Minister Ritzen wil dat de technische studies `toegankelijker' worden, zodat meer studenten ze kunnen volgen. De minister mengt zich hiermee in het debat over de toelatingseisen voor de studies. De TU's lijken die omlaag te willen schroeven.
De Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) brengt eind januari advies uit over de toelatingseisen die gelden om bepaalde studies te mogen volgen. Afgelopen week kwam naar buiten dat de TU's die eisen willen verlagen.
Tot nu toe was het de bedoeling dat alleen het toekomstige profiel 'Natuur en Techniek' in het vwo toegang geeft tot technische studies. De TU's vrezen echter een gebrek aan belangstelling voor hun studies en willen daarom ook scholieren met het profiel 'Natuur en Gezondheid' toelaten.
Delft wil in dat geval wel extra eisen stellen: de scholieren moeten
een deel van de vrije ruimte in hun vakkenpakket gebruiken om wis- en
natuurkunde te volgen op het niveau van 'Natuur en Techniek'. De totale eisen aan de scholier gaan in dat geval dus niet omlaag. Alleen de status van de vakken in het vakkenpakket verandert.
Op dat laatste gaat minister Ritzen, in de NRC van afgelopen maandag, nog niet in. Hij stelt vooral dat soepeler toegangseisen gepaard moeten gaan met veranderingen in het onderwijsprogramma: 'Het kan niet zo zijn dat het gros van de nieuwe studenten na een jaar wordt weggestuurd, omdat zij de studie niet aankunnen. Wie wordt toegelaten, moet in staat zijn de studie af te maken binnen de tijd die daarvoor staat.'
Ritzen wil dat de TU's zich minder richten op een 'select, uitengewoon technisch ingesteld publiek'. In plaats daarvan moeten de technische studies bereikbaar worden voor een breder publiek. De studies moeten, simpel gezegd, leuker worden, zonder dat het niveau achteruit gaat. Ritzens oproep strookt met het debat dat vorige jaar oplaaide rond het rapport van de
commissie onder leiding van de Delftse hoogleraar dr.ir. A. Verruijt. Ook toen luidde de conclusie al dat de TU-studies verbreding behoeven, willen ze ook in de toekomst voldoende scholieren werven.
Dat Ritzen op deze discussie terugkomt nu de toelatingseisen ter sprake komen, geeft aan dat hij van de TU's interne actie verwacht om de studentenaantallen op te krikken. Sleutelen aan de toelatingseisen vindt hij een lapmiddel dat niet de kern van het probleem aanpakt. Dat ligt bij de universiteiten, niet bij de scholen.
Inmiddels hebben de VVD-kamerleden Cornielje en De Vries vragen aan Ritzen gesteld over de gang van zaken. Zij vrezen dat het profiel 'Natuur en Techniek', dat juist bedacht is om een goede voorbereiding te zijn op een technische studie, in het gedrang komt wanneer het geen strikte voorwaarde meer is. Als scholieren ook met een lichter pakket techniek kunnen gaan
studeren, zal dat bovendien leiden tot een grotere uitval bij de studies, denken zij.
Als de TU's inderdaad strenge aanvullende eisen aan het profiel 'Natuur en Gezondheid' gaan stellen, is dat laatste in feite geen probleem. Het betekent echter ook dat er van zogenaamd soepeler eisen geen sprake is en dat Ritzen gelijk heeft als hij beweert dat aantrekkelijkere studies de enige
oplossing vormen voor het gebrek aan ingenieurs.
De vraag blijft dan echter in hoeverre die oproep te rijmen valt met de voorwaarde dat het niveau niet achteruit mag gaan. De TU's klampen zich vast aan de gedachte dat dat niveau vooral afhangt van de technische vaardigheden van de afgestudeerden. Andere vaardigheden moeten de studenten maar in hun eigen tijd opdoen.
Bij gelijkblijvende studieduur zal een verbreding van de studies er inderdaad toe leiden dat studenten minder techniek voor de kiezen krijgen. Aangezien technische vakken doorgaans als de moeilijkste ervaren worden, wordt de studie daardoor gemiddeld makkelijker. De TU's leggen dat als verlies van niveau uit. Het is echter niet vanzelfsprekend dat de
buitenwacht dat ook vindt.