De Nederlandse partners zijn de katholieke Universiteit Nijmegen en de Universiteit Twente. In Duitsland participeren de universiteiten van Münster, Dortmund en Osnabrück, en in België de Katholieke Universiteit Leuven.
Hoger onderwijs stimuleert volgens de EUNET-partners in belangrijke mate de werkgelegenheid en de ontwikkeling van grensregio's. Met het oog hierop gaan de universiteiten samen met de regionale overheden en de industrie programma's opzetten. Het zwaartepunt zal bij het midden- en kleinbedrijf komen te liggen.
In gezamenlijke onderzoeksprojecten kiezen de zes universiteiten ook voor onderwerpen met een hoge relevantie voor de regio. Voorbeelden zijn biomedisch onderzoek, micro-elektronica, misdaadpreventie en toepassing van moderne media in het onderwijs.
Bovendien gaan de partners gemeenschappelijke masters en post-doctorale programma's opzetten. Door gezamenlijke summer-schools en uitwisselingsprogramma's worden de contacten tussen studenten bevordert.
Elk jaar gaat EUNET een prijs van 6000 euro uitreiken aan een excellente jonge onderzoeker aan één van de partners-universiteiten. De onderzoekers kunnen tot één oktober door hun hoogleraar voorgedragen worden.
Het bestuur van de EUNET bestaat uit de rectoren en voorzitters van de deelnemende universiteiten. Het voorzitterschap rouleert elke twee jaar. De komende maanden gaan medewerkers van de UT bekijken op welke onderzoeksgebieden op korte termijn samengewerkt kan worden. In juni zullen docenten en onderzoekers die mogelijk met elkaar gaan samenwerken op de UT samen komen.
Prins Willem Alexander bezocht Münster in het kader van de festiviteiten rond de Vrede. De ondertekening van EUNET (Arie van der Hek ontvangt op de foto de nodiger bescheiden) maakte daar deel vanuit.
De vertegenwoordigers van het nieuwe netwerk bijeen. Derde van rechts UT-rector Frans van Vught.