Stormloop op programma milieutechnologie

| Redactie

Een nieuwe subsidieregeling van de ministers Ritzen en Wijers voor milieutechnologische innovatie is een groot succes aan het worden. Onderzoeksinstellingen en bedrijven hebben 119 plannen voor 'doorbraken' naar een duurzame samenleving ingediend. Na een zware selectie zijn er nu dertien plannen goedgekeurd. Bij de meeste zijn ook universitaire onderzoeksgroepen betrokken. Ook Twentse procestechnologen zijn van de partij.

Bij de lancering in 1995 was voor het programma Economie, Ecologie en Technologie (EET) twintig miljoen gulden uitgetrokken. Vanwege het grote aantal veelbelovende plannen hebben de bewindslieden dat bedrag verhoogd tot 50 miljoen. Inclusief bijdragen van aanvragers is met de nu goedgekeurde projecten bijna negentig miljoen gulden gemoeid. Intussen is er een tweede subsidieronde gestart waarin nog eens 40 miljoen te verdelen valt.

Doel van de subsidieregeling is om bedrijven en instellingen aan te zetten tot onderzoek naar concrete technieken die 'een brug slaan' tussen economie en ecologie. Dat doel heeft blijkbaar veel onderzoekers aangesproken.

Van de technische universiteiten is Delft bij tenminste drie projecten betrokken. Het instituut voor windenergie werkt mee aan een plan voor windmolenrotors die versterkt zijn met plantaardige vezels; dat maakt de produktie zowel goedkoper als milieuvriendelijker. Industrieel ontwerpers gaan met TNO en fornuizenfabrikant Atag 'ecologische' keukenapparatuur ontwikkelen die bijvoorbeeld minder energie verbruikt en makkelijker schoon te houden is, maar ook ontworpen is op hergebruik van materialen.

In Delft start, met bijdragen uit Twente (onderzoeksgroep Procestechnologie, CT) en van chemie- en kunstmestbedrijven, ook een onderzoek naar nieuwe scheidingsapparatuur om vooral zware metalen uit afvalwater te halen. De apparatenbouwers en procestechnologen willen binnen tien jaar compleet nieuwe membraan- en ionenwisselingstechnieken in praktijk brengen.

Delftse transport-technici gaan tenslotte samen met TNO en Daf Bus International van een stadsbus ontwikkelen die 30 procent minder energie verbruikt door een slimme combinatie van elektrische en verbrandingsmotoren. Het ministerie van Economische Zaken steunt dit project in het kader van een subsidieregeling voor milieutechnologische 'doorbraken'.

Onderzoekers van de Wageningse universiteit namen het initiatief tot een zonnekas waarin niet meer gestookt hoeft te worden. En dezelfde universiteit doet mee aan een plan voor recycling van heet afvalwater van de papierindustrie. Beide projecten zouden begin volgende eeuw tot enorme energie- en waterbesparingen moeten leiden.

In Nijmegen doet het Research-instituut voor Materialen mee aan twee zonnecel-projecten. Aan de ene kant gaat het om een zeer efficiënte zonnecel voor de ruimtevaart. Maar ook werkt men samen met Shell en het Energiecentrum Nederland aan een grootschalig productieproces voor gangbare silicium-zonnecellen. Door halvering van de produktiekosten zou de prijs van zonne-energie drastisch kunnen dalen.

Utrechtse en Groningse chemici gaan Akzo en een Wagenings instituut (ATO-DLO) bijstaan bij de ontwikkeling van nieuwe toepassingen voor de biologisch afbreekbare vezel cellulose. Het gaat bijvoorbeeld om de verdikkingsmiddelen in verf, vlamvertragers in textiel en bestanddelen van wasmiddelen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.