Universiteiten lui met volgen afgestudeerden

| Redactie

De mist die jaren over de arbeidsmarkt voor academici hing, is iets opgetrokken. Twee onderzoeken die minister Ritzen liet uitvoeren maken duidelijk met welke opleidingen mensen werkloos blijven, of juist prima banen krijgen. Deze informatie is zowel voor studenten als opleidingen zeer nuttig, maar het is pas een begin. Gelukkig gaan de universiteiten binnenkort zelf het lot van hun afgestudeerden volgen. Dat werd wel tijd.

Het is goed dat er nu twee landelijke rapporten zijn die een actueel beeld van de arbeidsmarkt per studierichting geven. Maar de diepgang van de rapporten blijkt gering. Vele vragen zijn niet goed te beantwoorden.

Het ene rapport berust op de formulieren waarmee bèta's en gamma's vorig jaar hun abonnement op het weekblad Intermediair verlengden. Dat geeft een enorme onderzoekspopulatie (75 duizend), maar wel een met eigenaardigheden. Zo werd vier jaar geleden in eenzelfde onderzoek vrijwel geen werkloze aangetroffen: ze waren geen abonnee òf vulden hun bon onvolledig in. Dit keer doken werklozen wèl in realistische aantallen op. Dat maakt enige analyse mogelijk. Maar de conclusie van de onderzoekers dat de werkloosheid onder academici 'sterk is gestegen', gaat te ver. Vergelijking met ander onderzoek uit 1993 bewijst dat.

Een tweede beperking is dat in het Intermediair-onderzoek maar zeer weinig vragen gesteld zijn. Het ging immers om veredelde aanmeldingsformulieren. In een echte enquête zag het weekblad geen heil. Gevolg is dat er weinig aandacht is voor de kwaliteit van de baan, de aansluiting van de opleiding daarop en de tevredenheid van afgestudeerden. Juist die informatie kan van groot belang zijn.

Natuurlijk kan het ook anders: benader als universiteiten je afgestudeerden en doe dat gezamenlijk, omwille van de vereiste schaalgrootte en vergelijkbaarheid. Het hbo doet dit al vanaf 1991. Jaarlijks worden vrijwel alle pas afgestudeerden systematisch geënquêteerd. De rapporten bieden een schat aan gegevens: zwakke en sterke punten per opleiding, verschillen tussen opleidingen en actuele trends.

Passief

De meeste universitaire faculteiten keken tot nu toe echter passief toe of vonden met amateuristische enquêtes zelf het wiel uit - wat matig bruikbare resultaten gaf. Dit kwam waarschijnlijk deels door arrogantie ('met academische vaardigheden ben je breed inzetbaar') en deels door de onmacht om landelijke afspraken te maken.

Afgelopen november zijn de universiteiten het na langdurig overleg eens geworden over een 'protocol' voor jaarlijkse, landelijke rapportage over het lot van afgestudeerden. Om het ingewikkeld te houden, wil elke universiteit de eigen enquête voor een groot deel in eigen hand houden. Alleen een aantal cruciale vragen wordt op uniforme wijze gesteld - en landelijk gerapporteerd.

In de loop van 1998 moet dat, als er niets meer misgaat, tot een eerste rapport leiden. Het werd wel tijd. Want zelfs de twee summiere rapporten die vorige week verschenen prikken al een aantal illusies door. Zoals die van 'nieuwe' letteren-studies, die hun afgestudeerden zo krachtig op de arbeidsmarkt zouden zetten. Deze afgestudeerden blijken massaal in laag-gekwalificeerde banen terecht te komen. Dit illustreert het belang van het volgen van academici voor een betere afstemming op de arbeidsmarkt. Te hopen valt dat universiteiten straks ook bereid zijn ook echt iets met de resultaten te doen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.