Enschedeploegers morren nooit en kijken niet op een uurtje

| Redactie

Dom werk intelligent aanpakken, dat is waar de Enschede Ploeg in uitblinkt. Bij vrijwel alle mamoetevenementen in Nederland - popfestivals, houseparty's, sportevenementen en stadionconcerten - draaft de laatste jaren een team Twentse studenten op voor sjouw-, op- en afbreekwerk. Tot grote tevredenheid van voornaamste opdrachtgever Mojo, die blind op de knowhow en onvoorwaardelijke inzet van de Enschedeploegers vaart. Zoals onlangs tijdens de Rolling Stonesconcerten in de Amsterdam Arena bijvoorbeeld. Wat is het geheim van de EP?

CT-student Rutger Scharloo (22) is één van de veertien Enschedeploegers die in de namiddag van 6 juli afreizen naar de Amsterdam Arena. De Rolling Stones zullen 's avonds hun laatste van vijf concerten op Nederlandse bodem afwerken en nog voor de volgende ochtend moet het hele podium afgebroken zijn. Scharloo's kleding doet vermoeden dat hij precies weet wat dat laatste betekent. Hij draagt een workersbroek waarvan de pijpen zijn afgeritst, zijn voeten steken in legerkistjes, en aan zijn riem hangt een robuust zakmes.

'Dat wordt aanpakken tot een uur of negen in de ochtend', zegt hij zonder een spier te vertrekken. 'Dranghekken sjouwen, vrachtwagens laden, kleed-kamers uitruimen. Maar eerst de show bekijken natuurlijk.' Scharloo maakt deel uit van de extra nachtploeg, die de zogenaamde 'site crew' komt versterken. Die bestaat uit vijftien Enschedese studenten die al twee weken in de Arena bivakkeren. Tijdens alle opbouw- en showdagen hebben ze de vaste Stonescrew geassisteerd. Het neerzetten van het podium kostte drie werkdagen, het afbreken moet in het bestek van één nacht gebeuren.

Daar is extra mankracht voor nodig, en daarom heeft Mojo nog eens veertien UT'ers besteld. Die staan nu tussen de meute op het veld, vlakbij het podium. Wat opvalt is dat de Twentse studenten zich anders gedragen dan de Stonesaanhang. Die begint te springen en te klappen als de band met het onvermijdelijke 'Satisfaction' inzet, en geeft bij elke volgende song een blijk van herkenning. De Enschedeploegers ondergaan de verrichtingen op het podium echter opmerkelijk onaangedaan.

Danielle Buitendijk, één van de drie vrouwelijke studentes in de nachtploeg, klapt niet eens als een nummer af is. Verveeld leunt ze met haar rug tegen een dranghek. 'Het merendeel van de liedjes ken ik niet', zegt ze. 'Ik heb niets met de Stones.' De band zit op dat moment midden in de riff van 'Bitch', een Sticky fingers-song geschreven ruim voor Danielles geboorte, en, geeft ze toe, dit vindt ze wel een lekker deuntje.

Haar collega's zijn iets enthousiaster, maar wat voor Danielle geldt, is ook op hen van toepassing: geen van allen staan ze hier primair voor de grootste rock-'n'-rollband van de wereld. Dat lijkt vreemd, een buitenstaander zou verwachten dat de Enschede Ploeg aan elkaar hangt van popliefhebbers.

Het zit echter net even anders. De klussen zijn van dien aard, dat wie alleen voor de muziek komt uiteindelijk zal afhaken. Tegenover twee uur Stones staan negen nachtelijke uren van fysieke, gedisciplineerde arbeid. Verstand op nul en blik op oneindig is er niet bij, niet alleen omdat er met zwaar materieel wordt gewerkt, maar ook omdat problemen en probleempjes en ad hoc moeten worden opgelost. Daarvoor moet je denken met je handen, en daarin blijken Enschedeploegers zeer goed te zijn.

Tijdens een van de shows sprak rector Frans van Vught, geïntroduceerd door Tonnie Buitink, met Mojo-baas Leon Ramakers. Volgens Van Vught kwam de inpressario superlatieven te kort waar het de prestaties van de Enschede Ploeg betrof. 'Ramakers roemde de instelling van onze studenten en hun vermogen om voor de gekste problemen een oplossing te vinden. Hij zei zelfs dat Mojo nauwelijks meer zonder Enschedeploegers zou kunnen.'

In die mentaliteit schuilt waarschijnlijk het geheim van de EP. Ergens doet de sfeer rondom de ploeg denken aan die rond het Nederlands elftal in Frankrijk. Net als de firma-Hiddink straalt de Enschede Ploeg een zekere vitaliteit uit, een soort blakende gezondheid. Alles is degelijk geregeld: de verdiensten, de verzekeringen, het vervoer van en naar de klussen, de catering op de werkvloer.

En net als de oproepkrachten van Hiddink morren de Enschedeploegers nooit, zo lijkt het. Ze kijken niet op een uurtje, sjouwen liever met een barrier (een soort dranghek) dan dat ze thuis in de boeken zitten. Vaak doen ze nog klussen als ze al lang en breed zijn afgestudeerd. Ruzies en onderlinge irritatie worden op centraal niveau beslecht: Tonnie Buitink, niet de Hiddink dan toch het geweten van de EP, hoort de partijen, bemiddelt en treft desnoods maatregelen.

Als een ernstig gesprek geen resultaat oplevert, is de volgende stap eenvoudig: je wordt niet meer gebeld. Wat dat betreft werkt de Enschede Ploeg als een echt uitzendbureau, het laatste jaar zeker. Als er vroeger een klus was, dan belde degene die op dat moment op kantoor zat een groep bijelkaar. Dat ging lang goed, totdat het werk serieus begon binnen te stromen. Tegenwoordig telt het bestand driehonderd oproepkrachten en is er een centrale man in dienst die er een dagtaak aan heeft teams op de been te helpen. Elke dag lopen er namelijk wel ergens in Nederland Enschedeploegers rond. Op een festivalterrein, bij een bedrijfsfeest, of op een houseparty.

Leden van de Enschede Ploeg inspecteren de Arena daags voor het optreden van Stones.

Peter Buwalda

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.