Raden bakkeleien nu al zes maanden

| Redactie

De invoering van de universitaire bestuursstructuur (MUB) verloopt stroef. De centrale ondernemingsraad en de centrale studentenraad bakkeleien nu al zes maanden met het CvB over statuten, reglementen en convenanens. Waarover mogen de raden wel en waarover mogen ze niet meepraten, dat is de inzet van ellenlange discussies vol misverstand en onbegrip. Pas volgende week woensdag - na zes maanden onderhandelen - worden de regels definitief vastgesteld. Hoe heeft het zo lang kunnen duren?

Eind 1996 loodste Ritzen de MUB door de tweede kamer. De wet verving de Wet Universitaire Bestuursstructuur (WUB). En dat werd tijd, vond de minister. De WUB, nog een relict uit de tijd van de studentenrevoltes in de zestiger jaren, stond een slagvaardige leiding van universiteiten in de weg. De bij het democratisch bestuur horende verlammende procedures, ondoorzichtige bestuursvormen en moeilijk te meten prestaties van vakgroepen, docenten en professoren vormden de oorzaken van de inefficiëntie binnen het universitair bedrijf.

Inmiddels zijn verworvenheden zoals de vakgroep als kleinste bestuurseenheid en deelname aan het bestuur door gekozen vertegenwoordigers van personeel en studenten ingeruild voor een machtige beroepsdecaan en een zeer beperkte vorm van inspraak.

Die inspraak moest de afgelopen maanden wel door de leden van de centrale studentenraad en de centrale ondernemingsraad bevochten worden. Want de MUB is een zogenaamde kaderwet. Minister Ritzen heeft alleen het raamwerk waarbinnen de nieuwe bestuursstructuur vorm moet krijgen vast gelegd. De universiteiten regelen zelf hoe ze de medezeggenschap precies vorm geven. Waarover studenten en personeelsleden bijvoorbeeld instemmingsrecht hebben, of waarover ze alleen mogen adviseren.

Juist daar zit het probleem. 'Bestuurders moeten besturen', zegt collegevoorzitter Van der Hek: 'Het liefst zo efficiënt en krachtdadig mogelijk.' Studenten en medewerkers willen natuurlijk het liefst over alles meepraten en meebeslissen. Zo wordt inspraak onderwerp van onderhandelingen. En onderhandelingen kunnen lang duren.

'Het is inderdaad een moeizaam proces,' vindt Van der Hek. 'De MUB is een typisch voorbeeld van compromiswetgeving. Heel veel onderdelen zijn open gelaten. Daar zitten wij als CvB ook wel een beetje mee. Maar we gaan vooralsnog uit van de redelijkheid van alle partijen. Daarom ben ik er van overtuigd dat wij er uit komen. Voor woensdag 27 mei. Onze universiteit moet goed bestuurd worden. Daarvoor nemen we samen met studenten en medewerkers de verantwoordelijkheid. Alle geledingen willen fors meepraten, en daar ben ik het mee eens ook.'

Jeroen van den Bos, woordvoerder van de centrale studentenraad is eveneens optimistisch. 'Ik ben er van overtuigd dat het college eindelijk inziet dat een conflictmodel niet werkt. Dat je studenten en medewerkers beter in een zo vroeg mogelijk stadium bij de besluitvorming kunt betrekken. Daardoor creëer je draagvlak. Doe je dat niet dan sta je elke week in Almelo voor de rechter geschillen uit te vechten.'

Ook de keuze voor gedeelde medezeggenschap - aparte studentenraden en ondernemingsraden - heeft de invoering van de MUB zeker niet versnelt. De leden van de raad hebben alle reglementen zelf opgesteld. Ze hebben alles zelf uitgezocht. Daardoor krijg je volgens Van den Bos een 'verschrikkelijk goed' beeld van wat er speelt. 'Als je iets uitvindt weet je namelijk precies hoe het werkt. Dat is dus de winst. Het verlies is de tijd die jeer mee verspeelt.'

De communicatie tussen het CvB en de ambtenaren die de notities over de MUB schrijven verloopt niet optimaal. Vorige week maandag bespraken vertegenwoordigers van de centrale studenten en ondernemingsraad een voorstel met beleidsmedewerker Ulbe de Boer. In het stuk was niks terug te vinden van de mondelinge afspraken die de raden eerder met het CvB gemaakt hadden. Desgevraagd verklaarde Van der Hek tegenover deze krant dat de notie geen enkele status heeft. 'Medewerkers schrijven notities. Dat is goed, daar zijn ze voor. Maar de verantwoordelijkheid om met die stukken iets te doen ligt bij het college.' Van den Bos vindt dat Van der Hek formeel gelijk heeft. 'Maar het blijft merkwaardig dat het college ambtenaren stukken laat schrijven die geen enkele status hebben. Bovendien schiet het zo ook niet echt op.'

De studentenvakbond SRD heeft ondanks de voorzichtige positieve geluiden bedenkingen bij het stelsel. Vooral op facultair niveau functioneren de studentenraden minimaal. Ook vinden de vakbondsbestuurders de plek die het Management Team inneemt onduidelijk. Het orgaan is in geen enkel wetboek of reglement gedefinieerd. Terwijl decanen en het CvB tijdens de vergaderingen wel belangrijke besluiten nemen.

Daarnaast moeten de besluiten ter instemming of advies aan de raden voorgelegd worden. Het kan heel goed voorkomen dat de raden het niet met een besluit eens zijn. Ondertussen mogen decanen zich niet distantiëren van de besluiten die in het MT genomen zijn. Doen ze dat wel dan stellen ze hun functie te beschikking. Decanen kunnen daardoor de bezwaren van facultaire raden nooit serieus nemen.'

Ook vraagt de SRD zich af wat er werkelijk van de inspraak overblijft. Den Hertog: 'We hebben onze twijfels over hoe deze structuur in de praktijk gaat werken. Inspraak is wat ons betreft geen inspraak als studenten niet mee mogen praten over studentenvoorzieningen, onderwijsvoorzieningen, de indeling van het collegejaar of internationalisering. Pas als de reglementen zijn vastgelegd en een jaar in de praktijk zijn gebracht weten we wat er van de inspraak terecht komt.'

Het zal duidelijk zijn. Tot nu toe is er van een slagvaardiger universitair bestuur op de UT niets terecht gekomen. Nog nooit in de geschiedenis van de UT is er zo veel en zo vaak over zulke pietluttige en bureaucratische dingen vergaderd. Na volgende week woensdag weten we of het ooit anders wordt.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.