In de aanloop naar de gesprekken had Ritzen een deal voorgesteld. Bètastudies aan algemene universiteiten mogen in de toekomst vijf jaar duren. Zo worden ze gelijk gesteld aan de meeste techniek-studies. In ruil daarvoor moeten echter alle lerarenopleidingen (van bèta's én van alfa's en gamma's) opgenomen worden in het gewone doctoraal.
Tot nu toe kost de lerarenopleiding een student een jaar extra na zijn doctoraal. Ritzen is bang dat dat aspirant-leraren afschrikt. Daarom wil hij dat een student in een alfa- of gamma-vak binnen het gewone, vierjarig doctoraal leraar kan worden. In bèta of techniek moet dat binnen vijf jaar kunnen.
Dat laatste is 'bespreekbaar', zegt collegevoorzitter Veldhuis van de Universiteit Utrecht, omdat het past in het streven om bèta-studies te verbreden. Maar de gedachte dat een alfa- of gamma-student in vier jaar op academisch niveau opgeleid kan worden én leraar worden, 'werpen wij verre van ons', aldus Veldhuis. Dat standpunt werd gedeeld door andere bestuurders, de lerarenopleidingen zelf en ook door vertegenwoordigers van
het voortgezet onderwijs.
In de gesprekken werden wel alternatieven aangedragen. Zo werd geopperd dat een duale opleiding misschien soelaas kan bieden. Een student moet dan al in zijn doctoraal een deel van zijn opleiding tot leraar krijgen. Na het doctoraal kan hij dan meteen aan het werk kan, krijgt ook salaris en wordt on the job verder opgeleid.
De universiteiten voelen er in ieder geval niets voor Ritzens voorstellen over leraren en bèta's als één pakket te zien. 'Die koppeling wijzen we af', zegt de Nijmeegse rector Van Els. Tenminste een deel van de universitaire bestuurders wil zelfs bedanken voor het vijfde bèta-jaar als daar het `indalen' van de lerarenopleiding in een vierjarige alfa- of gamma-studie tegenover moet staan.
