Met een beetje pijn in het hart, maar ook wel met gemengde gevoelens, neemt profesor dr. Theo Popma afscheid van het rectoraat dat hij vier jaar lang bekleedde. Boeiend was die periode absoluut, verzekert hij, maar ook tijdrovend en bij tijd en wijle frustrerend. Want Popma had meer ambities dan hij kon waarmaken, erkent hij. 'Dan blijken vier jaar opeens wel erg kort'. Diverse zaken staan goed op de rails, de vernieuwing van het onderwijs aan de UT kreeg onder zijn supervisie verder gestalte, de kwaliteitsmeting van het onderzoeksmanagement is een stap verder en de speerpunten van onderzoek zijn nu zo langzaamaan gedefinieerd. Maar de beoogde internationalisering kreeg nog geen 'smoel', al vervulde Popma met verve zijn ambassadeursrol over de grenzen.
Popma zegt voor de toekomst van de UT niet bang te zijn. 'We zijn echt goed'. De visitaties op het gebied van onderwjs en onderzoek tonen het uitstekende niveau van het onderwijs op de UT over een breed front. Ook diverse onderdelen van het onderzoek scoren excellent. Een rangorde, ranking in vakjargon, van met name de drie tu's zou er wat hem betreft zo mogen komen. De concurrentie durft hij wel aan, zegt hij strijdvaardig. 'Ook een groot goed als onze campus moet daarin nadrukkelijker dan nu in meedoen. Alleen schijnen we met z'n allen niet of onvoldende te beseffen hoeveel topkwaliteit we binnen onze poorten hebben.'
Een ranglijst van universiteiten, naar het voorbeeld van de Amerkaanse universiteiten, schept wellicht de duidelijkheid waar het nu een beetje aan schort. Duidelijkheid voor bijvoorbeeld de middelbare scholieren die de weg naar Enschede om wat voor reden dan ook, maar moeizaam weten te vinden. Ranking zal de UT er volgens Popma ook van doordringen dat goed niet goed genoeg is. Excellent onderzoek, op zeker drie tot vier gebieden, met daarnaast een uitstekend onderwijsveld, bieden meer perspectief op overleving in de jaren na het magische jaartal 2000 dan een goede middenmoter. 'We moeten veel meer doen aan ons profiel.'
Stroperig
Wat dat betreft wenst hij zijn opvolger Frans van Vught een gunstiger gesternte dan hem zelf was beschoren. Een belemmerende factor noemt Popma de moeizame, ja stroperige besluitvorming en gevestigde groepsbelangen binnen de UT, waardoor allerlei opportunities verloren zijn gegaan. 'In het begin probeerde ik met inzet en enthousiasme de problemen die er lagen, te attaqueren en op te lossen, maar al gauw stuitte ik op het systeem van ambtelijke zekerheden, de hoge muren rond de diensten en de al te grote autonomie van de faculteiten. 'De ambtelijke status en het feit dat iedereen het steeds maar weer met elkaar eens moet zijn, dat consensus-principe, leidt tot niet-dynamisch gedrag. We zijn hier met z'n allen zo bloedserieus. Het gelijkheidsbeginsel viert hoogtij. Oké, de dynamisering van het onderzoek kwam onvoldoende uit de verf, maar de zij-effecten ervan werden wel zichtbaar: er zijn parameters om het management van het onderzoek te meten. Nog een stap verder en we krijgen loon-naar-prestatie. Ben ik helemaal vóór. Tot nu wil de universitaire gemeenschap er niet van weten, maar ik verzeker je dat die koppeling over een paar jaar heel gewoon is. Dat leidt dan ongetwijfeld ook tot een geheel andere modelfinanciering dan we er nu op nahouden.' Zoals hij ook heil verwacht van de cao's die de universitaire top binnenkort zelf met het personeel kan sluiten.
Spijt
De oud-rector vertelt met enige spijt dat een grootschalige uitwisseling met de voorbeeld-universiteit Aalborg in de kiem werd gesmoord omdat de UT-organisatie er niet op berekend zou zijn. En dat terwijl hijzelf en met hem vele andere UT-autoriteiten en ingevoerde studenten, meerdere malen een bezoek brachten aan deDeense universiteit en de Denen zich van hun kant orienteerden in Twente. Aalborg valt volgens Popma onder de geestverwanten van de UT, net als de universiteiten van Hamburg-Harburg, Dortmund, Warwick en Barcelona met wie een ondernemend netwerk werd opgebouwd. Met genoegen ziet Popma op die activiteit terug, maar het is nog maar een beginnetje beseft hij. Echt iets aan elkaar hebben vergt een grotere inzet en alertheid van de organisatie en daar ontbreekt het vooralsnog aan, oordeelt hij. 'We doen ons best, maar het moet sneller'. Hij is het dan ook niet eens met opvatting dat het 't College van Bestuur ontbreekt aan guts en slagvaardigheid. 'Wij wilden wel, maar het lukte vaak niet. Als centraal bestuurder zit je als het ware gevangen in een voortdurend gevecht om de voorrang tussen strategische belangen, opportunities en tegenvallers.' Zelf voelde hij zich als bestuurder uit de wetenschappelijke hoek soms gevangen tussen de belangen van de professionele wetenschappers versus de centrale hiërarchie en macht van buiten (bedrijfsleven), waar zijn twee collega-bestuurders gevoeliger voor waren. 'En dat terwijl ik van ons drieëen veruit de meeste bedrijfservaring heb (vijftien jaar bij onder meer Philips en IBM, red). Daardoor voelde ik me twee kanten uitgetrokken.'
Nieuw elan
'Nieuw elan? Hoognodig. Maar het kan pas als we het eerst in het College met elkaar zijn, ons daarin ook gesteund weten door het college van dekanen (de voorzitters van de faculteiten, allen hoogleraren). Dat is tot nu toe lang niet altijd het geval, anders hadden we ons wel meer onderscheiden als universiteit. We hebben een commissie nodig die een coherente visie ontwikkelt. Misschien dat je van de nieuwe wet (de MUB, red.) wat meer slagkracht mag verwachten, maar ik moet nog zien of er voor een bepaalde koers voldoende draagvlak binnen de UT als geheel is te creeëren. Er zijn nu teveel deelbelangen, de neuzen wijzen niet dezelfde kant op. Feit is in elk geval dat facultaire bestuurders verder moeten kijken dan hun eigen toko en zich meer en gedurende een langere periode betrokken gaan voelen bij de top.'
Solidariteit
Popma bestrijdt dat de samenwerking binnen het college, dat verder wordt gevormd door Frits Schutte en Ben Veltman, ver te zoeken was. 'De solidariteit was heel redelijk te noemen. Een 'in alle harmonie' verlopen herschikking van taken gaf Popma meer lucht om zich intensief met de kwaliteit van het onderwijs te bemoeien en stelde hem in staat de UT ook in het buitenland te vertegenwoordigen. Hij zorgde ervoor dat er banden ontstonden met de East China Normal University, Bao Steel, en Zhejiang University in Hangzhou. Ook de Confederatie van Rectorenconferenties, waar hij als vertegenwoordiger van de Nederlandse rectoren zitting in had, vond hij een 'geweldige ervaring'. 'Je houdt op die manier voeling met Europa. De buitengewoon interessante contacten die ik daar opdeed brachten de voorgenomen samenwerking met genoemde ondernemende universiteiten in een stroomversnelling. Het verschafte me ook inzicht in Brussel en haar subsidiestromen. Hoe praat je bijvoorbeeld met een Europese Commissie? Ik heb op dit punt een soort pr-funktie gehad. Daardoor is de UT weer op de internationale kaart komen te staan. Internationale contacten, inzicht in andere culturen zijn de voorwaarden voor een internationaal profiel. Daar hebben we als UT echter ook de facilitering van de faculteiten bij nodig.'
Onderwijs
Het meest tot de verbeelding spreekt zijn voorname rol in de vernieuwing van het onderwijs van de UT. 'TUTOR (toekomst UT-onderwijs, red.) was een hersenspinsel van mij, dat klopt.' Deze commissie zette de lijnen uit voor een vernieuwd onderwijsbeleid, met als exponent het projectonderwijs dat in diverse faculteiten waaronder EL, WB en TBK ingang vond. Maar ook van tele-leren, digitaal onderwijs op afstand, verwacht hij in de nabije toekomst grotemogelijkheden. 'Een faculteit als Toegepaste Onderwijskunde zou hier, samen met het Onderwijskundig Centrum, een voortrekkersrol in kunnen vervullen.'
Een echte rasbestuurder was hij zeker niet, weet Popma. De vaardigheid om handig te manoevreren met de Universiteitsraad was aan hem niet besteed. Vanwege buitenlandse bezigheden ontbrak hij vaak op het appèl, de raad leek een beetje aan hem voorbij te gaan. 'Nee, met de UR is het nooit iets geworden. De raad heeft een vrij formalistische inslag, ik begrijp dat niet, is ook niet nodig. Maar ze doen het niet zo slecht hoor, voegt hij er haastig aan toe.
Popma keert terug naar zijn oude EL-vakgroep Transductietechniek en Materiaalkunde. Zijn onderzoekactiviteiten stonden wat op een lager pitje, maar hij verwacht de draad snel weer te kunnen opppaken. eerst gaat hij nog een jaar met 'sabbatical. Waarheen, dat weet hij nog niet precies.
![]()