Tegen de term 'vrijblijvend' verzet prof. dr. C.D. van der Vijver van het, aan de faculteit Bestuurskunde gelieerde, Internationaal Politie Instituut Twente (Ipit) zich sterk. Het congres over Public Safety in Europe dat het Ipit begin deze week op de UT organiseerde, was de eerste in zijn soort. Veel bijdragen hadden daarom een verkennend en nog weinig concreet karakter.
Van der Vijver: 'Voor het eerst zijn deskundigen uit verschillende landen samengekomen rond het thema van Europese veiligheid. Het is een eerste inventarisatie die overigens weinig reden tot optimisme geeft. Grondige analyses van het internationale politiewerk zijn nog maar mondjesmaat uitgevoerd. De eerste indruk is dat de problemen en de aanpak van de politie per land sterk verschillen.'
Voorbeeld
Als voorbeeld noemt Van der Vijver de conflicten die ontstaan in probleemwijken. De Franse nouvelle villes lijken in weinig op de Engelse new towns of op de Nederlandse achterstandsbuurten. Van der Vijver: 'In Frankrijk richt het geweld zich op de overheid in het algemeen. Zelfs de postbode kan bij wijze van spreken doelwit zijn, iets wat hier ondenkbaar is. De politie in Frankrijk is sterk opgesplitst in nationale en locale korpsen, en verschilt hemelsbreed van bijvoorbeeld het Engelse systeem dat bijna uitsluitend lokaal functioneert. In Nederland kennen we met de Oosterpark-rellen onze eigen problemen, maar toch werpt de integrale aanpak, waarbij we dichter in de wijk kruipen, zijn vruchten af.'
Op het congres deed de bijdrage van mrs. prof. dr. L. Shelley stof opwaaien. Volgens haar richt de aandacht van de politie zich te sterk op wapens en mensen als het gaat over Oost-Europa. Financiële misdaden zoals het witwassen van geld, handelsdelicten en misbruik van fondsen voeren hier de boventoon. De economische crisis versterkt deze misdrijven en de omstandigheden waarin ze plaatsvinden blijven onduidelijk. Shelley: 'Wetenschappers kunnen met een onafhankelijke blik over een langere termijn de culturele achtergronden bestuderen. Deze kennis is tot nog toe een groot gemis bij de Europese politie. De impact van de financiële misdaden in Oost-Europa zal niet overal even groot zijn en met name in de buurlanden extraproblemen opleveren.'
Dilemma's
Dr. W. Bruggeman, adjunct-directeur van Europol, benadrukt de verschillen in de politiesystemen die altijd voor dilemma's zullen blijven zorgen. Zo krijgen de Engelse cops in de opsporing veel meer de vrije hand dan hun Belgische collega's. Onze zuiderburen moeten vanaf het begin van het onderzoek de procureur bij hun handelingen betrekken, terwijl de Engelsen tot diep in het onderzoek hun gang kunnen gaan. Bruggeman: 'Een interne mededeling afkomstig uit Engeland met het opschrift 'for policework only' kan in België problemen opleveren en de samenwerking ernstig belemmeren.'
Hoewel er een Europol is - die grensoverschrijdende politieonderzoeken opzet - ontbreekt vooralsnog een juridische evenknie. Bruggeman ziet hierin wel een grote handicap maar is niet zonder meer voor de toevoeging van een nieuw log supranationaal instituut. Duidelijke conventies moeten meer acties mogelijk maken om de moderne misdaad effectiever te bestrijden. Duidelijke afspraken voor het afluisteren van het telefoonverkeer met moderne satellite-tracking methoden, noemt Bruggeman als nijpend voorbeeld.
Technologie
Verder ziet de Europol-bestuurder veel in de inzet van moderne technologie. Met een groot communicatienetwerk is veel na te zoeken, bijvoorbeeld welke Franse magistraat benaderd moet worden voor politie-onderzoek in een bepaalde regio. Ook een internationaal uitwisselbare 'criminele database' kan veel extra informatie verschaffen. Daarvoor moeten wel eerst veel obstakels worden weggeruimd. Zo zijn in de Duitse databases geen gegevens te vinden over de slachtoffers van misdrijven.
Bruggeman: 'Een federale code zoals bij de FBI zullen we niet bereiken. Voorlopig is Europol de verste vorm van internationale politie-samenwerking in Europa. We zijn nog lang niet klaar om de georganiseerde misdaad succesvol te bestrijden omdat deze steeds mobieler en technologisch geavanceerder opereert.'
Bruggeman ziet grote verschuivingen optreden bij het internationale politiewerk. Het Schengen-akkoord, de installering van Europol, en nieuwe samenwerkingsverbanden zoals de Europese Drugs Intelligent Units en de Trevi-groepen, maken het internationale werk formeler en meer multidisciplinair. De invloed van het tot de verbeelding sprekende 'old boys network' - waar persoonlijke contacten met ongeschreven wetten het opsporingswerk op gang houden - vermindert maar blijft altijd bestaan. Bruggeman: 'De aard van het politiewerk is te complex om volledig in regels te vatten. Het old boys netwerk verdwijnt niet, maar de politie blijft leren van crisis tot crisis.'
Verleiding
Opvallend op het Ipit-congres was de waarschuwing van deParijse professor D. Bigo. Volgens hem vervagen de grenzen tussen het werk van de politie en het leger, vooral nu een duidelijke vijand in het Oostblok is weggevallen, en de internationale vredesacties complexer uitvoerbaar blijken dan aanvankelijk werd verondersteld. Bigo: 'De verleiding is groot om militairen in te zetten, bijvoorbeeld om de publieke orde in de straat te herstellen of om moeilijke arrestaties uit te voeren.'
Volgens Bigo moet Europa de scheiding tussen leger en politie streng blijven bewaken al ziet hij ook voordelen bij de inzet van militairen. Bigo: 'Het leger beschikt over geavanceerde communicatietechnologie. Bovendien lijkt de georganiseerde misdaad vaak verdacht veel op oorlog en die moet je met gelijke middelen tegemoet treden. Misschien ligt hier toch een nieuwe taak.'
In zijn slotrede sprak UT-hoogleraar Van der Vijver de belofte uit om over twee jaar een nieuw congres over Europese veiligheid in Twente te organiseren. Hij riep congresdeelnemers met goede suggesties voor vervolgthema's op zich bij hem te melden. Ook aan de kant van de wetenschap is een scherper debat nodig om de moderne crimineel te kunnen verontrusten.
Egbert van Hattem
Het politiewerk in het grenzenloze Europa verandert.