De UT staat volgens directeur Tom Koppen van het Centrum voor Informatievoorziening (CIV), die de motor is achter deze ontwikkeling, te boek als de universiteit met de beste studentenfaciliteiten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie. De UT gaf haar studenten vijf jaar geleden al e-mail en liep daarmee voorop. De meeste van de 2000 campusbewoners maken gebruik van een rechtstreekse en onbeperkte netwerktoegang. Studenten in de stad loggen via het zogenaamde terugbel-systeem in op internet en de UT. Eind juni stuurt het CIV alle UT-studenten en vooraanmelders hun nieuwe username en password, plus handleiding.
De nieuwe inbelvoorziening maakt deel uit van een groter pakket nieuwe ICT-voorzieningen voor UT-studenten. Zo krijgen ze allemaal 10 megabyte schijfruimte op een centrale computer die op het netwerk is aangesloten. Op die manier kunnen ze werkstukken en ander studiemateriaal bewaren, bijvoorbeeld als er niet op de UT, maar thuis of op stage wordt gewerkt. Dat maakt volgens Koppen gesleep met floppies of notebookcomputers overbodig. Men kan genoemde schijfruimte tevens gebruiken voor een eigen homepage op Internet, die dan permanent vanuit de hele wereld kan worden bekeken.
De verbindingen gaan niet via de bekende coaxkabel voor tv-en radiosignalen van Castel. De student belt gewoon in via de analoge telefoonlijn of ISDN-lijn van KPN-Telecom. 'De truc is dat men belt naar een telefoonnumer van Castel of Eternel in de eigen regio. Vanaf al die regionale inbelpunten brengt niet KPN maar Castel het signaal verder naar de UT. Voor dat laatste moet KPN van de OPTA, het toezichthoudend orgaan in de telecommunicatie, het zogenaamde interconnectietarief betalen. Het grootste deel van de omzet aan telefoontikken gaat dus naar Castel, dat deel uitmaakt van Edon, en levert dit bedrijf voldoende inkomsten op om bijna gratis een geavanceerde inbelvoorziening aan de UT ter beschikking te stellen.'
De RU Groningen krijgt een soortgelijke voorziening, die echter alleen noord-oost Nederland betreft. UT-studenten (en later ook personeel) kunnen, mits ze over een modem beschikken overal in Nederland bij het UT-net komen.
Het CIV zal als gevolg van de nieuwe situatie de bestaande dial-back voorziening langzaamaan afbouwen. Ook de geplande extra ISDN-router hoeft volgens Koppen niet meer te worden aangeschaft. Tesamen met het via Castel bespaarde geld heeft het CIV nu voor driehonderdduizend gulden een grote netwerkserver voor studenten aangeschaft. Daarop krijgt elke student genoemde 10 MB schrijfruimte, inclusief de e-mailbox die men nu al bij het CIV heeft.
De introductie van het goedkope, locale inbeltarief past volgens de CIV-directeur geheel in het streven van de UT in te zetten op kwalitatief hoogwaardige ict-voorzieningen, ter ondersteuning van het onderwijsproces. Koppen: 'Bij de UT moeten we niet kiezen voor notebookcomputers. Elke student moet thuis en op de faculteit via UT-net en Internet kunnen communiceren. We moeten vooral investeren in goede netwerkvoorzieningen. Destudent is mans genoeg om zelf te zorgen voor een goede pc.'