'UT loopt met Campus+ écht voorop'

| Redactie

In de strijd om nieuwe eerstejaars zetten de technische universiteiten alle mogelijke middelen in. De Eindhovenaren pronken met (bijna) gratis notebooks. In Delft beweren ze dat ze 'dé technische universiteit zijn.' En Enschede zet hoog in met Teletop. Maar is teleleren nu wel zo nieuw en revolutionair als wordt gedacht?

'Informatica neemt voortouw in telecolleges TU Eindhoven en Universiteit van Antwerpen', kopte het weekblad van de TUE half januari. En wij in Enschede maar denken dat we op het gebied van afstandleren en het gebruik van telematica voor onderwijsdoeleinden internationaal vooroplopen. 'Dat kan er ook nog wel bij', zal Rector Van Vught verzucht hebben na de slechte vooraanmeldingscijfers en de goede sier die Eindhoven al met de notebooks maakte. Weer een unique sellingpoint minder.

Een preciezere beschouwing en wat telefoontjes naar Eindhoven leert dat de voorsprong slechts cosmetisch is. Wat ze op de UT al jaren gewoon videoconferencing noemen, heet in het zuiden des lands heel trendy 'telecolleges'. Professor Hilbers (parallelle berekeningen en applicaties) zit in een lokaaltje en geeft middels een videonetwerk interactief college aan studenten in Eindhoven en Antwerpen. Gelijktijdig - en daarom heet het volgens TUE-voorlichter Cees van Keulen niet videoconferencing maar teleleren - worden in beide zalen pagina's uit het dictaat middels Internet en een beamer op de muur geprojecteerd.

C@mpus+

Wim de Boer, één van de vijf Teletopspecialisten bij de faculteit Toegepaste Onderwijskunde, is niet onder de indruk van de Eindhovense activiteiten. 'Bij Teletop - voor de nieuwe studenten C@mpus+ genaamd - gaat het om veel meer dan alleen het geven van colleges op afstand. Voor de zomervakantie worden alle propedeusevakken van TO voor een belangrijk deel via Internet ondersteund.

'Dat betekent niet dat het eerste jaar vanaf september helemaal virtueel is. Studenten werken nog steeds samen in groepjes en krijgen nog steeds colleges van docenten. C@mpus+ is bedoeld om het onderwijsaanbod efficinter, gevarieerder en flexibeler te maken. En niet om de menselijke contacten te vervangen. Academische vorming is immers veel meer dan de som van alle vakken.

'Alleen begint een nieuw trimester in principe niet meer met een rooster dat verwijst naar een eerste college, maar met een bezoekje aan de homepage van Toegepaste Onderwijskunde. Op die site staat aangegeven welke vakken je in het betreffende trimester dient te volgen.

'Klik je bijvoorbeeld op het icoontje Instrumentatie Technologie, dan kom je terecht op de homepage van dat vak. Daar staat precies wat van de student verwacht wordt. Misschien moet die eerst een kort videofilmpje downloaden waarin de docent zich persoonlijk voorstelt. En misschien verschijnen vervolgens collegetijden op het scherm. Het tentamen zal in de meeste gevallen gewoon in een collegezaal plaatsvinden, maar opdrachten kunnen wel weer via het WWW ingeleverd worden.'

Flexibiliteit staat bij het Teletop-project voorop. Docenten kunnen zelf kiezen welke Internetapplicaties ze voor hun cursus willen gebruiken en studenten bepalen individueel wanneer en hoe ze onderdelen van een vak volgen.

Een parttime-student met een baan kan een groot gedeelte van het programmathuis, via zijn op het netwerk aangesloten pc, volgen. Een fulltime student van de Vestiging Friesland zal vaker via het interactieve klaslokaal in Leeuwarden deelnemen aan werkcolleges. Eén keer in de twee weken komen alle cursisten naar Enschede. Zo houden ze contact met andere studenten en docenten.

Decision Support Tool

Om de cursussen in een zeer korte tijd geschikt te maken voor een op het WWW gebaseerde leeromgeving heeft professor Teleleren Betty Collis, samen met haar medewerkers, een Decision Support Tool (DST) ontworpen.

'Tijdens een interview van een uur wordt aan de vakdocent gevraagd wat er aan de cursus toegevoegd en veranderd zou moeten worden om hem Internet-compatibel te maken', legt Collis uit. Via een re-engineering framework en het WWW worden de keuzes direct toegevoegd aan een database. Aan het einde van het interview genereert de DST automatisch een homepage waarop de opbouw van de cursus is weergegeven.

'Na ongeveer een week bespreken de medewerkers van Teletop het eerste prototype van de cursus met de docent. Vervolgens worden de keuzes uitgewerkt en geoptimaliseerd. Er moet bijvoorbeeld een videofilm of een geluidsopname gemaakt worden. De interactieve colleges worden voorbereid en het dictaat wordt op Internet gezet.'

C@mpus+ is niet alleen ontworpen wegens de wetenschappelijke waarde. Met het project wil de UT ook meer studenten bereiken. Het via Internet beschikbaar maken van de TO-propedeuse is dan ook nog maar het begin. Over één of twee jaar zullen andere faculteiten hun onderwijs eveneens via een WWW-omgeving aanbieden. Collis: 'Ik denk dat de UT met Campus+, het herontwerp van het hele curriculum, niet alleen in Nederland, maar zelfs wereldwijd voorop loopt.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.