Wie gelooft dat televisie de wereld in de huiskamer brengt, verklaart Nijhuis voor gek en valt Tasche snikkend om de hals. Indonesië leek de afgelopen weken immers wel één grote rel, een kolkend oord waar geen student zijn leven zeker was. In werkelijkheid speelden de onlusten zich vooral af in Jakarta, en dan met name in bepaalde delen van de hoofdstad. Dat zei ook Floriaan tegen zijn ouders, die desondanks zijn repatriëring (zoals dat zo fraai heet) wel zouden betalen. 'Als je maar gauw terugkomt', zei z'n moeder.
En zo geschiede, maar niet omdat het Tasche te heet onder zijn voeten werd. Met Nijhuis woonde hij drie maanden in een studentenhuis in Bandung, en daar was het rustig. 'We zaten op driehonderd kilometer van Jakarta, maar wat een hemelsbreed verschil. Er werd in Bandung wel gedemonstreerd, maar altijd vreedzaam. Pepijn en ik hebben er foto's van. Hier en daar een venijnig spandoek tegen Soeharto, verder slechts pais en vree.'
Waarom pakte Tasche dan zijn koffers? 'Ten eerste wist ik niet wat woensdag 20 mei, de dag van de massabetoging, zou brengen. Iedereen was geadviseerd om binnen te blijven, Hans van Mierlo ried Nederlanders aan om het land te verlaten. Dat kun je negeren, zoals Pepijn heeft gedaan. Je kunt ook, zoals ik, het zekere voor het onzekere nemen.'
'Ten tweede het punt van de vakantie. Pepijn zoekt, net als mijn vriendin en ik van plan waren, de dunbevolkte eilanden op. Daar loop je weinig risico, dat staat vast. Maar je bent ook afgesneden van nieuws over de ontwikkelingen op Java. Dat leek mij niet slim. Ik wilde weten wat er zou gaan gebeuren de komende tijd. Achteraf lijkt het mee te vallen, maar voor hetzelfde geld was er een burgeroorlog uitgebroken. En dan zit je in de bush van Kalimantan of Timor.'
Noodgedwongen maakte Tasche Rais' dag van people's power toch nog mee: op het vliegveld van Jakarta. 'Het was die dinsdag zo druk daar. Het barstte van de Chinezen, die terecht zo snel mogelijk weg wilden. Ik heb precies een etmaal op een vliegtuig moeten wachten.'
Nijhuis ondertussen zat die dag thuis in Bandung. Per e-mail vertelt hij hoe leeg de straten zijn, en hoe hij het nieuws op de tv volgen. 'Wat mij opviel', schrijft hij, 'is dat veel 'eenvoudigere' indonesiërs, zoals bijvoorbeeld uitbaters van eetstalletjes langs de weg, geen idee hadden van wat er gaande was. Een eigenares van zo'n stalletje snapte er niets van dat het zo rustig was op straat. Sinds het aftreden van Soeharto is de sfeer duidelijk gespannen. Iedereen wacht af. Wel geloven de mensen hier dat het in Bandung rustig zal blijven.'
Over een paar dagen gaat Nijhuis lekker op vakantie. Voorlopig heeft hij geen spijt van zijn beslissing om te blijven. Paul Maassen evenmin. Hij benadrukt het onderscheid tussen de werkelijkheid en verslaggevging op de televisie. 'Ik ben blij dat ik de paniekuitspraken van Van Mierlo niet serieus heb genomen. Wat mij verbaast is de wereld van verschil tussen debeleving van zo'n crisis in Nederland en de realiteit. De studentendemonstraties in Bandung waren wat dat betreft indrukwekkend vreedzaam. 70.000 man die om Reformasi riepen, terwijl de lachende soldaten nog een peuk opstaken. Die beelden laten de NOS en CNN niet zien. Kippevel kreeg ik ervan, echt waar.'