'Waar hadden we het over? Over de angst die in Sjanghai zou bestaan voor een boerenopstand. Werkeloze boeren zet men in Chinese steden zo snel mogelijk aan het werk', vertelt Remko van der Honing. Uniformpje aan en dienbladen leegstorten in de vuilnisbak van MacDonalds. Hoezo? Bijten Chinese boeren soms? Dat niet, maar het zijn er wel bijna een miljard.
Het is het verhaal van Ed van Thijn en de Chinese delegatie in Amsterdam. 'Er wonen hier veel Chinezen', zei de burgemeester trots. 'O ja?', reageerde zijn gast, 'hoeveel miljoen dan?' - China is het land van de grote getallen, van de volksstammen, volksstammen die wij niet kennen.
En die ons niet kennen. Van der Honing vertelt geamuseerd over de manier waarop hij in Sjanghai over straat ging. 'Je leert vóór je te kijken, half in de verte, langs de gezichten van de drommen heen. In het begin keek ik de mensen aan, maar als bezienswaardigheid stap je daar snel van af. Als Chinezen een blanke zien, blijven ze stil staan, laten hun mond openvallen, stoten anderen aan, wijzen hem na.'
Vorige zomer klopte hij bij Philips aan. Van der Honing wilde afstuderen in China. Of dat kon. Twee weken later lag er een brief uit Sjanghai op de mat. Philips & Yaming Lighting, producent van gloeipeertjes tot en met stadionverlichting, verwachtte hem in januari, hij zou vier maanden kunnen blijven.
Zijn opdracht had Van der Honing ook in Eindhoven kunnen uitvoeren. Gespecialiseerd in inkoopmanagement, wilde hij een instrument ontwikkelen en testen voor het evalueren van toeleveranciers. Met deze zogenaamde supplier assessment tool, een ingenieuze vragenlijst, moest het voor Philips & Yaming Lighting mogelijk worden de merites van toeleveranciers in kaart te brengen. Zwakke plekken die de tool naar boven brengt, zouden vervolgens bijvoorbeeld verbeterd kunnen worden.
Van der Honing bezocht tientallen fabrikanten. Natuurlijk was dat goed voor het begrip van zijn tool, maar de omgang met de Chinezen zelf imponeerde hem meer. Zoals hij sowieso meer opstak van 'de buitenlandervaring' dan van het afstuderen an sich. Zoveel valt tenminste op te maken uit zijn verhalen. Hoe het eraan toegaat in het Chinese bedrijfsleven bijvoorbeeld.
Ontspannen maar koud. Het is midwinter in Sjanghai en in de fabriekshallen van Philips & Yaming moet men het zonder centrale verwarming doen. Zoals iedereen loopt Van der Honing in een dikke trui met daaroverheen een blauw windjack. 'Communistenjasjes' grapt hij, want werkelijk al het personeel liep er op die manier bij. Zijn pak liet hij dan ook wijselijk thuis.
Ontspannen omdat niemand in China haast lijkt te hebben. 'De ochtend begon met anderhalf uur mailen naar Nederland. Geen enkel probleem, want iedereen neemt de tijd om op gang te komen. Niets moet snel af. Probleem is alleen dat wanneer je een Chinees vraagt of iets al voor elkaar is, hij altijd 'ja' zegt - ook als hij eigenlijk 'nee' bedoelt. Daarna moet hij natuurlijk als de donder aan de slag, maar Chinezen barsten liever dan dat ze gezichtsverlies lijden. Daar moest ik wel even aan wennen.'
Hoewel zijn collega's de Engelse taal slechts rudimentair beheersen, legde hij prettige contacten. 'Ze waren vriendelijk, en geïnteresseerd in mij en mijn verhalen over het Westen. Na werktijd namen ze me mee naar huis, gingen samen uit. Ik heb zelfs een echte Chinese bruiloft bijgewoond.'
Gelukkig is Van der Honing geen moeilijke eter. Koeienmaag, varkenstong, slang, Amerikaanse kikkers, de meest vreemde gerechten kreeg hij voor de kiezen. Geregeld namen de Sjanghaise toeleveranciers hun Westerse gast mee naar sjieke restaurants, en daar belandde Van der Honing steevast naast de directeur. 'Die bood me de meest exotische hapjes aan en zou het als een belediging hebben ervaren als ik ze niet netjes zou proeven. Alleen de soep met de spartelende garnalen heb ik aan me voorbij laten gaan.'
De laatste drie weken van zijn verblijf heeft hij gereisd. Samen met zijn ouders, die beloofd hadden over te komen. 'Fantastische dingen gezien. Beijing (Peking), met een hermetisch afgesloten Plein van de Hemelse Vrede; de Chinese Muur; steden als Xi'an, waar 25 jaar geleden een keizerlijk terracottaleger werd opgegraven. Achtduizend kleien soldaten met unieke gelaatstrekken om de keizer te steunen op veldtochten in het hiernamaals.'
Een ander hoogtepuntje had een uitgesproken Hollands karakter. Tijdens Van der Honings verblijf brachten koningin Beatrix en prins Claus hun staatsbezoek aan China. Sjanghai stond op het programma, en de koningin mag graag onderdanen in den vreemde ontmoeten. Dus ontving Van der Honing een week van te voren een uitnodigingsbrief met instructies.
'Ik heb snel een kostuum geleend. Terwijl we stonden te wachten las iemand uit het gevolg 'De heer Van der Honing, student' van een kaartje, en toen mocht ik Hare Majesteit een handje geven. 'Dag Mijnheer', zei ze met een brede glimlach. Later heb ik nog tien minuten in het praatgroepje "Studeren en leven in Sjanghai" gestaan - náást de koningin. Ze heeft een goed gevoel voor humor. Alleen je moet er blijkbaar voor naar China om daar achter te komen.'