'We komen allemaal bij Adam en Eva uit'

| Redactie

Bij Rob van Waarde, documentalist van de vakgroep ontwikkelingskunde, begon het op zijn twaalfde met 'de algemeen menselijke vraag te willen weten waar je vandaan komt'. Voor Jan Gröneveld ('ik ben als meneer Gröneveld gekomen en als Jan met pensioen gegaan'), oud-technisch medewerker van Chemische Technologie, werd de kiem gelegd met het veertig jaar lang verzamelen van geboorte-, trouw- en rouwkaarten. Beiden kennen ze hun familie als geen ander, vooral de leden die reeds lang zijn overleden. Immers, ze willen niet alleen weten wie het waren, maar liever 'het vlees op de botten leggen'. Genealogie: de zoektocht naar voorouders. 'Aver', de genealogische vereniging van de UT, viert deze week haar eerste lustrum.

De club ontstond op initiatief van Cees van Hoogmoed, archivaris van de universiteitsbibliotheek. Van Waarde was een van de eersten die reageerde op een rondschrijven: 'Het was in de zomer van 1991 en exact op 10 februari een jaar later heeft dat tot oprichting geleid.' Van Hoogmoed en de vijftien belangstellenden die reageerden, volgden eerst een cursus genealogie. Hard nodig, want de meesten hadden nog nooit iets met voorouderonderzoek gedaan en geen archief van binnen gezien. Terwijl een gedegen bronnenkennis (waar zijn de feiten te vinden en hoe betrouwbaar zijn ze) van groot belang is in de genealogie. 'De cursus bracht ons naar de geheimen van de genealogie', zegt Gröneveld. Inmiddels is hij voorzitter van Aver, al vindt hij dat zelf niet zo nodig. 'Ik zou liever secretaris zijn. Ik hou niet zo van de rompslomp van het openen van vergaderingen en dergelijke.' Het geringe ledental van Aver, tot op de dag van vandaag zijn het er nog maar zestien, baart de heren zorgen. De vergelijkbare vereniging aan de TU Delft is veel groter. 'We moeten de komende vijf jaar toch iets meer naar buiten treden en bekendheid geven aan onze bezigheden', stelt Van Waarde.

Wegwijs

Die geheimen van de genealogie bestaan voor de beginnende (amateur)onderzoeker vooral uit het wegwijs raken in het doolhof van burgerlijke- en kerkelijke akten en het ontbreken van gegevens. Doel is meestal zoveel mogelijk familieleden in kaart te brengen, beginnend bij de onderzoeker zelf. De tocht start bij de burgerlijke stand waar geboorte-akten zijn opgeslagen. Op deze documenten staan de namen van de ouders. De namen leiden naar een huwelijksakte, waarop weer twee ouderparen zijn vermeld. Als de speurder geluk heeft is het huwelijk in dezelfde gemeente gesloten. Zo niet dan moet hij naar het provinciale archief. 'Je grootouders heb je zelf vaak nog wel gekend. Wanneer ze in dezelfde gemeente zijn getrouwd of geboren zijn hun gegevens gemakkelijk te vinden. Daarna begint de ellende. Je schakelt heen en weer tussen trouw-, geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten van de overheid en de kerk. Hoe verder je teruggaat in de tijd, des te groter de kans dat je voorouders uit een andere provincie komen of een ander land. Dat maakt het zoeken behalve ingewikkeld ook duur, omdat je veel moet reizen', legt Van Waarde uit. Gröneveld beaamt dat: 'Als ik in Groningen het rijksarchief wil bezoeken, bel ik op of ze open zijn en ga ik er een dagje naar toe. Wil ik naar Osnabrück dan moet ik een hotel nemen.'

Het plaatje kan nooit helemaal worden ingevuld. Door een buitenechtelijke geboorte of een vondeling raakt de onderzoeker het spoor bijster. Ook wanneer een voorouder uit een kolonie of uit Oost-Europa afkomstig is, iszijn herkomst niet meer te achterhalen. Ten slotte raken er bronnen zoek of worden ze door rampen vernietigd. Het bombardement van 17 mei 1940 op Middelburg legde de kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken in die plaats in de as.

Fouten

De resultaten van de zoektocht worden regelmatig gepubliceerd in een scala aan genealogische tijdschriften. Al zegt dat niets over de betrouwbaarheid van het speurwerk. Fouten zijn eenvoudig gemaakt en ze hebben verstrekkende gevolgen. Kent de onderzoeker de bronnen niet of leest hij slordig, dan 'komt hij zo in een hele andere familie terecht'. De fout kan ook in de akte zelf zitten, omdat de betreffende ambtenaar niet goed keek bij het overschrijven. 'Vaak zijn genealogen niet kritisch genoeg, nemen de verkeerde gegevens over of verifiëren niet. Wanneer ze een jaartal niet goed kunnen lezen en twijfelen tussen 1688 en 1668 gokken ze maar wat. Zo ontstaan fouten', zegt Van Waarde verbolgen.

Zelf raakte hij op zijn twaalfde geïnteresseerd in zijn voorouders en werd na de middelbare school lid van een genealogische vereniging. Sinds 1982 is hij 'bijna semi-professioneel' bezig met het stamboomonderzoek. De data zijn het geraamte van de stamboom. Daarna wordt deze aangekleed met gegevens over woonplaatsen en beroepen. Op dat moment gaat de regionale geschiedenis een rol spelen en het geheel leven. 'Je legt het vlees op de botten', zoals Van Waarde het uitdrukt. 'Je verplaatsen in de tijd van toen en dat is problematischer dan de meesten van ons denken.' Gröneveld vult aan: 'Je kunt aan je kinderen al moeilijk duidelijk maken dat je vroeger water uit de pomp haalde. De veranderingen zijn de afgelopen vijftig jaar veel sneller gegaan dan de eeuwen daarvoor.'

Contrast

'Kun je nagaan wat dat betekent voor de sociale geschiedenis van de tweede helft van de zeventiende eeuw. We kunnen ons niet voorstellen wat de normen, waarden en zeden toen waren. Bovendien is onze mening gekleurd door latere perioden. Neem bijvoorbeeld Johan de Wit. Hij schreef in de jaren veertig van de zeventiende eeuw brieven aan zijn aanstaande bruid, waarin hij aangaf zich te verheugen op hun toekomstige sexuele relatie. Die geschriften geven een prachtig beeld van de sexuele moraal van de bovenlaag. Toch wel een aardig contrast over hoe wij denken dat het was. Ons beeld daarover is sterk victoriaans bepaald', doceert Van Waarde vol enthousiasme. 'Die mentaliteitsgeschiedenis is wat genealogie boeiend maakt.'

Gröneveld is het daar niet mee eens. Voor hem is het meer zoeken naar wortels, naar identiteit. 'Mijn verhaal is toch wel een beetje anders', stelt hij. 'Ik wil gewoon graag weten wie mijn familie is. Als ik merk dat mijn buren Groeneveld heten, dan zoek ik uit of ze tot dezelfde stam behoren. Ik ben van Twentse afkomst. Daar speelt familie een grote rol. Ik mag graag naar bruiloften gaan. Niet omdat ik zo'n feestnummer ben, maar ik mag graag met de mensen praten en horen waar ze vandaan komen. Ik bezit een foto van mijn vader uit 1895. Daar lijkt hij op een neefje van mij. Daar kijk ik naar.'

Onwettig

Voor Van Waarde was de juffrouw uit de vijfde klas met haar prachtige geschiedenisverhalen een drijfveer zich in het verleden te storten. Gröneveld verzamelde binnen de familie meer dan veertig jaar geboorte, trouw- en rouwkaarten voordat hij zijn eerste schreden op het stamboomonderzoekpad zette. IJdelheid, of de hoop van een beroemd persoon af testammen, is hun naar eigen zeggen vreemd. Van Waarde: 'Op basis van roddelverhalen denken mensen vaak dat ze van adel zijn. Ze duiken het onderzoek in, in de hoop daar bewijs voor te vinden. Vreselijk. Die mensen haken ook snel af op het moment dat ze merken dat er ergens een onwettig kind tussenzit.'

De vraag hoe ver de heren zijn met hun eigen zoektocht vinden ze eigenlijk niet zo interessant. 'Het gaat erom dat ik plezier beleef aan het zoeken', vindt Gröneveld. 'Uiteindelijk komen we allemaal bij Adam en Eva uit.' Wat hij wel relevant vindt is wat de naam van hun vereniging betekent ('De belangrijkste vraag heeft u niet gesteld'). 'Aver' komt uit het middelnederlands en betekent kind of nakomeling. Het is ook de basis voor het spreekwoord van haver tot gort. Aanvankelijk luidde dit gezegde van haver tot haren, dat wil zeggen van avere tot avere, van voorouder op voorouder. Toen de betekenis verloren was gegaan, is de variant met gort opgekomen. Gröneveld: 'Eerst wilden we de vereniging 'Eureka' noemen. Dat roep je immers in het archief als je eindelijk gevonden hebt wat je nodig hebt. Maar bij nader inzien vonden we dat niet leuk genoeg.'

Voor alle leden van de UT Kring is er maandagmiddag 10 februari vanaf vier uur in de Kelderbar in de Bastille een receptie ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van Aver. Vice-voorzitter van de UT Kring Pim Fij krijgt op die bijeenkomst het eerste exemplaar overhandigd van een kwartierstatenboek met daarin de genealogieën van zes Aver-leden en één donateur.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.