Henri kwam uit Tuk, het thuishonk van mannenkoor Het Karrespoor, twee dorpen verder dan de boerderij van mijn ouders. Iedere vrijdag bracht ie me thuis. En 's zondags pikte hij me weer op, op weg terug naar de campus. Henri woonde op de Calslaan, hij reed in een zilvergroene Ford, en verder weet ik eigenlijk niets van hem. Henri reed, en dan zei hij niet zoveel. En ik zat op de achterbank. Met Jeanine.
Jeanine kwam uit Balkbrug. Of eigenlijk kwam ze uit Veenhuizen. Haar ouders waren in Balkbrug gaan wonen pas na dat Jeanine was gaan studeren. Haar vader werkte daar in de gevangenis. Hij was bezigheidstherapeut. Maar het heeft maanden geduurd voordat ik dat allemaal wist. Jeanine was zo'n meisje waar ik in de trein nooit naast zou durven gaan zitten. Maar in de auto moest ik wel. Ik bedoel, Henri klapte zijn stoel naar voren en daar kwam Jeanine. Totaal onaangekondigd. Ik kende dat ergens van. De ram van mijn buurman zat rustig in zijn hok te knagen aan zijn maïskolf, en dan opeens klapte de ruif open, mijn ooi werd erbij gezet, en de ruif ging weer dicht. Als klein jochie was ik telkens weer verbaasd hoe snel de ontwikkelingen daarna konden gaan.
Maar wij waren geen konijnen. De eerste weken bleef ons contact beperkt tot een verlegen 'Hoi' bij het instappen en een iets rijker 'Nou, doei hè' bij het uitstappen. Pas veel later begon het babbelen. Dan hadden we het over mijn vader die koeien had, en over haar vader die in de gevangenis zat. Creatief met wasknijpers. En zo bloeiden de ritten op Henri's achterbank uit tot de absolute hoogtepunten van mijn studieweek.
Maar toen bedacht Ritzen dat we geen geld meer zouden krijgen om Henri z'n benzine te betalen, maar een ov-kaart omdat dat goedkoper was. Wij waren tegen. Wij noemden het gedwongen winkelnering, want wij vonden dat we zelf mochten bepalen hoe wij wilden reizen, en vooral, met wie wij wilden reizen. Er is geen trein of bus die vanaf Enschede langs Balkbrug naar Tuk rijdt, dus Jeanine en ik liepen voorop in de massale studentendemonstraties tegen de invoer van de ov-kaart. Tevergeefs.
Nadien ben ik Jeanine uit het oog verloren. Misschien dat ze na het lezen van dit stukje contact met mij op wil nemen. Dan nemen we nog eens plaats in Henri's Ford en dan kunnen we ons er samen over verbazen dat onze eigen oude studentenbonden nu pleiten tegen de afschaf van de ov-kaart. De studenten van tegenwoordig weten niet meer dat je voor de ware romantiek de achterbank van een auto nodig hebt.