UT wil relatie tussen prestatie en bezoldiging

| Redactie

'Nu de bestuurlijke organisatie van de UT langzaam maar zeker op orde komt, is het hoog tijd om de draad van 'employability' en 'competence-management' weer op te pakken. Dit bepleitte de vice-voorzitter van het CvB, dr.ir. Frits Schutte maandag in zijn nieuwjaartoespraak. Hij doelde daarmee op het eerder door de UT geformuleerde beleid dat personeelsmobiliteit en flexibibele de inzet van personeel stimuleert, en daarbij een relatie wil leggen tussen de wijze van taakuitoefening en bezoldiging.

Als kenmerken van dit Human Resource Management, waarbij de mens op de werkplek wordt gezien als de kritische succesfactor, noemde Schutte naast het bevorderen van mobiliteit en flexibiliteit, ook een systeem van deeltijdloopbanen voor bijvoorbeeld wetenschappers die niet in wieg gelegd blijken te zijn voor universitair hoofddocent of hoogleraar. Het UT-arbeidsmarktsteunpunt speelt, ook voor studenten, een bemiddelende en ondersteunende rol bij het vinden van een baan buiten de UT. Daarnaast kan ook inplacement- het aantrekken van wetenschappers van bijvoorbeeld 35 tot 40 jaar voor een loopbaan bij de UT- een belangrijk instrument zijn, zo betoogde hij. Verder zei hij dat slechts bij hoge uitzondering mensen met een vast diensverband binnen de UT het tot hoogleraar bij deze universiteit kunnen brengen. Verder: bij een vaste aanstelling van wp en obp hoort een tijdelijke tewerktstelling, in tranches van drie tot vijf jaren. Het CvB heeft van enkele facetten al werk van gemaakt, aldus Schutte, getuige een aantal detacheringen op topniveau, een wijziging van functies binnen de Griffie van het CvB, en 'een serieuze poging' om een aantal topfuncties binnen de UT mobieler in te vullen.

Schutte refereerde in dit verband aan een drie jaar geleden door het hoofd van P&O, P. Horsch, uitgebrachte nota. Daarin wordt een aanzet gegeven tot een nieuwe structuur voor de wetenschappelijke staf, met een ondernemende rol voor de wetenschapper. In de nota, die als leidraad voor UT-beleid gaat dienen, wordt een aantal factoren opgesomd die de mobiliteit van wetenschappers, als paradepaardje van de UT, belemmeren. Alleen al de structuur staat het verrichten van meer inspanning of het leveren van betere prestaties in de weg. Er is, zoals hierboven gemeld, nauwelijks een relatie tussen taak en loon en een verkeerde beslissing in de arbeidsrechtelijke sfeer is nog steeds niet terug te draaien. En ook zijn er nauwelijks stimulansen om andere taken of functies binnen de UT te gaan vervullen, hoewel de UT daar sterk de behoefte aan heeft. Schutte vreesde dat als de UT dit beleid niet snel vormgeeft, instellingen buiten de UT met de eer van deze ideeëen gaan strijken en deze universiteit achteraan komt te lopen. In zijn rede maakte hij ook bekend dat de UT de komende jaren systematisch aan haar fysieke uiterlijk zal werken. Zo zal de portiersloge vriendelijker gaan ogen, krijgt het CT-gebouw aan de zijde van de Hengelosestraat een opknapbeurt, zal de bestuursvleugel worden uitgebreid, het BB-gebouw een facelift krijgen en worden de voorbereidingen van nieuwbouw CT en reallocatie WB met kracht voortgezet.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.