De Universiteit van Warwick ligt aan de rand van Coventry temidden van glooiende landerijen met naargeestige middeleeuwse namen als Cryfield en Gibbet Hill (Galgenveld). De universiteit zelf is echter jong en flitsend. Met wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke relevantie en ondernemende inslag steekt Warwick Oxford en Cambridge al naar de kroon.
De universiteit - faculteiten voor Arts, Social Studies en Sciences en 16 duizend studenten - werd in de jaren zestig net als de TH Twente gesticht om een impuls te geven aan een regio in het slop; de zuidelijke West Midlands waren een sukkelend industriegebied met verouderde metaalnijverheid, het rurale Warwickshire was een streek zonder banen.
Dertig jaar later is de voormalige provinciale universiteit toegetreden tot de academische elite. In de league tables die de Britse pers elk jaar publiceert is Warwick opgestoomd naar de top-5, net achter eerbiedwaardige zusters als Cambridge, Oxford en de London School of Economics.
Het onderzoek in pakweg wiskunde, computerwetenschap en geschiedenis geldt als absolute klasse, en de onderwijskwaliteit wordt alom geroemd. Warwick kan dan ook jaarlijks uit 27 duizend aanmeldingen de beste 2700 studenten selecteren. 'Oxbridge-klanten komen inmiddels hierheen! We zijn een serieus alternatief', pocht Roger Whittenbury, oud-pro-vice-chancellor.
Warwick profileert zich op drie sterke punten: topkwaliteit in onderwijs en onderzoek, maatschappelijke relevantie, en het vermogen de eigen broek op te houden, met name door slim in te spelen op de almaar groeiende behoefte van de Britse industrie aan onderzoek, training en consultancy.
Met de contractactiviteiten verdient de universiteit bijna 60 procent van haar jaarinkomen (450 miljoen gulden) buiten de overheid om. De concurrenten halen maar de helft. Het surplus (76 miljoen gulden in 1986) wordt 'teruggeploegd'. Zo stak Warwick drie miljoen in een eigen studio omdat de perifeer gelegen universiteit te weinig op de nationale tv kwam.
Wie op zoek is naar het geheim van Warwick begint bij Mike Shattock, registrar (secretaris). Kalend, klein van gestalte, maar een energieke Macher. Een van de grondleggers van Warwicks succes, dat hijzelf bovenal toeschrijft aan de locale academische mentaliteit. 'It all came out of ambition. Wij wilden een universiteit bouwen van wereldklasse.'
Warwicks 'ondernemerschap' was een antwoord op de grote bezuinigingen van 1981, vertelt Shattock. 'Om Thatchers snoeimes te overleven kozen we voor een dubbelstrategie: save half, make half. Vier jaar later hadden we 12 procent meer inkomsten, terwijl veel universiteiten aankeken tegen een terugval van 10 procent. Ik zeg altijd: aanval is de beste verdediging. Ga dus de wereld in en doe dingen! Dat is ook een stuk leuker werken!'
Door haar ondernemende aanpak is 'parvenu' Warwick beter dan andere instellingen klaar voor het verder afkalven van de overheidsfinanciering. 'Dankzij onze earned income activities kan de regering ons weinig maken. Daarom lopen hier geen depressieve academici rond', grijnst Whittenbury. Warwick zit er warmpjes bij omdat er weinig geleend wordt en de rentelasten laag zijn. Uniek in een land waar veel universiteiten in financile problemen komen. 'Maar we geven alles uit wat we krijgen', zegt Whittenbury.
Een campusrondje laat zien wat met het geld gebeurt. Overal fraaie nieuwbouw, groene hofjes en prieeltjes, moderne kunst. Geen rommel of graffiti, wel bewakingscamera's. Aan de rand van de campus de behuizing van medewerkers en studenten. Alles tip-top, dankzij het huismeester-systeem. 'We hebben hier weinig problemen, ook niet met drugs', zegt voorlichter Peter Dunn, een vrijgezel die zelf 'warden' is van Rootes Residences. 'Wie met cannabis wordt gesnapt wordt zonder pardon van de campus gegooid.'
Trots van de campus is het Warwick Arts Centre, het grootste in zijn soort buiten Londen, met een concertzaal van 1460 plaatsen die het Birmingham Symphony Orchestra op volle sterkte kan accommoderen. De, zeg maar, mega-Vrijhof is gebouwd met grotendeels eigen geld. Jaarlijks komen 250 duizend bezoekers op de excellente programmering af. 's Avonds bij 'Career Girls' van Mike Leigh treffen we welgemanierd publiek (lamswollen pullovers en tweed-mantelpakjes) dat enthousiast de nieuwe cultuuragenda bespreekt.
Boegbeeld van Warwick is de Warwick Manufacturing Group (WMG), een centrum voor contractonderzoek en -onderwijs dat door hoogleraar productiesystemen Kumar Bhattacharyya werd opgezet om de 'gescheiden werelden' van ingenieurs en managers eens echt met elkaar in contact te brengen en zo de Britse industrie nieuwe impulsen te geven. Jaaromzet: 85 miljoen gulden.
WMG is een soort 'one-stop-shop' voor technologie, van high-tech speurwerk en productontwikkeling tot bedrijfstrainingen en advies. WMG werkt voor meer dan 500 bedrijven, vaak op confidentiële basis. Zo voerde de groep 'lean manufacturing' in bij autofabikant Rover. Ook Rolls Royce, British Aerospace en Mercedes Benz zijn klant. WMG bezit inmiddels dependances in Calcutta, Bangkok, Hongkong, Peking, Kuala Lumpur en Johannesburg.
In navolging van de regeringsleiders van Maleisië en Zuid-Afrika maakte ook de huidige premier Tony Blair tijdens de campagne van '97 zijn opwachting bij WMG. 'Warwick loopt voorop als het gaat om wat er met het oog op de toekomst moet gebeuren', orakelde Blair destijds. 'New Labour' ziet veel in de wijze waarop WMG universiteit en bedrijfsleven bijeenbrengt.
Warwick doet dat niet goedkoop. Voor technologisch onderzoek geldt een standaard-overhead van 105 procent. En men blijft kieskeurig. 'Routineklussen wijzen we af', zegt Alan Rowe van het European Office. Toch kunnen die leuke dingen opleveren. WMG-klussen legden bijvoorbeeld de basis voor een prestigieus masters-programma in Zuid-Afrika. 'Alle deelnemers zijn zwart, zij zijn de toekomst van het nieuwe Zuid-Afrika', verklaart Shattock trots. 'Je moet daarom niet te snel spreken van down-market onderzoek.'
Miljoenen verdient ook de Warwick Business School - volgens The Times de beste van het land - met contractonderwijs voor bedrijven als British Steel en Nestlé. De 'executive residential training centres' Radcliffe House en Scarman House (470 bedden, 70 duizend gasten per jaar) gelden met hun luxe faciliteiten, smetteloze lawns en fraaie waterpartijen als de beste en duurste universitaire conferentiecentra van Groot-Britannië.
Vlakbij ligt een groot Science Park dat in 1984 door Thatcher geopend werd, Er zijn zeventig bedrijven gehuisvest die met de universiteit samenwerken via onder meer stageplaatsen voor studenten. Het aantal echte spin-offs is beperkt, reden waarom Warwick belangstellend kijkt naar de Twentse TOP-regeling (Tijdelijke Ondernemer Plaatsen) met haar 'revolving fund'.
Laatste geldmaker zijn de 2500 buitenlandse studenten. Ze zijn afkomstig uit 114 landen en maken de campus tot een kosmopolitische plek. Jaarlijks leveren de 'overseas students' 34 miljoen gulden op omdat ze, (nu nog) anders dan 'home students', collegegeld moeten betalen: 21 duizend gulden voor een sociale wetenschap, 27 duizend voor een bètastudie. 'We gaan de prijzen verhogen, want we zijn relatief goedkoop', vertelt Tim Rogers van het International Office. Dat kan makkelijk: belangstelling genoeg.
Een succesfactor zijn de platte organisatie en slagvaardige managementcultuur. Centraal bestuur en departments onderhandelen direct met elkaar. 'De bestuurlijke draaicirkel is lekker klein', zegt Shattock. 'Niet wij managers beslissen hier, maar de uitvoerende commissies van de Senaat.' Besmuikt lachje: 'Dit is een door academici gerunde universiteit.'
Alert beleid is noodzaak, zegt Whittenbury. 'We zijn zo goed als we gisteren waren. Wie slecht presteert wordt dus meteen aangepakt.' Personele maatregelen worden niet geschuwd, erkent Shattock. 'Toen vorig jaar een bepaalde vakgroep één punt in de league tables zakte, heb ik flink wat mensen weten over te halen om vervroegd met pensioen te gaan.'
Warwick gebruikt marktconforme salarissen om toptalent aan te trekken. Shattock: 'Als je goede mensen wilt hebben, moet je willen betalen. Dat doen we, tien procent meer dan het landelijk gemiddelde.' Whittenbury: 'Wij willen geen middelmaat, maar the best and the brightest.' De markt dicteert. 'We maken creatief gebruik van salarisschalen. De professor computerwetenschap verdient hier dus meer dan de collega kunstgeschiedenis.'
Opzien baarde Warwick in 1994 door 33 miljoen gulden te investeren in de Warwick Research Fellowships. Voor dat programma zijn 35 jonge, uit de hele wereld afkomstige toponderzoekers gerecruteerd die zes jaar lang in totale vrijheid onderzoek mogen doen. De eerste fellows stromen inmiddels door naar vaste posten. De scheve ogen bij gewone jonge lecturers die ook onderwijs- en bestuurstaken moeten doen, worden op de koop toe genomen.
Nee, in Warwick wordt véél van mensen verwacht. 'Hier moet je echt een workaholic zijn', stelt Shattock vast. 'We hebben geen enkele sympathie voor mensen die niet de bereidheid hebben om op excellent niveau te presteren.' Vandaar dus dat er nog overal licht achter de ramen van de werkkamers brandt als je 's avonds laat over de campus dwaalt.
Behalve door toponderzoek wil Warwick zich onderscheiden door toponderwijs. De kwaliteit van het 'research-led' onderwijs wordt door nationale beoordelingen bevestigd, mede dankzij een hoogwaardige instroom (de toelatingscriteria stijgen) en een gunstige staf-student ratio (één op twaalf).
Een 'program and course approval/review system' waarin vooral commissies van staf en studenten in de departments een grote rol spelen, houdt de kwaliteit op peil. Er is een innovatiefonds voor onderwijsvernieuwing. En toenemende aandacht, binnen en buiten de studie, voor 'personal transferable skills' zoals communicatie, teamwerk en 'time-management'.
Dat neemt niet weg dat in Warwick onderzoek nog altijd nummer één staat, erkent Dawn Dudderidge van het Academic Policy Committee. Maar, relativeert voorlichter Dunn, 'onderzoek en onderwijs gaan hand in hand. Als wetenschappers spannende dingen doen in hun onderzoek, zal dat uitstralen in hun onderwijs. Dat idee wordt onderstreept door onze resultaten.'
Om te kijken hoe ondernemend de studenten van Warwick zijn, lopen we naar het gebouw van de Students' Union aan de rand van de campus. Binnen ruikt het naar verschaald bier. Het is een kasbah vol snookerbars, restaurants, bankfilialen, winkels en wasserette. In de Airport Bar wachten studenten tot de tap weer open gaat. Flipperkasten ratelen oorverdovend.
Op enorme mededelingenborden prijzen studentenverenigingen van de Union zich aan. Er is een trainspotter's club, een Fine Tea Society en een Tibet Support Group. De Star Trek-fans vergaderen weer en de Sikh Society heeft een karting-uitje. We moeten voorts uitkijken voor de huisbaas van 137 Hearsall Lane, Coventry. 'He will never give your deposit back!'
Het Union-complex is een commerciële onderneming met een omzet van ruim 11 miljoen gulden per jaar, inclusief een subsidie van 2,6 miljoen van de universiteit. De Union wordt door de studenten zelf gerund, door 'sabbatical officers' bijgestaan door een professionele staf. 'Als je ze geen vertrouwen geeft, zullen ze het nooit leren', zegt een staflid.
Bestuurders Ben Hartley (rechten) en Owain James (economie) zijn trots op hun Union, hun 12 duizend leden, en de volwassen jaaromzet die vooral gebaseerd is op horeca-inkomsten. 'Failliet gaan kunnen we niet, tenzij studenten stoppen met bier drinken', zegt James. De belangenbehartiging via gremia als Council en Senate loopt goed. 'De verhoudingen zijn veel beter dan 15 jaar geleden, toen de studenten nog radicaal waren.'
De Union doet niet (meer) aan partijpolitiek. Wel keert zij zich tegen de plannen van de regering-Blair (die zich beroept op het rapport van de commissie-Dearing) om 'tuition fees' van maximaal 3300 gulden in het hoger onderwijs in te voeren. 'Collegegelden werpen drempels op voor arme studenten. Waarom verhoogt de regering de belastingen niet? Of laat het bedrijfsleven in de buidel tasten. Zij profiteren ook van hoger onderwijs.'
Terug naar het bestuursgebouw, waar registrar Shattock alweer aan de slag wil. Wordt zijn Warwick het Oxbridge van de 21ste eeuw? 'We mikken er zeker op, maar we koesteren geen illusies', zegtShattock. 'Cambridge bouwt een science park op land dat ze kregen van de Tempelierridders in 1453. Ik bedoel maar: je bouwt een Grote Universiteit niet in drie decennia.'
Oude topuniversiteiten krijgen veel geld binnen via legaten en schenkingen, legt Shattock uit. Oxford klopte volgens hem bij haar laatste campagne honderden miljoenen los. 'We're talking megabucks here.' Vandaar dat ook Warwick een grote fondswervingscampagne onder alumni is gestart.