'Drugs en criminaliteit worden overdreven'

| Redactie

Hij heeft het vooral koud sinds hij terug is uit Colombia. In Nederland warmte zoekend bij de kachel denkt hij graag terug aan het land met 365 dagen per jaar zonneschijn. Waar je het horloge gelijk kunt zetten op regen (iedere middag om twee uur een spat) en van seizoenen geen sprake is. Dat Nederland er vier kent vinden de Colombianen eigenlijk een beetje overdreven.

Wat Mike op zijn beurt overdreven vindt is lang stilstaan bij het drugsimago van het Zuid-Amerikaanse land. Volgens de TBK-student is dat schromelijk overdreven. Hij verbleef vorig jaar voor zijn stage van juli tot november in Bucaramanga, vijftien uur oostelijk van de hoofdstad Bogota. Hoewel 80 procent van de drugs die wereldwijd te koop zijn uit Colombia komen, staat de middenklasse zeer negatief tegenover de geestverruimende middelen. 'Drugs zijn het pakkie an van de hele rijken, die er ook in handelen en de hele armen, die een uitweg zoeken. De middenklasse is goudeerlijk en voor hen is roken of drinken al bijna een schande. Ze zijn ook vreselijk katholiek. En dan nog iets, als er geen vraag zou zijn naar drugs, zouden de boeren ze niet verbouwen en overgaan op een ander gewas.'

Over het schenden van de mensenrechten wil Wouters ook liever niets negatiefs zeggen, noch over de bijna vermaarde criminaliteit. 'Ach, die mensenrechten worden misschien wel geschonden en San Per, de huidige president van Colombia, is wellicht door drugs in het zadel geholpen, maar het is een prima vent. Hij doet veel goeds voor het land. Je hebt ook gewoon verkiezingen. Het is een democratisch land. President en parlementsleden mogen zelfs niet herkozen worden om corruptie tegen te gaan.'

Ontvoeren

Minder is Wouters te spreken over de guerrilla's, die voorheen vochten voor hoogstaande idealen, maar tegenwoordig slechts de regering bestrijden in het gevecht om geld, land en macht om drugs te kunnen verbouwen. Dat houdt ook de economische groei tegen. In grote delen van het land is reizen onmogelijk. Voorstanders van de guerrilla's heeft Wouters in de middenklasse niet kunnen vinden. Sinds de voormalige volkshelden aanslagen op bussen plegen en toeristen ontvoeren, is het animo voor hen sterk gedaald. 'In de stad ben je veilig en daarbuiten niet. Dat komt door de guerrilla's.'

Voor de criminaliteit in de steden zelf is het volgens Wouters een kwestie van een beetje oppassen. 'Er zijn wijken waar je je niet kunt vertonen zonder beroofd te worden, maar daar blijf je dan uit weg. Elders is het wel veilig.' De opmerking dat Wouters misschien door een wel heel roze bril naar Colombia kijkt bestrijdt hij. 'Nee, dat is niet zo. Het beeld dat wij in Nederland van Colombia hebben is heel negatief en dat klopt absoluut niet. Het is gewoon een prachtig land met voor het overgrote deel fantastische mensen.'

Wouters heeft zijn stage te danken aan de bemiddeling van AIESEC. Het feit dat hij geen Spaans sprak vormde geen belemmering om naar Zuid-Amerika af te reizen. Twee weken voor zijn vertrek keek hij voor de eerste keer een leerboek Spaans in, maar hij pikte de taal ter plaatse razendsnel op. Dat moest ook wel, want er was bijna niemand die Engels sprak.

De TBK-er werkte voor een fabriek die sterilisatie-ovens produceert, maar dat was hem niet bekend voordat hij vertrok. Hij wist alleen dat het een productiebedrijf was en dat zijn opdracht zou zijn de verschillende delen van het productieproces beter op elkaar af te stemmen. 'Ik ben een aankomend bedrijfskundige, dus ik verwachtte er wel wat van te kunnen maken.'

'Op een gegeven moment heb ik mijn baas, die een moeilijk verstaanbaar accent had, gevraagd op te schrijven wat hij nou eigenlijk van mij wilde. Vervolgens ben ik met het woordenboek aan het vertalen geslagen. Toch heb ik desalniettemin goed werk gedaan. De bezettingsgraad liep van 20 tot 50 procent en dat heb ik in kaart gebracht. Voor de onderdelen van het productieproces die veel tijd vroegen heb ik daarna alternatieven gezocht. De UT was over mijn verrichtingen in ieder geval tevreden.'

Uitslapen

Wouters kwam na een lange reis van 24 uur aan in Bogota. Daar moest hij overstappen op een Fokker 50 voor een binnenlandse vlucht. Zo maakte hij rap kennis met een van de belangrijkste karaktereigenschappen van de Colombianen: hun onvermogen op tijd te komen. De piloten gaven de voorkeur aan het stillen van hun honger in Bogota boven het op tijd vertrekken met een lege maag.

Het verblijf in Colombia leerde Wouters makkelijker te zijn: 'Ik maak me sinds die tijd niet meer zo druk. Ook niet als er op het laatste moment iets verandert. Als je geen flexibel persoon bent, dan word je het wel in Colombia. Als ongeduldig persoon word je of gek of leer je je ongeduld af.'

Bij aankomst in Bucaramanga werd Wouters opgevangen door de plaatselijke AIESEC-afdeling. Na zijn lange reis vond hij die opvang fantastisch. In een bar met Colombiaanse muziek maakte hij kennis met de mensen waar hij, indien nodig, op terug zou kunnen vallen. Daarnaast kon hij gebruik maken van de email-faciliteiten, die de organisatie wereldwijd heeft. Onderdak had AIESEC ook geregeld. Bovendien ging hij een week op vakantie naar de kust. Ook voor dat uitstapje regelde AIESEC onderdak, eten en een gids. 'Dat is niet omdat de Colombianen zo gastvrij zijn. Nee, het is de AIESEC-cultuur.'

Wouters woonde vier maanden in het gezin van een van de werknemers van het bedrijf waar hij stage liep. De intensieve verzorging liet hij zich voor de beperkte tijd maar aanleunen. Was hij langer gebleven, dan zou hij zijn eigen onderdak hebben gezocht: 'Het was vreemd weer in een gezin te wonen. De kinderen van twee en negen jaar maakten uitslapen onmogelijk. Iedere morgen stond de soep klaar en iets in het huishouden doen was absoluut verboden. Soms sloop ik naar de keuken om af te wassen, maar zodra de vrouw des huizes dat hoorde was het snel afgelopen. Wat ik wel mocht doen was het vertalen van de Engelstalige handleiding van de naaimachine in het Spaans. Dat heb ik graag voor haar gedaan.'

Met zijn baas in de fabriek kon Wouters het al snel prima vinden. Hij werd in vertrouwen genomen wanneer de baas zogenaamd op zakenreis ging, maar in werkelijkheid zijn buitenechtelijke dochter in Miami bezocht. 'Een prachtig voorbeeld van de Colombiaanse macho-cultuur. Ze zijn zeer katholiek, maar dragen in hun portemonnee de foto's van hun vriendinnen.'

Beschaving

Buitenlanders zijn een zeldzaamheid in Bucaramanga. De weinigen die de zeshonderdduizend inwoners grote stad wel aandoen, worden derhalve al snel een attractie. Wouters werd rap opgenomen in de gemeenschap en voelde zich na korte tijd 'een van hen'. De avonden en weekeinden bracht hij vaak door met collega's van het werk. Hij trok samen met een gids en een kok een week per kano door het Amazonegebied. Ook tijdens die dagen bleef hij verstoken van toeristen. Ze verbleven bij groepjes indianen, op wie de 'beschaving' en het 'moderne leven' nog amper vat hebben gekregen. Al is er voor ieder groepje nederzettingen tegenwoordig een school.

'Die tocht was in een woord fantastisch. In de Amazonerivier zitten overal prachtige roze dolfijnen. En als ik 's morgens uit mijn tent keek zag ik de krokodillen zitten. Op een dag wilde ik zwemmen, maar ik wist dat de rivieronveilig wordt gemaakt door piranha's. Ik zag echter wel kinderen zwemmen en toen zij na een half uur niet opgegeten waren, besloot ik ze te volgen. Wat bleek, er zaten alleen baby-piranha's en die hebben nog geen ontwikkelde kaakgewrichten en tanden. Ze bijten wel, maar het voelt als een soort massage.'

Wouters heeft de Colombianen vooral als gastvrij ervaren. Hij had ook meer moeite weer in Nederland te wennen dan daar. Natuurlijk, hij baalde er weleens van dat Colombianen naar westerse normen nooit 'op tijd komen'. Ook was het niet altijd even eenvoudig nooit Nederlands te kunnen spreken. Zijn walkman met bandjes met Nederlandse muziek werd zijn waardevolste bezit. Zo nu en dan belde hij met Nederland en merkte dat hij nota bene ook in zijn eigen taal fouten maakte.

Terug in Nederland is Wouters weer volop met zijn studie bezig. Eenmaal afgestudeerd wil hij zeker terug naar Zuid-Amerika. Hij zou er zelfs willen werken. 'Het gaf een kick te merken dat ik me in een volstrekt nieuwe situatie kon handhaven. In een nieuwe cultuur leer je veel, ook over de samenleving waar je vandaan komt. Ik ben een stuk ontspannener geworden, minder hectisch. Niet meer 'als het vandaag kan, moet je het niet morgen doen', maar 'doe het morgen maar als het dan ook kan'. Ik ben op stage gegaan met in mijn achterhoofd dat ik best een keer op mijn bek zou gaan. Maar dat is niet gebeurd.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.