelling met 13 procent gedaald. De TU Eindhoven loopt in de pas met het landelijke gemiddelde.
Ook bij de drie tu's krimpen wis- en natuurkunde niet meer. Maar de meer industrieel gerichte opleidingen als chemische technologie, werktuigbouwkunde, elektrotechniek en civiele techniek zijn nog steeds uit de gratie. Gemiddeld ligt de belangstelling voor deze studies ruim 20 procent lager dan vorig jaar.
De klassieke bètastudies boeken dus terreinwinst op de typische techniekstudies. De oorzaak kan niet liggen in het gevecht rond het vijfde studiejaar, waarin de algemene universiteiten dit jaar een tegenoffensief voerden. Want het herstel van wis- en natuurkunde doet zich zowel bij algemene als technische universiteiten voor. Eerder lijkt de naar industrie en vuile handen riekende techniek de studenten af te schrikken.
Of er echt van een ommekeer ten gunste van de fundamentele natuurwetenschappen sprake is, moet de komende jaren blijken. Vergeleken met 1995 zien zowel technische als bètastudies het aantal aanmeldingen toch nog met 15 tot 40 procent dalen. Over een langere periode is de animo voor studies als scheikunde en elektrotechniek zelfs al meer dan gehalveerd. De enige echte uitzondering is informatica: zowel de 'algemene' als de technische variant van deze studie telt nu 35 procent méér aanmeldingen dan twee jaar terug.
