Zoenen is toch gewoon lekker?

| Redactie

Eerstejaars zijn slim, zelfverzekerd, mondig, maar bovenal nieuw in de stad, nieuw op de campus en nieuw in hun studentenhuis. Maar wat is dan wel zo nieuw en anders? Een jaar lang, om de acht weken, hét studentenleven van zes TCW'ers en tien TN-studenten. Deze week vertellen de doegroepkinderen over de voedselvoorraad, de sfeer op de campus en gewoon lekker zoenen.

DE PEERGROUP

De TCW-dames zijn nog brak van het stappen, maar de herrie tijdens de fotosessie op de trap in het BB-gebouw is er niet minder om: 'Waar is de visagist? Van deze kant lijk ik het meest op Claudia Schiffer. Waarom weet ik nu pas dat ik op de foto moet? Oh, m'n haar.' Grapjes volgen elkaar snel op. Lachen wordt al gauw giechelen.

Hoe anders reageert het TN-doegroepje. Tien paar ogen kijken ernstig in de lens. Na drie standaard grappen weet de fotograaf ook niet meer hoe hij de eerstejaars aan het lachen krijgt. Niet dat ze duf zijn, of saai en zonder humor. Maar wel serieuzer.

En zo vreemd is dat ook niet. TN'ers komen vooral voor de intellectuele uitdaging naar de UT, zo blijkt. 'De wiskunde gaat steeds verder', zegt Mayke met glinsterende oogjes. 'Natuurkunde is lekker fundamenteel', vindt David. Wytse: 'Het laat iets van de grenzen van de natuur zien. Hopelijk bewegen wij ons later in de voorste fronten van de wetenschap.'

Theorie en praktijk met elkaar verbinden, dat vinden ze het leukste aan hun studie Technische Natuurkunde. 'Weerstanden frituren en dan weten dat er rook uit komt omdat je de spanning te hoog hebt opgevoerd. Lachen man.' Frank had tijdens het natuurkunde practicum de primeur.

'Toegepast!', roepen de zes TCW-studenten in koor. Ze kwamen naar Enschede omdat TCW een 'unieke' maar vooral een 'toegepaste' studie heet te zijn. 'Ik ben toch niet zo'n boekenwurm', vindt Elke van zichzelf. 'Al dat fundamentele gedoe. Nieuwe media, dat lijkt mij pas interessant.' Aarzelend geeft Inge de Boer toe dat ze de UT als een uitdaging ziet, waar ze zichzelf wil bewijzen. 'Mijn vwo-docenten adviseerden hbo. Ik ben toch - lekker eigenwijs - naar de universiteit gegaan. Dus zit ik hier nu wel een beetje van: ojee wat gaat het worden.'

Inge is niet de enige TCW-studente die serieus heeft overwogen toch voor een hbo-opleiding te kiezen. Vrijwel al haar doegroepgenoten twijfelden tot vlak voor de zomervakantie tussen hbo en wo. Dit in tegenstelling tot de TN-studenten. Die wisten bijna allemaal zeker dat ze naar een technische universiteit wilden. Alleen welke, dat was nog even de vraag.

Waarom ze uiteindelijk voor de UT kozen? Het antwoord komt vlot en collectief: omdat het op de campus allemaal zo goed geregeld is. De open dagen bijvoorbeeld, die verliepen 'gestroomlijnd'. Terwijl het op andere universiteiten 'een zootje' was. Bovendien deed iedereen 'aardig, vriendelijk en open.' 'In Nijmegen', vertelt TCW-studente Inge Joustra met nauwelijks verholen afkeer, 'stond iemand met de rug naar het publiek over communicatie te praten. Dat doe je toch niet!'

Campus

Hoewel? De campus? Geweldig? Geen enkele TCW'er woont er. En dat is weldegelijk bewust. 'Ik weet nu al voor 500 procent zeker dat ik in de stad blijf', poneert Fleur stellig. 'En waarom? 's Avonds moet je toch naar het centrum om te stappen. Ik fiets liever overdag dan 's nachts.'

'Bovendien', zo weten de TCW'ers, 'zijn de mensen op de campus - ja, nou, hoe zeg je dat netjes - minder sociaal, of beter: anders.'

Leuke mensen verhuizen na een jaartje Calslaan of Matenweg namelijk naar de stad, zo is de stellige overtuiging van de dames. 'En in sommige van die - veel te dure - flats is het ook gewoon een vieze troep hoor', gruwelen ze verder. Ook over de Vestingbar valt weinig positiefs te melden, vinden ze. 'Daar ga je alleen tijdens de intro naar toe. Denk je dat daar op een gewone doordeweekse avond meer dan twee mensen aan de bar hangen?'

De TN-studenten, die bijna allemaal op de campus wonen, vinden de idyllisch groene omgeving daarentegen 'vet goed' en 'super relaxed'. Bij Vincent op de flat hebben ze om de paar dagen een feest. 'Of anders gaan we wel naar de buren.'

Computerspelletjes spelen kun je ook veel beter met een directe aansluiting op het campusnet. 'Bij ons op de flat doen ze veel Quake en Red Alert. En als dat nodig is gaan we rustig tot vier uur 's nachts door', vertelt David.

Vermoeiend

Maar, hoe bevalt het studentenleven? Vermoeiend, roepen ze allemaal. 'Tien keer vermoeiender dan het vwo-leventje', vindt Claudia (TCW) zelfs. 'Je moet overal op letten. Vroeger deed je de deur van de koelkast open en dan stonden daar: de melk, de boter, de jam en de noem maar op. Tegenwoordig ben ik al blij dat ik brood heb.' 'En het is allemaal zo duur', voegt Inge de Boer daar nog dieper zuchtend aan toe. 'Je geeft zoveel geld uit. Toen ik nog thuis woonde, werd ik boos als mijn moeder goedkope hagelslag kocht. Tegenwoordig snap ik dat wel.'

Op de campusflat van David (TN) is de voedselvoorziening een stuk efficinter geregeld. 'Eén huisgenoot vervult de moederrol. Tenminste zolang het om de koelkast gaat. Hij zorgt ervoor dat de voorraden op peil blijven. Wij doen trouwens alle huishoudelijke dingen samen. Zelfs de tandpasta wordt collectief ingekocht.'

Voorkomen dat je omkomt van de honger, het is zeker een omvangrijke, maar nog niet eens de enige levenstaak die de eerstejaars dienen te vervullen. Studenten moeten immers studeren. Elke (TCW): 'Het valt inderdaad niet mee om daar tijd voor vrij te maken. Dan zit je Goede Tijden Slechte Tijden te kijken, terwijl je weet dat je voor het college van de volgende ochtend honderd bladzijden moet lezen.'

De studie vergt aanzienlijk meer tijd dan de lesjes op het vwo, vinden ook de TN-studenten. 'Dertig sommen per hoofdstuk. De docenten jassen er tijdens die twee uurtjes college toch wel veel door.' Remco zegt het met diepe denkrimpels in zijn voorhoofd. 'Bovendien moet je elk vak halen. Op het vwo kon je een onvoldoende met een volgend proefwerk compenseren.'

Stappen

Veel pauzes, weinig lesuren. Niemand die controleert of je de opgaven hebt gemaakt. Geen onverwachte overhoringen. Op een universiteit hoef je eigenlijk niks. Slim met die vrijheid omgaan, de meeste eerstejaars vinden het lastig. Temeer omdat er zovéél moet gebeuren. Want naast het huishouden en de studie is er het stappen. Moet ook. Minstens één keer per week, maar meestal vaker.

De kroegen aan de Oude Markt zijn veruit favoriet. Soms verkassen destudenten wat later op de avond naar een discotheek. 'Maar in de Experience is op donderdagavond echt niks te doen', weet Mayke (TN) inmiddels uit eigen ervaring. 'Je moet ook naar de Kapsalon gaan', tipt Peter. 'Vooral als je AKI-meisjes tegen wilt komen', voegt Jeroen daar aan toe.

Vier van de zes TCW-studenten zijn lid geworden van Audentis. 'We zijn niet echt vaak de stad in geweest', vertelt Jolanda. 'Meestal zitten we een paar avonden per week in de kroeg van onze studentenvereniging.' Vandaar dat ze nu ook zo brak zijn? 'Ja, klopt', zegt Inge Joustra, 'gisteravond werden we geïnaugureerd.'

Een studentenvereniging? 'No way!' De TN'ers moeten niks hebben van het 'corporale gedoe' in de Pakkerij. Niemand is lid van een studentenvereniging en ook niemand overweegt een lidmaatschap. 'Alleen al de ontgroening lijkt mij verschrikkelijk.' Anca spuwt de woorden bijna uit.

'Stom', oordelen de vier TCW'ers. Claudia: 'Audentis is helemaal niet corporaal. De mensen die daar rondlopen zijn gewoon mondig.' En het ontgroeningsweekend dan? 'Hmmm, dat was niet alleen maar leuk', vervolgt Claudia bedenkelijk. 'Toen we na een lange fietstocht doodmoe op de kampeerboerderij aankwamen moesten we door het natte gras rollen. We werden ook voortdurend uitgescholden. Pas later zie je het nut van al die ellende. En ach ja, er waren ook wel leuke dingen. Commissies die zich voorstelden. We hebben het Wilhelmus en het Io vivat geleerd. Bovendien kwam de studentenpsycholoog langs om allemaal dingen uit te leggen. Dat was erg nuttig.'

Liefde

'Meisjes? Welke meisjes?' Als de liefde ter sprake komt barst het mannelijke deel van de TN-doegroep uit in hoongelach. Peter: 'Toevallig zitten er drie meisjes in ons doegroepje. Maar die hebben alle drie verkering.' De meeste TN-mannen zijn dan ook noodgedwongen vrijgezel. 'Ik heb nog een goeie vriend in Nijmegen', merkt Jeroen schamper op. 'Daar zijn pas veel grieten. Misschien moet ik hem wat vaker opzoeken.'

De TCW-dames hebben wel allemaal zo ongeveer een vriendje. Hoewel bij de één de relatie wat degelijker is dan bij de ander. 'Heb ik eigenlijk wat met die jongen', vraagt Elke zich hardop af. Inge vindt van wel. En ook de andere dames dringen aan: anders is het ook zo sneu voor hem. 'Nou, goed dan'. Elke weet het inmiddels zeker, 'dan heb ik wat.'

Overigens denken de TCW'ers vrij luchtig over de liefde. 'Als je verkering hebt dan doe je het rustig aan', zegt Inge de Boer. 'Maar als het niet echt vast is? Ja, dan gebeurt er wat er gebeurt. Zoenen is toch gewoon lekker? En niet abnormaal of zo!'

De TCW-doegroep, van links af: Jolanda Noordam, Inge Joustra, Claudia Jansen, Fleur de Nijs, Inge de Boer en Elke Bauhuis.

De TN-doegroep, van links af: Frank Bossewinkel, Vincent Bos, Peter Holkers, Remco Jonker, Jeroen Huijben, Anca Buit, Belinda Yzerman, Mayke van den Ploeg, Wytse Mensonides en David Elsting.

Sijas Akkerman

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.