Studenten moeten vaker heen en weer reizen tussen hogescholen en universiteiten in Vlaanderen en drie Duitse deelstaten. Minister Ritzen heeft daar de eerstkomende 3,5 jaar bijna dertig miljoen gulden voor over. De UT heeft bij Ritzen projectvoorstellen ingediend voor samenwerking met de universiteiten in Münster en Dortmund.
De minister is al jaren voorstander van internationalisering 'op de fiets'. Zo noemt hij de uitwisseling van docenten en studenten met hogescholen en universiteiten van de grenslanden Vlaanderen en de drie Duitse deelstaten Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen en Bremen. Maar nu vindt Ritzen dat er ook een goed fietspad moet worden aangelegd: hij wil dat er meer structuur en samenhang komt in de samenwerking tussen instellingen aan beide zijden van de grens. Voor 1997 trekt hij daar 4,5 miljoen gulden voor uit. Daarna stelt hij tot en met het jaar 2000 ieder jaar acht miljoen gulden ter beschikking.
Volgens Frits Spoek van het Bureau Internationale Samenwerking (BIS) van de UT is samenwerking met Duitse universiteiten lastiger dan het klinkt. 'De Duitsers vinden het initiatief van Ritzen hartstikke mooi, maar hun onderwijsstructuur is veel ingewikkelder dan in Nederland. De verantwoordelijkheid voor het onderwijsbeleid ligt bij de deelstaten.'
Op verzoek van de minister heeft de UT een eerste aanzet voor een aantal projectvoorstellen ingediend. Hierbij zijn het Centrum voor Studies van het Hoger Onderwijsbeleid (CSHOB) en de opleidingen bestuurskunde, toegepaste wiskunde en chemische technologie betrokken. De minister heeft nog niet gereageerd op de voorstellen.
BSK-studenten uit Twente en Münster namen in september al deel aan een gezamenlijke, meerdaagse workshop. Uiteindelijk wil de faculteit toe naar een situatie waarin studenten over en weer delen van het curriculum kunnen volgen in Nederland en Duitsland. TW hoopt vooral een aanvulling te kunnen zijn voor de meer theoretische Duitse wiskundestudie. Bij CT gaat het om een intensivering van de huidige samenwerking op het gebied van de membraantechnologie.
Ritzen wil met nadruk alleen meerjarige projecten subsidiëren van instellingen die onderling goed bereikbaar zijn: heen en weer reizen op dezelfde dag moet mogelijk zijn. Onderwijsinstellingen kunnen ook subsidie aanvragen voor een gezamenlijke studie. Als voorbeeld noemt het ministerie de samenwerking tussen de Hogeschool Venlo en de nabijgelegen Fachhochschule Krefeld, die gezamenlijk de opleiding Logistiek Management verzorgen: wie in Venlo afstudeert, krijgt ook een Duits diploma. Daardoor kunnen Nederlandse afgestudeerden ook op de Duitse vacatures solliciteren, en omgekeerd.
Op den duur moet de samenwerking uitmonden in een vrij verkeer van studenten, docenten en onderzoekers binnen de Europese Unie. Tot nu toe wil het in de praktijk met die Europese gedachte nog niet erg vlotten: vorige maand publiceerde de Europese onderwijscommissaris Edith Cresson dat studenten en onderzoekers nog veel hindernissen moeten nemen voordat zij tijdelijk naar het buitenland kunnen afreizen.