Ziekenhuizen en andere zorginstellingen hebben sinds een aantal jaren te maken met ingrijpende veranderingen. De gezondheidszorg kenmerkt zich door een toenemende verschuiving van overheidsfinanciering naar marktwerking, en een groeiende noodzaak tot samenwerking en kostenbeheersing. Daarnaast hebben ziekenhuizen te maken met de snelle ontwikkeling van de medische technologie en met steeds mondiger en veeleisender patinten.
Hoewel deze complexe ontwikkelingen nieuwe eisen stellen aan het management van ziekenhuizen, bestaat er op dit moment nog geen specifiek op het ziekenhuis gerichte managementopleiding. Dit is volgens projectleider ir. Eric Otto van T&M dan ook een duidelijk gat in de markt: 'Ziekenhuizen hebben echt een enorme behoefte aan bedrijfsmatige kennis.'
De nieuwe studiestroom wil bedrijfskundigen opleiden die raad weten met de specifieke managementproblemen van ziekenhuizen, maar die ook goed kunnen communiceren met de professionals die verantwoordelijk zijn voor het 'primaire proces' (medisch specialisten, verplegers, technici). Ze moeten niet alleen kennis hebben van de structuur en de organisatie van het ziekenhuis, maar ook van medische specialismen en technologieën en van de taken, werkwijze, taal en cultuur van specialisten en verplegers.
De opzet van de G-stroom is dezelfde als die van de bestaande studiestromen binnen TBK: informatietechnologie, werktuigbouwkunde, procestechnologie, bouwtechnologie en logistiek. Al deze studiestromen zijn een combinatie van een brede managementopleiding met inhoudelijke technische kennis (vandaar dat voor toelating wiskunde en natuurkunde zijn vereist). De G-stroom past gewoon binnen de structuur van het vijfjarige TBK-curriculum.
Curriculum
Het curriculum van de komend september te starten propedeuse is in principe klaar, want gelijk aan die van de andere stromen. Wel zullen enkele nieuwe studieonderdelen (extra werkgroepcases, bedrijfsbezoeken) de G-stroom bij de eerstejaars moeten introduceren. Faculteitsbestuur en -raad zijn het nog niet eens over de invoering van een volwaardig G-stroomvak in de propedeuse. De doctoraalfase - met gastcolleges van docenten uit de praktijk van de gezondheidszorg, bedrijfsbezoeken, een stage, afstudeeropdracht en praktijkjaar - zal komend jaar nader worden ingevuld.
Het Enschedese ziekenhuis Medisch Spectrum Twente is bij de opzet van de nieuwe opleiding intensief betrokken. Leden van de medische staf van MST denken mee met het praktisch invullen van het curriculum. Zij zullen ook optreden als docent voor medische vakken en stages en afstudeeropdrachten begeleiden. 'En dat kunnen ze', zegt Otto, want MST is als grootste niet-academische ziekenhuis in Nederland een groot opleidingscentrum, met twaalf zesjarige opleidingen tot specialist. Ook het Twents Psychiatrisch Ziekenhuis en revalidatiecentrum Het Roessingh zullen worden ingeschakeld.
De nieuwe studiestroom moet ondersteund worden met een aanpalend onderzoeksprogramma, dat gericht zal zijn op het ontwerpen van het 'Ziekenhuis van de Toekomst'. De ziekenhuizen van morgen moeten vandaag al met het oog op de toekomstige technologie worden ontworpen, aldus Otto. Diverse instellingen in de gezondheidszorg hebben reeds interesse getoond. De aftrap van het programma is een conferentie op 25 april.
De projectgroep wil zes aio-plaatsen instellen op onderzoeksterreinen als management en infrastructuur van het ziekenhuis, medische technologie en telematica. Bovendien zal er een nieuwe deeltijdleerstoel worden ingesteld. De aan te trekken hoogleraar, iemand uit het medische veld, moet gaan optreden als 'trekker' van zowel onderwijs als onderzoek. Het onderzoek zal verder voortbouwen op de 'medische' thema's die, al dan niet ondersteund door een deeltijdleerstoel, her en der aan de UT bestaan, onder meer bij het Biomedisch Technologisch Instituut (BMTI).
Over de belangstelling onder schoolverlaters valt nog weinig te zeggen (een marktonderzoek heeft niet plaatsgevonden), maar de belangstelling zal 'gigantisch' zijn, denkt Otto. En dat is mooi voor een faculteit die de instroom heeft zien terugvallen van 288 (vijf jaar geleden) tot 145 (afgelopen jaar). Het trekken van meer studenten is echter niet het hoofddoel van de nieuwe stroom, zegt Otto. 'Als je het alleen om de instroom doet, ga je de mist in. Het plan op zich moet deugen.'
De faculteit verwacht dat de G-stroom-afgestudeerden straks volop werk zullen vinden, niet alleen bij ziekenhuizen, maar ook bij zorgverzekeraars, thuiszorgorganisaties, farmaceutische bedrijven, fabrikanten van medische technologie en organisatiebureaus. Als mogelijke startfuncties valt daarbij te denken aan banen als management-assistent, assistent-beheerder, beleidsmedewerker, projectmedewerker of organisatie-adviseur.
Op het gebied van gezondheidszorg-management zijn op dit moment twee concurrerende opleidingen actief: de afstudeerrichting Beleid en beheer van de opleiding Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Maastricht (zeventig afgestudeerden per jaar) en de opleiding Beleid en beheer van de gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit Rotterdam (vijftig afgestudeerden).
Volgens projectmedewerker Otto hoeft de concurrentie zich echter geen zorgen te maken. 'Onze insteek is een andere. Het unieke van onze stroom is dat zij een ingenieursopleiding is die enerzijds de nadruk legt op het primaire proces (het ziekenhuis) en anderzijds op de technologie.'