De IB-Groep huist in een ouderwetse kantoorflat in Groningen. Binnen is er veel aan gedaan om een moderne, zakelijke indruk te wekken. Hoofddirecteur Carel van Eykelenburg, net als de meeste van zijn medewerkers informeel gekleed, spijkerbroek, berenstropdas, neemt graag de tijd voor een gesprek over 'zijn' studentenchipkaart.
Het begon allemaal in 1991 in de Tweede Kamer, tijdens de evaluatie van het vijf jaar oude basisbeursstelsel. Dit nieuwe studiefinancieringssysteem was in oktober 1986 ingevoerd ondanks waarschuwingen dat de organisatie nog niet klaar was voor deze mega-operatie. Vijf jaar na die valse start zinden de IB-Groep, de minister (toen ook al Ritzen) en de Kamer op een drastische verbetering van de dienstverlening. Betere formulieren waren niet goed genoeg. 'De IB-Groep moest een grote slag maken', zegt Van Eykelenburg. Hiervoor viel de keus op communicatie via een chipkaart.
Van Eykelenburg hoopt dat over vijf tot zes jaar de stroom formulieren dankzij de chipkaart is teruggebracht tot eenvijfde van de huidige omvang. De negatieve effecten voor de werkgelegenheid wil hij opvangen door een uitbreiding van taken voor de IB-Groep, bijvoorbeeld voor de Stichting Studentenchipkaart. In 1995 werd van de 181 miljoen omzet al 26 miljoen gegeneerd uit niet-wettelijke taken, vertelt hij trots.
Op termijn moeten studenten vanachter hun pc via het internet kunnen inloggen bij de IB-Groep. Hun chipkaart dient via een nu nog losse, maar straks wellicht in de pc ingebouwde kaartlezer, ter controle van hun identiteit. 'Alle mutaties moeten mogelijk zijn', verzekert Van Eykelenburg. Even doorgeven dat je deze maand geen lening hoeft, omdat je oma gul is geweest. Moet kunnen.
Ook de administratie van de onderwijsinstellingen zou op deze manier voor de student toegankelijk moeten worden gemaakt. De IB-Groep werkt daarnaast aan een kaart voor lesgeldplichtigen, scholieren van zestien jaar en ouder. 'Dan raken ze vast gewend aan de chipkaart die ze op het mbo, hbo of de universiteit ook krijgen', verklaart hij.
Andere ideeën zijn er te over, bijvoorbeeld op het gebied van teleleren. De kaart moet voor de instellingen een duidelijk herkenbare meerwaarde krijgen. Nee, universiteiten die alleen een elektronische portemonnee willen, moeten vooral niet voor de multifunctionele kaart kiezen, zegt Van Eykelenburg.
Het chipkaartproject heeft binnen zijn organisatie al een zelfreinigende werking gehad, verzekert hij. 'Er heeft een cultuuromslag plaatsgevonden. We hebben onze arrogantie tegenover de samenleving laten varen, we denken mee met de markt, stellen ons marktgericht op.'
IB-Groep directeur Carel van Eykelenburg