OUD

| Redactie

Vandaag ben ik jarig, dus dit is een moment om mij af te vragen of ik niet oud begin te worden. Te oud. Zo oud dat ik de Elfstedentocht zou mogen rijden. Of erger nog, zo oud dat ik allerlei nieuwe ontwikkelingen aan mij voorbij laat gaan. Zo ken ik schrijvers die nog steeds geen gebruik maken van een tekstverwerker. Want zonder dat gaat toch ook! Dat is het altijd gegaan. Met paard en wagen kom je inderdaad nog steeds vooruit. Maar ondertussen verhullen ze dat ze bang zijn. Bang voor het leven. Bang om nog aan iets nieuws te beginnen. Ze zijn bezig weg te roesten.

Ook bij mijzelf heb ik inmiddels de nodige roestspotjes geconstateerd. Op het ijs ben ik de laatste die nog zonder GSM op zak rijdt. Ik werk wel met een tekstverwerker, maar nog altijd zonder windows. En ik heb een creditcard waarmee je ook overal vanuit een telefooncel schijnt te kunnen bellen, maar als ik in het buitenland ben, koop ik toch steeds weer gewoon een telefoonkaart. Daarvan weet ik tenminste hoe het werkt. En eerlijk gezegd is dat ook nog maar sinds kort; jarenlang heb ik met muntjes lopen hannessen.

Een dramatische achterstand heb ik op het communicatieve vlak. De redactie van deze krant heeft welhaast een tijdmachine nodig om de stukjes zoals ik ze aanlever nog in een leesbaar format tussen de kopij te krijgen. Ja, en zo komt deze column uiteindelijk zelfs op internet terecht. Maar voor mij persoonlijk is die hele digitale snelweg met al zijn op- en afritten onbekend terrein. Ik sta als onbeschermd wild langs de kant, verblind door de koplampen, bezeten door de angst te worden overreden.

En dan denk je: ik woon in de Randstad, midden in de wereld, daar waar het gebeurt. Nou, vergeet het maar! Die nieuwe media hebben de afstandstabellen grondig overhoop gehaald. Ik heb een vriend, die woont in Friesland, ergens middenin het moeras, maar die heeft dus wel bijkans dagelijks contact met al onze oud-huisgenoten. Via e-mail. Alleen ik lig buiten het circuit. Mij kunnen ze niet bereiken. Ik heb geen email-adres en ik heb geen homepage. Ik ben een elektronische dakloze. Voor het laatst gesignaleerd aan de kant.

Hoe moet ik de mensen nog bereiken? O, ik probeer het wel. Dan teken ik heel zorgvuldig zo'n apenstaartje op de enveloppe, maar zo'n briefje komt toch niet aan. En ook zonder apenstaartje heb ik elke keer wanneer ik een postzegel lik het merkwaardige gevoel dat de koningin mij recht in mijn gezicht zit uit te lachen. Dat leedvermaak gun ik onze vorstin niet langer. Vandaag ben ik jarig. Als cadeautje geef ik mijzelf toegang tot de digitale snelweg. Want ach, eigenlijk is er ook niets engs aan. Je gaat gewoon in de file staan. Tussen al die andere halve zolen die menen dat je niet meer zonder kunt.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.