Ook natuurkunde moet vijfde jaar krijgen

| Redactie

Alle opleidingen natuur- en sterrenkunde moeten - net zoals de ingenieursopleidingen technische natuurkunde - weer officieel vijf jaar gaan duren. De wettelijk opgelegde vierjarige cursus bij de algemene universiteiten maakt de studie in vergelijking met buitenlandse studies te zwaar en te smal; dat schrikt studenten af. Tegelijkertijd worden de huidige afgestudeerden in het buitenland vaak niet v

Alle opleidingen natuur- en sterrenkunde moeten - net zoals de ingenieursopleidingen technische natuurkunde - weer officieel vijf jaar gaan duren. De wettelijk opgelegde vierjarige cursus bij de algemene universiteiten maakt de studie in vergelijking met buitenlandse studies te zwaar en te smal; dat schrikt studenten af. Tegelijkertijd worden de huidige afgestudeerden in het buitenland vaak niet voor vol aangezien.

Dat zegt de visitatiecommissie die de positie van de opleidingen in internationaal perspectief moest beoordelen, in opdracht van de vereniging van universiteiten (VSNU). Het gezelschap werd voorgezeten door de in Maryland (VS) werkzame natuurkundige prof.dr. J. Sengers.

Een volwaardige natuurkundestudie van vier jaar is volgens de commissie-Sengers in feite onbestaanbaar. Zowel in de VS als in Europa omvat het programma meestal vijf of zes jaar. In de weinige landen waar de lengte officieel vier jaar is, is de opleiding òf niet in die tijd te doen òf niet volwaardig.

Voor Nederland geldt dit in zekere zin allebei: de drs-studie duurt in de praktijk ruim vijf jaar, en is naar internationale maatstaven toch nog smal. Een gevolg is dat doctorandi in de natuurkunde onder meer in Duitsland en Frankrijk niet voor vol worden aangezien: ze worden niet toegelaten tot de voortgezette opleidingen tot wetenschappelijk onderzoeker.

Het verschil tussen langere ingenieursstudies en kortere programma's voor gewone fysici vindt de commissie in dit verband achterhaald. Alom in de natuurkundewereld beseft men dat afgestudeerden zich ook buiten het lab moeten kunnen redden in 'een brede waaier aan carrièremogelijkheden'. Dat vraagt om beroepsvaardigheden en kennis van economie en sociale vakken. Juist op die punten zijn de Nederlandse drs-opleidingen smal.

Saai imago

Een grotere maatschappelijke relevantie van de studie natuurkunde versterkt volgens de commissie-Sengers niet alleen de positie van afgestudeerden. Ook het 'saaie' imago van de opleiding kan erdoor verbeterd worden. En dat is hard nodig om genoeg studenten te kunnen trekken. Vooral het aandeel vrouwen zou hoger dan de huidige 10 procent moeten worden.

Met een vijfjarig programma kan Nederland weer natuurkundigen opleiden die internationaal als masters erkend worden, stelt de commissie. Er ontstaat dan ruimte voor de vereiste verbreding. En met een goede begeleiding hoeft de feitelijke studieduur niet langer dan de huidige te zijn: 80 procent van de studenten moet binnen 5,5 jaar kunnen afstuderen.

Eén commissielid vindt de conclusies te optimistisch. In een minderheidsstandpunt stelt W. Lewin, hoogleraar in het Amerikaanse Cambridge, dat de huidige feitelijke studieduur van 5,5 jaar al een minimum is. Het rapport wekt volgens hem te sterk de indruk dat bij handhaving van deze studieduur nog extra tijd vrij te maken valt voor verbreding van de opleiding. Hij vreest zelfs dat de plicht om de opleiding 'studeerbaar' te maken in vijf jaar tot het schrappen van essentiële vakken kan leiden.

De commissie-Sengers beveelt overigens ook aan om, binnen een tot vijf jaar verlengde cursusduur, serieus na te denken over het invoeren van een baccalaureaatsgraad na het derde jaar. Volgens de commissie kan zo'n tussengraad de aantrekkelijkheid, flexibiliteit en efficiëntie van de studies verhogen. De toenmalige Technische Hogeschool Twente kende ooit zo'n baccalaureaat. Dat werd na enkele jaren afgeschaft omdat de graad op de arbeidsmarkt weinig status genoot.

Het rapport van de internationale commissie-Sengers is een aanvulling ophet in 1995 verschenen rapport van de Nederlandse visitatiecommissie-De Waard. Van deze oerversie werd in 1996 een herziene versie gepubliceerd. Sinds het verschijnen van het oorspronkelijke rapport-De Waard zijn de natuurkundeopleidingen in tal van opzichten verbeterd.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.