Bakje leut in gezellige kantine

| Redactie

Waar blijven al die vrouwen? Nog geen drie procent van de hoogleraren en UHD's op de UT is vrouw. Bij UD's is het percentage iets hoger: namelijk tien procent. Steeds meer meisjes gaan werken, maar tot de top dringen ze nog nauwelijks door. Voor het Bureau Emancipatie van de UT reden genoeg om acht weken lang met een expositie over 'werk-, studie-, leef-, en onderwijsklimaat' langs de gebouwen op de campus te trekken. Als opstapje voor de internationale vrouwendag, begin maart. UT-Nieuws reist mee en rapporteert elke donderdag op deze pagina over emancipatie, klimaat en sfeer in het betreffende pand.

In Nederland neemt 45,3 procent van de vrouwen deel aan het arbeidsproces. Dat percentage is in vergelijking met de rest van Europa helemaal niet laag. Zou alle positieve discriminatie toch effect hebben gesorteerd? Niet helemaal. Bijna driekwart van de werkende vrouwen heeft namelijk een deeltijdbaan, tegenover achttien procent van de mannen. En omdat er in Nederland weinig mogelijkheden zijn om hogere functies parttime te vervullen zegt dat iets over het niveau waarop vrouwen functioneren. Dat blijkt ook wel als je kijkt naar vrouwen aan in hogere posities: nog geen drie procent van de echte top-functies wordt in Nederland door vrouwen bekleed. En ook het percentage vrouwelijke hoogleraren in Nederland is abominabel laag.

Waarom dringen vrouwen maar niet door tot de top? Els Rommes, aio bij de vrouwenstudies-groep van deeltijd hoogleraar Nelly Oudshoorn (faculteit der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen) zat, toen ze nog Bestuurskunde studeerde, in een sollicitatiecommissie van haar faculteit: 'Hoewel er toen meer geschikte vrouwelijke dan mannelijke kandidaten waren werd er bijna automatisch voor een man gekozen.' Heren vinden het kennelijk prettiger om onder elkaar te blijven. 'Een ander goed voorbeeld van hoe vrouwen in de wetenschap worden behandeld komt uit een spraakmakend Zweeds onderzoek naar de bekende systemen voor peer-review. Want wat bleek: bovenaan het lijstje van factoren die van invloed zijn op de overweging of een onderzoek wel of niet wordt goedgekeurd staat sekse. Alleen hele goeie vrouwen die al zeer veel hebben gepubliceerd maken een redelijke kans om door de selectie heen te komen. Slechtere onderzoeken van mannen werden ongeveer even vaak goedgekeurd als de beste van vrouwen. De tweede doorslaggevende factor was overigens of je mensen uit de commissie kende. Wat wel weer iets zegt over de vermeende objectiviteit en rationaliteit van wetenschap.'

Zelf doet Rommes onderzoek naar Gender en digitale steden in Nederland: 'De makers van dergelijke informatiesystemen gaan er meestal vanuit dat hun interface voor iedereen even gemakkelijk toegankelijk moet zijn. Ondertussen blijkt uit de praktijk dat slechts een buitengewoon klein percentage van de gebruikers vrouw is. Dat zou wel eens kunnen komen omdat de ontwerpers van digitale steden een zeer selectief deel van de bevolking - namelijk hoogopgeleide blanke mannen - vormen, die bewust of onbewust hun eigen voorkeuren in het systeem inbouwen. Op de homepage van de digitalestad Twente (http://twente.nl/) moet je bijvoorbeeld scrollen voordat je onderwerpen aan kunt klikken die meer op vrouwen gericht zijn. Eerst verschijnt informatie over bedrijven en computers op het scherm, pas veel later komen de icoontjes over welzijn en winkelen in beeld. Een nogal basaal voorbeeld natuurlijk. Maar omdat internet een grootschalige technologische en maatschappelijke vernieuwing is, zou de maatschappelijkeongelijkheid aanzienlijk versterkt kunnen worden wanneer bepaalde groepen geen vanzelfsprekende toegang hebben.'

Dat de informatiewereld een typische mannenbolwerk is weet Lineke Snijders maar al te goed. Snijders is docent bij het CIV en één van de zes vrouwen die er in een soortgelijke functie werken. 'Niet dat ik er veel van merk hoor. We zijn in de eerste plaats een club mensen die ergens voor staan. Of dat nou mannen of vrouwen zijn, ik denk niet dat dat veel uitmaakt. Ik heb vroeger veel met dames samen gewerkt, maar vergeleken met toen is de sfeer is hier zelfs veel collegialer en plezieriger.'

Hoe zit het met medewerkers en studenten die bij haar een cursus Windows, Word, Excel of Powerpoint komen volgen? 'Ja, af en toe merk je verschillen. Oudere mannen hebben soms moeite om wat van mij aan te nemen. Als je ze vraagt of het goed gaat zeggen ze: Ja, ja het gaat prima. Terwijl je ziet dat ze aan het modderen zijn. Vraag je nog eens, dan blijven ze volhouden. Meestal zeg ik na een tijdje: Als u het nou zus of zo doet gaat het veel makkelijker. Dat doen ze dan wel.'

Snijders vindt het persoonlijke contact tijdens haar lessen erg belangrijk. 'Mensen die het wat moeilijker hebben geef ik altijd extra aandacht. En als cursisten wegzakken gaan we snel naar de immer gezellige TW-kantine om een bakje koffie drinken.' Voor die bijzonder persoonlijke en aangename sfeer zorgt kantinebeheerder Trudy Hondelink: 'Hoe ik dat doe? Door bijvoorbeeld een praatje te maken en te onthouden wat mensen vertellen. Dan kun je later nog eens vragen hoe het er mee gaat. Ik onderhoud ook goede contacten met studieverenigingen. En tijdens feestdagen wordt de kantine uitgebreid versierd. Ik help hun als dat nodig is en zij helpen mij wanneer wij het een keertje druk hebben.' Een tijdje gelden lag Hondelink een poosje ziek thuis: 'De mensen uit het TW-RC gebouw hebben mij toen 586 kaartjes gestuurd. Dat heeft mij erg goed gedaan.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.