Jarenlang was het de nachtmerrie van elke universiteitsbestuurder. Zelf wist hij precies wat er moest gebeuren. Maar voor elk nieuw plan moest hij de universiteitsraad overtuigen. En niet zelden stuitte zo'n plan dan op taaie weerstand. Want altijd was er wel een raadslid dat zich opwierp als belangenbehartiger van een faculteit die door het plan geraakt werd - bijvoorbeeld omdat hij zelf toevallig tot die faculteit behoorde. Vaak bleef er van het oorspronkelijke plan niet meer over dan een slap compromis tussen wat het college van bestuur wenselijk vond en wat in de raad haalbaar bleek.
Maar bestuurders hoeven niet langer van dit schrikbeeld wakker te liggen. Want de nieuwe wet op de 'modernisering van de universitaire bestuursorganisatie' (MUB) legt de bevoegdheden van de universiteitsraad aan banden. Die universiteitsraad-nieuwe-stijl (ook wel medezeggenschapsraad geheten) mag voortaan niet meer meebesturen. Het college van bestuur moet over een aantal zaken nog wel overleggen met de raad, maar uiteindelijk beslist het zelf.
Een universiteit kan zelfs nog ingrijpender afrekenen met de universiteitsraad: dankzij de MUB kan die raad worden afgeschaft en vervangen door een ondernemingsraad. Er komt dan wel een afzonderlijke raad voor studenten.
Breuk
Het college van bestuur aan de Universiteit van Amsterdam liet eind vorig jaar als eerste weten te kiezen voor 'gedeelde medezeggenschap': er komt een ondernemingsraad voor het personeel, met daarnaast een studentenraad. Uitgerekend in het Maagdenhuis - eind jaren zestig bakermat van de democratische beweging aan de universiteiten - wordt als eerste gekozen voor het verdwijnen van de universiteitsraad.
De wens om radicaal te breken met het verleden lijkt een van de belangrijkste redenen voor die keus. Want, schreef het Amsterdamse college vorige maand, als de universiteitsraad (medezeggenschapsraad) blijft bestaan, zouden er 'ten onrechte veel elementen van de huidige situatie simpelweg gecontinueerd kunnen worden.' De keus voor een ondernemingsraad schept daarentegen een 'heldere breuk' met het verleden.
Zo'n breuk is noodzakelijk, want er moet veel meer veranderen dan de MUB voorschrijft, vindt het UvA-bestuur. De UvA moet een 'markt' worden, Er moeten vakgroepen-nieuwe-stijl komen die geld verdienen door staf te 'verkopen' aan onderwijs- en onderzoekinstituten. De bestaande structuur moet dus overhoop en daarom, schrijft het bestuur, zou in deze omstandigheden het handhaven van een universiteitsraad een verkeerd 'signaal' zijn.
Het college in Amsterdam voert meer redenen aan voor zijn keus. Een ondernemingsraad, schrijft het, past beter bij de uitgangspunten van de MUB. Nu de universitaire raden niet meer de bevoegdheid hebben mee te besturen, kunnen ze zich maar beter meteen nog meer beperken.
Belangenbehartiging
Voortaan moeten de raden doen wat hen in het verleden juist verweten werd:zich toeleggen op belangenbehartiging. En omdat studenten en personeel uiteenlopende belangen hebben, kan dat het best als ze ieder een eigen raad hebben. De afweging tussen personeels- en studentenbelangen maakt het college van bestuur zelf wel.
Het zijn in grote lijnen dezelfde argumenten als die van het tweede college van bestuur dat voor een ondernemingsraad heeft gekozen, dat van de Technische Universiteit Delft. Er is een 'afscheid van oude gewoontes' nodig, aldus ook de Delftse collegevoorzitter dr. N. de Voogd, en een 'transparante' scheiding van personeels- en studentenbelangen. Hij verwijst vooral naar de omstandigheden waaronder een universiteit moet werken. Die gaan steeds meer op die van het bedrijfsleven lijken. Daarbij past 'een medezeggenschapsstelsel waarmee in het bedrijfsleven al jarenlang goede ervaringen zijn opgedaan.'
De keus voor een universiteitsraad-nieuwe-stijl/ medezeggenschapsraad zou volgens de Delftse bestuurders te veel onduidelijkheid met zich meebrengen. Want niemand weet nog hoe de bevoegdheden die die raad volgens de MUB krijgt in de praktijk precies uitpakken.
WC-papier
De bevoegdheden van een ondernemingsraad zijn 'helder en eenduidig'. Dat is het argument dat de pleitbezorgers voor een ondernemingsraad het meest gebruiken. Toch bestaat er discussie over de vraag hoe groot de zeggenschap van een ondernemingsraad precies is. Nogal wat mensen vinden de bevoegdheden weliswaar helder, maar veel te beperkt. Heeft de ondernemingsraad niet vooral invloed op de kleur van het wc-papier?
De wet op de ondernemingsraden (WOR) is op zich duidelijk. Het meest heeft een raad te zeggen in aangelegenheden die rechtstreeks het personeel raken, zoals arbeidsomstandigheden, salarissen, werktijden en dergelijke. Met besluiten hierover moet de raad instemmen alvorens ze uitgevoerd kunnen worden. Dat lijkt overigens meer dan het is, want in de praktijk zijn deze zaken meestal al in de cao geregeld, en dan staat de raad erbuiten.
Minder zeggenschap heeft de raad als het gaat om de strategie van de onderneming: dan mag de raad advies uitbrengen. In de WOR staan bijvoorbeeld aandelentransacties genoemd als iets wat onder dit adviesrecht valt, evenals investeringen, reorganisaties en veranderingen in de werkzaamheden van een onderneming.
Vallen onderwijs en onderzoek - ten slotte de kern van wat er aan een universiteit gebeurt - ook onder deze omschrijving? FNV-beleidsmedewerker J. Hooiveld denkt van niet. 'Het essentiële verschil tussen een ondernemingsraad en de huidige universiteitsraad', zei hij onlangs tijdens een symposium, 'is dat een ondernemingsraad nooit praat over de kernactiviteiten, maar slechts over de randvoorwaarden en de personele consequenties.'
Advies
De colleges van bestuur laten zich echter meer leiden door de opvattingen van iemand als de Amsterdamse arbeidsjurist prof.mr. P.F. van der Heijden. Mede op grond van zijn advies koos de UvA voor een ondernemingsraad. Half Nederland werkt al met zo'n raad, zegt hij. Wat is er zo bijzonder aan een universiteit dat die er niet mee uit de voeten zou kunnen?
'De wet geeft zo'n raad de bevoegdheid om over alle aangelegenheden van importantie mee te praten', zegt Van der Heijden. 'Het verschilt per bedrijf hoe daarvan gebruik wordt gemaakt. Dat hangt mede af van de mondigheid van de leden - maar wat dat betreft hoef je aan een universiteit niet bang te zijn. En een college van bestuur kan een advies niet zonder redenen naast zich neerleggen. Want als de ondernemingsraad dan een geschil aanhangig maakt, verliest zo'n college dat zeker.'
De meeste colleges van bestuur lijken de conclusie te delen zoals die door de Universiteit Maastricht is verwoord. 'Naar bevoegdheden gemeten behoevende beide stelsels niet veel van elkaar af te wijken.' Doorslaggevend voor hun keus is de vraag naar de bevoegdheden tot nu toe dan ook voor geen enkel college gebleken.
Een keus voor de ondernemingsraad, vindt Van der Heijden, 'betekent het springen op een reeds lang rijdende trein, het volgen van gebaande paden.' Maar de meerderheid van de universiteiten zal waarschijnlijk kiezen voor andere gebaande paden. De trein van de universiteitsraad rijdt immers ook al zo'n 27 jaar.
Handhaven
Vijf universiteiten hebben zoals gezegd inmiddels al gekozen voor het handhaven van 'ongedeelde medezeggenschap': personeel en studenten in één universiteitsraad-nieuwe-stijl. En zoals Amsterdam, Twente en Delft kiezen voor een ondernemingsraad vanwege de noodzaak van ingrijpende veranderingen, zo kiezen de vijf voor het tegenovergestelde om in grote lijnen te kunnen aansluiten bij het bestaande.
De Universiteit Utrecht bijvoorbeeld heeft weinig behoefte aan een 'breuk', maar eerder aan een 'wending', zegt voorzitter drs. J.G.F. Veldhuis van het college van bestuur. 'Het ging hier de laatste jaren al goed', zegt hij. En dat studenten en personeel lid zijn van één raad, is volgens hem juist goed voor het 'academisch debat'.
Belangenbehartiging - volgens de Amsterdamse voorstellen bij uitstek de taak van de nieuwe raden - wil men in Utrecht juist buiten de raadsvergaderingen houden. 'Daar hebben we andere organen voor', zegt Veldhuis - die er in één adem aan toe voegt zich de keus voor een ondernemingsraad ook heel goed te kunnen voorstellen.
Dat laatste is tekenend voor de overtuiging van de colleges van bestuur die nu kiezen voor een universiteitsraad-nieuwe-stijl/ medezeggenschapsraad: het doet er voor hen niet veel toe. De colleges die een ondernemingsraad willen invoeren zijn veel meer overtuigd van hun eigen gelijk. Dat kan een voorteken zijn: over twee jaar moeten alle universiteiten opnieuw de keus maken, en dan zou de ondernemingsraad wel eens zijn echte doorbraak kunnen beleven.