Flodder 4

| Redactie

Een nieuwe generatie filmmakers heeft er voor gezorgd dat de Nederlandse film door binnen- en buitenland weer serieus wordt genomen. Deze artistieke impuls moet de schijndood van de Hollandse filmindustrie, ontstaan na de Flodder-trilogie, voor altijd doen vergeten. Nu de internationale prijzen (bijv. de Oscars voor Antonia en Karakter) binnenstromen en de nationale filmcritici weer positief over 'de Nederlandse film' schrijven, is het zaak om het publiek warm te laten lopen voor een film van eigen bodem. Het maken van een goede film garandeert nog geen kaskraker, het werk ligt evenzeer bij de overheid.

Te vaak is in Nederland geprobeerd om de succesvolle films uit de VS te evenaren. Daar is simpelweg geen geld voor en mocht het geld een keer geen probleem zijn dan blijkt de Amerikaanse variant vakkundiger, spectaculairder en origineler. Zo zijn in het recente verleden veel dure filmproducties geflopt (de Zeemeerman, de Flat, de Johnsons). In plaats van deze kopieerdrang moet de nadruk worden gelegd op kenmerken van de Nederlandse film die juist uniek zijn in de filmwereld: de directe, taboedoorbrekende filmstijl en de droog-absurde humor. Films als Abel, Zusje en zeer recentelijk De Poolse Bruid hebben bewezen dat er wel degelijk een publiek voor is.

Het Nederlandse Fonds voor de Film, dat diverse filmprojecten subsidieert, moet er zorg voor dragen dat nieuw en aanstormend talent gesteund wordt en dient hierbij de continuïteit van de regisseur te waarborgen. Maar zijn taak zal verder moeten gaan om een herleving van de Nederlande film te bewerkstelligen. Hierbij kan ze een voorbeeld nemen aan de Deense overheid, die een zogenaamd matching fund toekent: de overheid verdubbelt het door particuliere investeerders ingebrachte geld. Gevolg is dat het risico voor de betrokken investeerders en producenten afneemt. Daarnaast werkt de nu toegepaste achterafbeloning de risicofactor verder in de hand omdat de drang om een film niet te doen floppen toeneemt. Ook hier zal meer zekerheid vooraf noodzakelijk zijn. Kom tevens de risico-averse bioscoopeigenaar tegemoet zodat de film uiteindelijk voor een breed publiek toegankelijk is. Het vertrouwen in de Nederlandse film moet weer terugkomen en de overheid dient deze taak op zich te nemen.

Wanneer men zich in Nederland bewust wordt van de eigen kwaliteiten en de overheid deze talenten laat ontplooien, zal de behoefte aan Flodder 4 vanzelf verdwijnen.

De auteur is student TBK. Hij geeft de pen door aan

Oscar ter Meer, student INF

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.