Student Union na een jaar al aardig ingeburgerd

| Redactie

De zaaitijd is voorbij. Het nieuwe bestuur van de Student Union, dat deze maand officieel aantrad, moet de nieuwe overkoepelende studentenorganisatie tot een succes maken. Zij die moeten gaan oogsten trokken en masse ter receptie: de studentenclubs en -verenigingen van de Universteit Twente.

Glamourland in Drienerlo. Het nieuwe bestuur van de Student Union recipieert donderdagmiddag half vijf in de Sociëteitsbar van de Bastille. Net als een jaar geleden is het druk: studentbestuurders van zo'n beetje alle culturele, politieke, sport-, studie- en gezelligheidsverenigingen die de UT telt, maar ook betrokken beleidsmedewerkers, diensthoofden en de rector magnificus, staan in de rij voor een handje en het aanbieden van kado's. Er bestaat echter één verschil met vorig jaar: dit keer weten alle aanwezigen in grote lijnen waarom ze zijn gekomen.

Om de Student Union te feliciteren uiteraard. En daarmee als het goed is indirect zichzelf, want de nieuwe organisatie heeft zich opgeworpen als stimulator en begunstiger voor al het studentenactivisme aan de UT. Daartoe krijgt ze verstrekkende bevoegdheden. De Union beheert cruciale studentenaccomodaties (het Watersportcomplex, de Pakkerij, en in de nabije toekomst de Bastille) en heeft zeggenschap over de subsidiepot. Duidelijke taal, met andere woorden.

Dat was destijds wel anders. Toen presenteerde het Interimbestuur Studentencampus (IBS) zich aan de UT-gemeenschap, en wist eigenlijk nog niemand wat er precies zou gaan gebeuren met die studentencampus. Zelfs de zes interimbestuurders niet. De oude orde was al afgedankt, dat wel: de Raad voor Campusvoorzieningen en het Campuscollege bestonden officieel niet meer. Maar wat en hoe met het braakliggende terrein? Geen student of medewerker die het kon vertellen.

Op de rector magnificus en een aantal ingewijde beleidmakers na. Frans van Vught was voor zijn rectoraat als directeur van het CSHOB op buitenlandse reizen geregeld te gast bij universiteiten naar Engels-Amerikaans model. Campusuniversiteiten meestal, en behalve onderwijssystemen als Major-minor, zag Van Vught dat de studenten aan deze Angelsaksische instellingen georganiseerd waren in gelijksoortige organen, de zogenaamde student's unions. Zonder uitzondering gemeenschappen met een hoge organisatiegraad en maximale bestuurlijke inbreng van de doelgroep zelf: de student.

Dat concept leek de rector geknipt voor de Universiteit Twente. Vandaar dat we Van Vught tijdens de borrel van vorig jaar vanuit de coulissen 'Student Union' hoorden fluisteren. De verse bestuursleden zochten een naam voor hun nieuwe organisatie, maar ondanks het souffleren van de rector kozen zij aanvankelijk voor het voorzichtige 'IBS'.

Maar Van Vught kreeg zijn zin. Het Interimbestuur Studentencampus ging in november op werkbezoek naar union-universiteiten in Belfast en Manchester, eigende zich de uniongedachte toe, ventileerde die naar koepels en verenigingen. Half januari werd de fakkel overgedragen aan het eerste bestuur van de Student Union.

Er kan veel veranderen in een jaar. De opkomst in de Sociëteitsbar wijst erop dat de Student Union inmiddels is doorgedrongen tot het bewustzijn van verenigd Drienerlo. Een kleine rondgang langs bestuurders, studentenvertegenwoordigers en beleidsmedewerkers leert dat er de afgelopen maanden scherpomlijnde meningsvorming heeft plaatsgevonden.

Bart Daalder bijvoorbeeld, voorzitter van Fact, de koepel van de vier Pakkerijverenigingen, pleit voor een Union met een platte structuur. 'Inhet begin waren we bang dat de Union hiërarchisch boven alle verenigingen zou worden geplaatst. Daarom heeft Fact sinds het begin op een marktpleinmodel gehamerd. De Pakkerijverenigingen willen een organisatie die studentenactivisme ondersteunt en mogelijk maakt op basis van onderlinge afhankelijkheid.'

'In het ideale geval heeft de Union de verenigingen nodig voor inbreng en draagvlak', aldus Daalder, die in november vorig jaar samen met de andere koepelvoorzitters de trip naar Engeland en Ierland bijwoonde. 'Andersom kunnen de verenigingen voor het verkrijgen van subsidies en het opstarten van nieuwe plannen niet zonder de Union. Een marktplein dat iedereen naar eigen believen kan bezoeken.'

Leo Goedegebuure, als voormalig beleidsmedewerker nauw betrokken bij de vormgeving van de Union en inmiddels toegetreden tot de raad van toezicht van het studentenorgaan, looft 'het pionierswerk' van het vertrekkende bestuur. 'De Student Union moest er komen om studentenactivisme te stimuleren. Als je bedenkt wat deze groep in één jaar uit het niets heeft neergezet, dan kan ik alleen maar zeggen: het goede voorbeeld is gegeven. Het uitdenken en aan de man brengen van de structuur die er nu ligt, reken ik tot de pittige klussen.'

Steven Visser, sinds anderhalve week voorzitter van Euros roeien, heeft goede ervaringen met de nog jonge organisatie. De komst van de Union viel precies samen met de bouw en ingebruikneming van de Sevende Camer, het luxueuze onderkomen van de watersporters, vertelt hij. 'We hebben dus nauw samengewerkt met de Union, en dat beviel uitstekend. Een mooi voorbeeld vind ik het biercontract. Vroeger kochten we bier in via UT Catering, dat was verplicht. Sinds de Union bestaat, hebben we vrijheid van inkoop. Nu nemen we ons bier direct van de groothandel af (zie voorpagina, red.)'

In De Pakkerij doen ze dat al tijden, zelf bier inkopen. Audentispreses Jeroen Mieris ziet de Union dan ook eerder als een bedreiging voor de onafhankelijkheid van de verenigingen. 'De Union is groot en heeft dus ook veel macht. Zo willen ze sponsorcontracten centraal gaan afsluiten. Misschien is dat efficiënter, maar efficiënt is niet altijd beter. Verenigingsleden in commissies en besturen neem je er de wind mee uit de zeilen. Die hoeft niet langer zelf de boer op, en dat is jammer. Het zelf onderhouden van contacten met bedrijven en instanties maakt verenigingswerk juist interessant', aldus Mieris.

Mieris ziet ook voordelen. 'De Union heeft de lijnen met de universiteit verkort. Op een vrij hoog bestuurlijk niveau praat je nog steeds met studenten. Dat komt de verstandhouding ten goede. Je voelt elkaar goed aan, je kunt nog eens een keer wat regelen in de kroeg.' Mieris wil nog meer zeggen, maar slikt z'n woorden in: de rector vindt het tijd zijn geschenk te overhandigen aan het nieuwe Unionbestuur.

Van Vught klimt op een tafel en zet een speech in. Ondertussen sjouwen zijn secretaresse Joan Lurvink en oud-Unionvoorzitter Imre ten Pas een keurige houten tuinbank de Sociëteitsbar in. Het meubel heeft een koperen plaatje met inscriptie: Aangeboden aan de Student Union van de Universiteit Twente door prof. dr. Frans van Vught, rector magnificus. Ter gelegenheid van de constitutie, september 1999. Een kadootje van papa.

Het nieuwe bestuur van de Student Union, van links af Frank Engel, Lex Hoekstra (vz.), Bart Blaauwendraad, Renate Heuseveldt en Sanne van Beekum.

Peter Buwalda

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.